Toen Israël de oprichter van Hamas op een lenteochtend in 2004 met drie raketten doodde terwijl hij in zijn rolstoel een moskee in Gaza werd uitgeduwd, wisten veel Israëlische analisten het zeker: de dood van de bejaarde Ahmad Yassin, de charismatische leider en ideologische aartsvader van Hamas, zou het einde van de organisatie inluiden.
In plaats daarvan vond Hamas nieuwe leiders en won het twee jaar later de Palestijnse verkiezingen. Het was dan ook niet zozeer de persoon Yassin, of zijn islamistische ideologie, maar bovenal Israëlische geweld tegen de Palestijnen en Hamas’ verzet daartegen die de beweging zo populair maken. Telkens wanneer Israël dat geweld opvoert, kan Hamas juist laten zien hoezeer het uitblinkt in één van de belangrijkste Palestijnse culturele waarden: soemoed, wat ‘standvastigheid’ betekent.
Fast forward naar 2024. Een Hamas-leider is gedood door een drone-aanval in de Libanese hoofdstad Beiroet. Israël gooit al drie maanden zwaardere bommen op Hamas dan de VS op de Islamitische Staat gooiden. In de Gazastrook doodde Israël al 24.000 Palestijnen en richtte het meer verwoesting aan dan Rusland en het Assad-regime in vier jaar bombardementen op Aleppo. Nooit eerder gebruikte Israël zó veel geweld tegen Gaza. Maar zoals altijd toont Hamas soemoed.
Want Hamas is nog niet verslagen. De Qassam Brigades, de militaire vleugel van Hamas, zijn weliswaar verzwakt, maar vechten door. Bovendien is Hamas’ populariteit in de Gazastrook niet ingestort en op de Westelijke Jordaanoever juist sterk toegenomen. Israëls zelfverklaarde doel, ‘de totale vernietiging van Hamas’, is nog lang niet in zicht. Het roept de vraag op: is dit een kwestie van meer tijd en nóg meer geweld? Of is het doel zelf niet haalbaar?
Verzet wordt groter
„Het is een illusie te denken dat je Hamas militair kunt uitroeien”, zegt Jeroen Gunning, hoogleraar Midden-Oosten politiek en conflictstudies aan King’s College London. „Hamas is niet alleen een militaire organisatie, het is ook een politieke partij, een enorme sociale beweging en een idee. Dat laat zich niet wegbombarderen. Integendeel: de geschiedenis leert dat het verzet tegen Israël door zulk geweld alleen maar groter wordt.”
Lees ook
‘Wij zullen winnen of we worden martelaren’, zeggen Palestijnen in Beiroet
Dat ook Israëls bondgenoten na het extreme geweld van Hamas op 7 oktober meegingen in het idee dat de groepering „geëlimineerd” moest worden – zoals ook de Amerikaanse president Biden beaamde – was volgens Gunning extreem onverantwoord en kortzichtig. „Het heeft de deur geopend voor een vorm van Israëlisch oorlogsgeweld die volgens juridische experts als genocide valt aan te merken”, zegt hij. „Dat had iedereen kunnen zien aankomen. Want als je een zó diepgewortelde beweging als Hamas wilt elimineren, zou je de Gazastrook van de kaart moeten vegen.”
Hoe Hamas er militair precies voor staat, valt moeilijk vast te stellen. Van de naar schatting tussen 25.000 en 40.000 strijders die de Qassam Brigades voorafgaand aan 7 oktober telden, zegt Israël er achtduizend te hebben gedood. Dat aantal valt moeilijk te rijmen met cijfers van het door Hamas bestuurde ministerie van gezondheid, die ook door de VN worden aangehaald en over het algemeen betrouwbaar zijn gebleken. Dat ministerie meldt immers dat ruim 70 procent van de 24.000 Palestijnse doden vrouwen en kinderen zijn. Ervan uitgaande dat de overgebleven circa zevenduizend gedode mannen lang niet allemaal strijders waren, kom je eerder uit op enkele duizenden door Israël gedode strijders – hoewel het mogelijk is dat het ministerie een deel van hen niet geteld heeft. Israël zelf zegt tot nu toe 187 soldaten te hebben verloren, bovenop de 1.139 mensen (695 Israëlische burgers, 373 veiligheidstroepen en 71 buitenlanders) die gedood werden in Hamas’ aanval van 7 oktober.
