Halvering tankstations? Op ‘tankdag’ gooien klanten van pompstation Autoradam hun tank nog ouderwets vol

Soms voelt bedrijfsleider Lia Klick (59) zich de „psycholoog van de buurt”. Vaste klanten (zo’n 80 procent van het totaal) van het tankstation van Autoradam in Amsterdam vertellen haar alles. Vooral de ouderen. Die willen bij haar kwijt dat hun hondje ziek is, of dat de kleinkinderen niet zijn langsgekomen. „Een tankstation is een soort buurthuis”, zegt ze.

Voor ouderen is een bezoek aan het tankstation een dagelijks riedeltje. „Tanken, koffie halen, misschien stofzuigen van de auto”, zegt Klick. Met een stanleymes in de hand staat ze naast een kar met gestapelde kartonnen dozen. Een nieuwe voorraad schoonmaakdoekjes en auto-startkabels om uit te pakken. Sommige oudere klanten ziet ze een paar keer per week tanken voor 5 euro. „Ik vraag dan waarom ze er gister niet wat meer in hebben gegooid. Dit is voor mij een uitje, zeggen ze dan. Zo kom ik nog buiten.”

Overnames

Klick hoopt dat de economen van ING ongelijk hebben. Zij verwachten dat de komende vijf tot tien jaar het aantal tankstations in Nederland zal halveren. Momenteel telt Nederland er in totaal zo’n vierduizend. Die hebben allemaal te maken met stijgende lonen en andere kosten. Vanaf 2030 mogen ze geen tabak meer verkopen. Maar de belangrijkste reden, zegt ING sectoreconoom trade en retail Dirk Mulder, is de verplichte transitie van diesel- en benzineauto’s naar elektrische auto’s.

Vanaf 2035 mogen in de EU alleen nog auto’s worden verkocht die geen CO2 uitstoten. „De gemiddelde levensduur van een auto is 19 jaar”, zegt Mulder. „Diesel en benzine auto’s die voor 2035 nog gekocht worden, kunnen nog tot ongeveer 2053 rijden. Gedurende die tijd wordt de afzet aanzienlijk minder. De komende jaren kunnen pomphouders dit gaan merken.”

Ze klagen dat ze maar korte afstanden kunnen afleggen en dan alweer moeten opladen

Lia Klick
bedrijfsleider tankstation

Tegelijkertijd verwacht de ING de komende jaren veel overnames in de sector omdat pompstations moeite zullen hebben om overeind te blijven. „Een grote keten die twintig pompen overneemt, zal er daarvan misschien wel vijf sluiten die minder opbrengsten genereren.”

Vooral onbemande tankstations zullen hieronder lijden, verwacht Mulder. Die kunnen hun bedrijfsactiviteiten doorgaans niet uitbreiden, omdat ze daar de ruimte en capaciteit niet voor hebben. „Tankstations die wel personeel hebben, kijken nu al hoe ze hun inkomsten minder afhankelijk kunnen maken van de verkoop van brandstof. Ze zetten er vaak al elektrische laadpalen of een wasservice bij.”

Weinig enthousiasme

En daarom maakt Klick zich nog geen zorgen over Autoradam, een kleine keten met een paar vestigingen in Almere en de buurt van Amsterdam. Het bedrijfsmodel is gericht op veel meer dan alleen benzine en diesel verkopen. Bij het Amsterdamse filiaal op een bedrijventerrein in de buurt van het Westerpark kun je onder meer tanken, je auto én kleren wassen, stofzuigen en een auto huren. Sigaretten verkopen ze ook veel. Binnenkort vers belegde broodjes.

Dagelijks komen er gemiddeld zo’n 450 klanten, zegt Klick. En deze woensdag nog meer, want het is „tankdag”. Iedere woensdag kunnen mensen dan met korting komen tanken. De laatste maanden gooien klanten hun tank weer helemaal vol. Dat was anders toen de brandstofprijzen door de oorlog in Oekraïne zo hoog waren. Mensen waren zuinig: ze vulden hun tank misschien voor een derde.

Binnenkort worden de oude diesel- en benzinepompen bij het filiaal vervangen voor nieuwe. Laadpalen staan er niet. Tot nu toe hoort Klick van haar klanten weinig enthousiasme voor elektrische auto’s. Veel taxichauffeurs die sinds kort elektrisch rijden komen nog steeds bij Autoradam voor koffie of om hun auto schoon te maken. „Ze klagen dat ze maar korte afstanden kunnen afleggen en dan alweer moeten opladen.”

Een paar kilometer verderop, in een woonwijk aan de andere kant van het park, staat de 55-jarige Muhammed Elissawi zijn zaak Scooter World „op te knappen”. In zijn garage repareert hij scooters, voert hij taxaties uit en houdt hij zich bezig met de in- en verkoop van losse onderdelen. Vlak voor de garage staat een onbemande benzinepomp. Die verhuurt hij aan tankstationketen TinQ. Een deel van de opbrengst van de verkochte benzine en diesel is voor hem.

Tankstation TinQ/Scooter World aan de van Hallstraat in Amsterdam, met eigenaar Muhammed Elissawi.
Foto Roger Cremers

Het voordeel van zo’n onbemande pomp, zegt Elissawi, is dat je geen gedoe hebt met klanten óf met personeel. Hij runt zijn garage als een eenmanszaak. Voorlopig maakt hij zich geen zorgen over zijn brandstofverkoop. „Ik heb veel klanten, omdat mijn prijzen laag zijn.” Ongeveer de helft van zijn omzet komt nu van de pomp, de andere helft van de scooterwerkzaamheden. Elissawi denkt dat de branche over ongeveer tien jaar wel gaat merken dat er meer elektrisch gereden wordt. „Nu hoor ik dat mensen nog twijfelen om over te stappen, maar op een gegeven moment moet het wel.”

Pringles

Sectoreconoom Mulder verwacht dat kleinere pompen die midden in een wijk staan, zoals die van Elissawi, misschien een grotere kans hebben om langer door te blijven gaan. „Tankstations in buitengebieden waar minder verkeer langskomt, zullen een grotere daling in het aantal bezoekers zien dan pompen in de grote stad.”

Pomphouders in de grensgebieden bij Duitsland en België zullen mogelijk het hardst geraakt worden. Die hebben het nu ook al zwaarder, zegt Mulder. Veel klanten rijden door naar het buitenland, omdat het daar goedkoper is. Naast de transitie naar elektrische auto’s, zal ook het tabaksverbod hen raken. „In deze gebieden zullen er nog sneller meer pompen gaan sluiten.”

Elissawi mist momenteel vooral de grote aantallen toeristen die voorheen in zijn buurt een appartement huurden via Airbnb. Sinds een paar jaar moeten Amsterdamse woningbezitters een vergunning hebben om hun woning via het platform te verhuren. „Voor die tijd verhuurde ik ook fietsen. Vaak wel tien per dag. Klanten kochten voordat ze op de fiets stapten vaak ook snoep, drankjes, chips of chocola.”

Nu er minder toeristen zijn focust hij zich vooral op het werk rondom de scooters. Naast een lange rij jerrycans met benzine staan nog een paar bussen Pringles. „Die eet ik zelf.”