Had Omtzigt gelijk? Tekort loopt op, maar voorlopig gaan Nederlanders erop vooruit

De dalende inflatie en de loonstijgingen bij de meeste werkgevers werpen hun vruchten af. De meeste Nederlandse huishoudens krijgen dit jaar meer te besteden dan eerder werd verwacht. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers en voorspellingen van het Centraal Planbureau (CPB).

In Den Haag is vol verwachting uitgekeken naar deze zogeheten voorjaarsraming. Zorgen over de financiële vooruitzichten waren voor Nieuw Sociaal Contract een belangrijke reden om zich terug te trekken uit de formatiegesprekken met PVV, VVD en BBB. Al langer buigen politici en ambtenaren zich over de vraag of de stand van de schatkist noopt tot belastingverhogingen of bezuinigingen.

De rekensommen van het CPB zullen goed vallen in het kamp der optimisten. Het CPB stelt vast dat de economie zich inmiddels goed herstelt van de giftige cocktail van de coronacrisis, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de inflatie. Huishoudens kunnen zich extra uitgaven permitteren dankzij de steunmaatregelen van de overheid en de hogere lonen.

De extra uitgaven van huishoudens geven op hun beurt de economie een zet, samen met de flinke uitgaven die de overheid zelf doet. Ook voor de overheid is dit een opsteker, want een groeiende economie waarin meer geld wordt verdiend en uitgegeven leidt weer tot extra belastinginkomsten.

Had Omtzigt dan ongelijk met zijn zorgen? Er is nog altijd reden om waakzaam te zijn, zegt het CPB. Op den duur slaan al die toegenomen overheidsuitgaven wel een flink gat in de begroting, dat naar verwachting oploopt tot 3,3 procent in 2028 en 4,6 procent in 2032. Een „koerswijziging” is daarom nodig, aldus het CPB. Oftewel: minder uitgeven of meer ophalen om de balans terug te brengen.

Toch zit daar geen negatieve verrassing bij. Dat het tekort oploopt door het expansieve overheidsbeleid was reeds bekend. In de herfst voorspelde het CPB met een groep ambtenaren al dat er 17 miljard gevonden zou moeten worden om een toekomstig tekort te dichten. Toen werd zelfs uitgegaan van een tekort van 3,6 procent in 2028.

Meer meevallers dan tegenvallers

Zo vallen de meeste cijfers beter uit dan in eerdere prognoses. Zowel de koopkracht als de gehele Nederlandse economie komt daardoor beter uit de bus. De economie groeit naar verwachting dit jaar met 1,1 en volgend jaar met 1,6 procent. Geen wereldcijfers, maar wel een teken van herstel.

Daardoor is de dip van de afgelopen jaren bijna te boven. Huishoudens hebben daarbij zowel geprofiteerd van steunmaatregelen door de overheid als van stijgende lonen. Dat leidt dit jaar tot een koopkrachtgroei van 2,7 procent.

De koopkracht van een doorsnee huishouden ligt in 2025 nog altijd een half procent onder het niveau van voor de energiecrisis. Onder dat cijfer zitten wel behoorlijke verschillen verborgen. Het waren de hogere inkomens die minder te besteden kregen: hoe hoger, hoe groter de koopkrachtklap. Daarentegen gingen de laagste inkomens er juist op vooruit.

Dat klinkt misschien contra-intuïtief na de steigerende inflatie en de energieprijzen die door het dak gingen. Toch laten de CPB-cijfers duidelijk zien: de laagste inkomens zijn in 2025 gemiddeld genomen beduidend beter af. Het Planbureau plaatst daarbij wel de kanttekening dat individuele omstandigheden – zoals een slecht geïsoleerd huis – een groot verschil kunnen maken.


Lees ook
Nu armoede een politiek thema is, blijkt het aandeel arme Nederlanders juist gedaald – hoe kan dat?

Pakketten bij de voedselbank in Rotterdam. Het CBS zag een scherpe daling van het percentage Nederlanders met een laag inkomen.

De gunstige trend onder de laagste inkomens is deels het gevolg van de trits tijdelijke maatregelen die de overheid nam om de schade in de portemonnee te dempen, zoals het prijsplafond, de verlaging van de benzineprijzen en de energietoeslag. Deze tijdelijke maatregelen waren vaak inefficiënt omdat hogere inkomens er ook van profiteerden, en daarmee een bron van ergernis voor economen, maar ze hielpen wel om de scherpste prijsstijgingen door te komen.

Nu de meeste van deze tijdelijke maatregelen aflopen, wordt het effect duidelijker van een reeks ingrepen die permanent van aard zijn. Het kabinet heeft onder meer het minimumloon fors verhoogd. Ook de uitkeringen, de huurtoeslag, het kindgebonden budget en de arbeidskorting gingen omhoog. De lagere inkomensgroepen gaan er daardoor langdurig op vooruit.

Het effect van al deze aanpassingen is niet beperkt tot de laagste inkomens. Het kindgebonden budget belandt bijvoorbeeld bij veel inkomensgroepen en een verhoging van het minimumloon werkt op termijn vanzelf door in de hogere loonschalen. Maar de laagste inkomens hebben er wel het meest direct profijt van gehad. Vandaar dat zij tot 2025 de beste cijfers kunnen voorleggen.

Bezorgde blik

Dat het Centraal Planbureau aandringt op actie om de overheidsfinanciën onder de loep te nemen, is niet zozeer een crisismaatregel maar een bezorgde blik op de lange termijn. Het Planbureau stelt vast dat de economische groei ook na 2025 waarschijnlijk positief maar gematigd zal blijven. Intussen zal de vergrijzing bepaalde uitgavenposten van de overheid, zoals de AOW en de zorg, flink duurder maken.


Lees ook
Geld: het verborgen probleem in de formatie

Geld: het verborgen probleem in de formatie

Het is niet de enige zorg van het CPB. Aangemoedigd door de positieve effecten van de steun in coronatijd en tijdens de energiecrisis zijn de afgelopen twee kabinetten tal van problemen te lijf gegaan door de portemonnee te trekken. Het klimaatfonds, het stikstoffonds, onderwijs en de woningbouw zijn met miljarden gestut. Maar geld is volgens het CPB niet altijd de oplossing.

Een nieuw kabinet loopt bijvoorbeeld het risico de arbeidsmarkt en de economie op hol te jagen, als het grote hoeveelheden geld blijft afvuren op overheidsprojecten en -fondsen. De schatkist is niet oneindig, stelt het CPB, en personeel en ruimte zijn dat ook niet. „Niet alles kan, en zeker niet tegelijk.”