Hoewel de leider van de Qassam Brigades, Mohammed Deif, en Hamas’ leider in de Gazastrook, Yayha Sinwar, voor zover bekend nog altijd in leven zijn, zei Israël begin deze maand Hamas’ commandostructuur in het noorden van de Gazastrook te hebben ‘ontmanteld’ en veel commandanten te hebben gedood. Evenwel vechten ook in het noorden nog altijd kleine groepen strijders door, meldt de Israëlische krant Haaretz. In het zuiden beschikt Hamas over meer organisatorische capaciteit en is het nog steeds in staat raketten af te vuren op Israëlisch grondgebied. Die raketten zijn nog lang niet op: volgens de Washington Post heeft Hamas sinds 7 oktober slechts ruim een derde van diens arsenaal van zo’n dertigduizend raketten afgevuurd.
Guerrilla-tactieken
Dat Hamas zo lang stand houdt, komt vooral door diens gebruik van guerrilla-tactieken. Qassam-strijders verschuilen zich tussen gebouwen, laten verborgen explosieven (boobytraps) achter en voeren verrassingsaanvallen uit door ineens uit hun ondergrondse tunnels op te duiken en zich vervolgens terug te trekken. Het Israëlische leger heeft een deel van die tunnels laten onderlopen met zeewater, maar moet daarmee uitkijken: de verwachting is immers dat veel van de meer dan honderd gijzelaars die Hamas vasthoudt eveneens in die tunnels zitten.
„Hamas’ strategie is om de Israëliërs uit te putten”, zegt Azzam Tamimi, een Brits-Palestijnse academicus die dichtbij Hamas staat. Zijn contacten binnen Hamas, zegt hij, komen nog niet wanhopig over. „Als het einde nabij was, zouden ze me dat vertellen”, zegt hij telefonisch. „Maar ze klinken zelfverzekerd. Natuurlijk erkennen ze de enorme verwoesting, maar ze zeggen dat ze het leven van de Israëliërs nog erg moeilijk kunnen maken.”
De liquidatie van Hamas-kopstuk Saleh al-Arouri in Beiroet op 2 januari heeft volgens Tamimi onder Hamas-leden geleid tot zorgen dat Israëlische infiltranten hun locatie rapporteren. Daarom zijn Hamas-leiders in onder meer Qatar, Beiroet en Turkije momenteel voorzichtiger dan gewoonlijk, zegt hij, al betwijfelt Tamimi dat Israëls jacht op hen het functioneren van Hamas zal belemmeren. „Als een leider wordt uitgeschakeld, staat er altijd iemand klaar om zijn taken over te nemen”, zegt hij. „Zo is Hamas ontworpen.”
Israël roept vaak in herinnering dat westerse landen eveneens Raqqa en Mosul platlegden om de Islamitische Staat op de knieën te krijgen of IS-leiders doodden met drone-aanvallen. Israël doet hetzelfde, want, zo benadrukken Netanyahu en veel andere Israëlische officials: „Hamas is hetzelfde als IS”.
Die vergelijking gaat echter mank, zegt Joas Wagemakers, als islamoloog verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hoewel hij benadrukt dat de aanval van 7 oktober zonder meer een terreurdaad was, is het volgens hem onjuist om Hamas te vereenzelvigen met organisaties als de Islamitische Staat of al-Qaeda. „Hamas komt voort uit de Moslimbroederschap en is juist in conflict met dit soort jihadistische groeperingen”, zegt hij. „Hoewel de islam belangrijk is voor Hamas, wordt de organisatie primair gedreven door Palestijns nationalisme. Hamas is geen los van de Palestijnse zaak staande terroristische entiteit, ze komt juist voort uit die Palestijnse zaak.”
Dat is volgens Wagemakers precies de reden dat Israëls wens om Hamas militair ‘te elimineren’ zo onrealistisch is. „In feite zet Israël militaire middelen in op een politiek probleem”, zegt hij. „Zelfs als het alle Hamas-leiders doodt of de organisatie ontmantelt, zal het streven naar een Palestijnse staat dat Hamas heeft voortgebracht, blijven bestaan. Zolang Israël daar geen betekenisvolle ruimte aan biedt, zal het ook na deze oorlog te maken krijgen met nieuwe organisaties à la Hamas.”
Weinig indoctrinatie
Daarbij is de kans groot dat het anti-Israëlisch verzet van de toekomst nog radicaler zal zijn, zegt Tristan Dunning, Hamas-kenner en politicoloog verbonden aan de Universiteit van Queensland in Australië. „Israël zegt altijd dat burgers in Gaza zich laten ‘indoctrineren’ door Hamas”, zegt hij telefonisch. „Maar na de slachting die Israël nu onder burgers aanricht, zullen zij weinig indoctrinatie nodig hebben om zich in de toekomst aan te sluiten bij radicale verzetsbewegingen.”
Israëls hoop dat de Gazanen zich door de oorlog massaal tegen Hamas zouden keren, is volgens Dunning nog niet uitgekomen. De politicoloog wijst op een recente peiling van het gerenommeerde Palestinian Center for Policy and Survey Research (PCPSR), waaruit blijkt dat de politieke steun voor Hamas in de Gazastrook juist iets is toegenomen: van 38 procent in september naar 42 procent in december. Bovendien zegt 57 procent van hen dat Hamas’ beslissing om Israël op 7 oktober aan te vallen, ondanks de oorlog die volgde, de juiste was. Op de Westelijke Jordaanoever ligt dat laatste percentage zelfs op 82 procent en is de steun voor Hamas verdriedubbeld (van 12 naar 44 procent).
Lees ook
In de kapotgeschoten kibboets hebben overlevers geen ruimte voor empathie met Gazanen: ‘We moeten voort, tot de knock-out’
Vrede met vijanden
Het is echter onwaarschijnlijk dat Netanyahu’s regering daarin mee gaat – Netanyahu is zelfs tegen bestuur in Gaza door de huidige PA. Het voorstel van zijn defensieminister Yoav Gallant om na de oorlog in Gaza samen te werken met Israël welgezinde Palestijnse families, is volgens Dunning evenwel gedoemd te mislukken. „Zoiets heeft Israël al geprobeerd in de jaren 70 en 80 en dat werkte toen ook niet”, zegt hij. „Vrede sluit je met je vijanden, niet met je vrienden.”
Als Israël toch met Hamas om tafel wil, zou Hamas daar in ieder geval zeer toe bereid zijn, stellen alle academici. Hoewel een Hamas-woordvoerder kort na 7 oktober zei dat Hamas de aanval opnieuw zou uitvoeren en Israël illegitiem noemde, stelt Azzam Tamimi dat de leiding van Hamas in werkelijkheid erkent dat Israël een de facto realiteit is en graag wil onderhandelen. Ismaïl Haniyeh, het hoofd van Hamas’ politieke afdeling, riep in november zelfs op tot gesprekken over een tweestatenoplossing – met Jeruzalem als hoofdstad van Palestina. Daar zal Israël overigens niet mee akkoord gaan.
Een realistischere optie, zegt Tamimi, is iets waar Hamas in het verleden al veel vaker voor heeft gepleit: een hudna. Dat islamitische concept verwijst naar een langdurige wapenstilstand, veel langer dan een regulier staakt-het-vuren, die de tijd biedt voor het wegtrekken van vijandigheden totdat er gepraat kan worden over een echte vrede.
Maar premier Netanyahu, wiens naoorlogse politieke toekomst aan een zijden draadje hangt, belooft juist „een lange oorlog” en zegt te zullen vasthouden aan zijn doel om Hamas te ‘elimineren’. Het is maar zeer de vraag of zijn opvolgers wel uit zijn op dialoog. Na wat Hamas op 7 oktober heeft gedaan, zo is de consensus in Israël, valt er niet meer met Hamas te praten.
„Maar valt er dan wel met Israël te praten na wat het in Gaza doet?”, zegt Gunning daarop. „De Palestijnen zullen daar net zo goed grote moeite mee hebben. Toch zal er gepraat moeten worden, want dit conflict heeft geen militaire oplossing.”