In 2017 las ik over de Peruaanse matador Andrés Roca Rey, nu 28 jaar, die de „slechtste stierenvechter aller tijden” zou zijn. De eerste vijf stieren die hij bevocht namen hem op de hoorns. Hij verloor twee tanden, zijn kaak werd verbrijzeld, zijn achterwerk en buik werden opengereten en stier nummer vijf liet twee gaten van tien centimeter diep in zijn linkerdij achter. Wat je ook tegen stierenvechters hebt, stieren zijn ook geen lieverdjes.
Andrés Roca Rey volhardde, is nu Spanje’s grootste matador en de held van Tardes de soledad, een rauwe documentaire van de Catalaanse filmmaker en agent-provocateur Albert Serra, bekend van curiosa als Pacifiction en Liberté – zijn recente, vunzige expositie in het Eye Filmmuseum kreeg onlangs in deze krant één bal. Serra vindt dat een hele eer, zegt hij.
Dierenbeschermers protesteerden proactief toen Tardes de soledad in première ging op het filmfestival van San Sebastian – na afloop waren niet zij ontdaan, maar matador Roca Rey. Serra volgde hem maandenlang op de voet, wat 800 uur ruwe film opleverde. De peptalk, bijvoorbeeld, van de torero’s in de bus na het gevecht. „Wat een klootzak, die stier.” „Een smeerlap.” De zwijgzame matador die in zijn akelig strakke pakje met ruches en spiegeltjes wordt gehesen.
En dan het gevecht, steeds opnieuw. Zes stieren bijten in het stof. Herhaling is het punt van stierenvechten, zegt Serra in Rotterdam. Het is een ritueel. „Keer op keer hetzelfde in de hoop dat magie volgt.” Eerst de kennismaking van torero, rode lap en stier. Dan de picadores die vanaf hun gepantserde paarden speren met weerhaken in de stierennek poken om zijn kop omlaag te dwingen. De banderilleros die vrolijk versierde spiezen in zijn rug planten, voor meer bloedverlies. Dan komt het zwaard tevoorschijn en mat de matador de stier nog wat af op weg naar de tercio de muerte – de doodssteek.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132855426-cb64f9.jpg|https://images.nrc.nl/IulIfibze9dquc-uWvOdRsg77xY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132855426-cb64f9.jpg|https://images.nrc.nl/CAM31N85ECF-wyDvo3tr6H6erWU=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132855426-cb64f9.jpg)
Oogcontact
Serra: „De doodssteek is het moment dat elke matador haat. Als outsider denk je: die psychopaten willen die stier dolgraag afmaken. Maar nee, liever niet, het is enorm gevaarlijk omdat hij dan geen oogcontact met de stier heeft. Dan kan er van alles mislopen. Een matador vertelde me dat hij zelf zijn ogen altijd sluit op het moment van de doodsteek.”
Dat dus week in, week uit. Een beetje matador elimineert jaarlijks zo’n zeventig tot honderd stieren, zegt Serra. Twee tot drie stieren per week van april tot september. In het hoogseizoen – juli en augustus – zelfs vier of vijf. In Tardes de soledad concentreert Serra zich op Spanje’s toparena’s, met monsterlijk grote stieren, het intense Bilbao en Santander én de ‘stierenkathedralen’ van Madrid en Sevilla. „Sevilla is artistiek en respectvol, daar gaat het om expressie en is het vrij stil op de tribune. Madrids Las Ventas neigt meer tot gladiatorenspektakel. Daar hangt bloeddorst in de lucht. Ze willen er levensgevaarlijke stieren die grof worden behandeld.”
Matador Andrés Roca Rey commandeert zijn stieren met een intense blik, de mond vaak half open. Hij heeft een groot talent de stier te ‘richten’, te laten aanvallen in de gewenste richting. Maar soms krijgt hij toch een beuk. Serra: „Dat is geen onvermogen, integendeel. Dat betekent dat je heel dichtbij de stier durft te komen. Middelmatige toreros houden afstand, Roca Rey niet. Hij riskeert alles, en dan krijg je geheid verrassingen. Je hebt te maken met een wild dier.” Nabijheid is wat de fans willen. Dat levert eenheid van beweging op, connectie, spanning en harmonie.
Antieke trots en eer
Catalonië, de deelstaat waar Serra vandaan komt, verbood stierenvechten per plebisciet. „Wij willen nu eenmaal voor Franse bourgeoisie doorgaan.” Anders dan Spanje, waar het stierenvechten een comeback maakt onder patriottische jongemannen. Serra: „Vergeet niet dat wij het meest primitieve volk van Europa zijn, met onze antieke eer en trots. Stierenvechten is oeroud.”
Wat ziet hij als de kern? Zoenoffers brengen aan de goden, bewijzen dat we natuurkrachten de baas zijn? Serra: „Ik neig tot de antropologische benadering. Het draait inderdaad om het offer, het ritueel dat bevestigt dat het leven eindig is. Het risico, de dood, versterkt de waarde van het leven. In de film hoor je een torero zeggen: ‘Het leven is niets waard.’ De antieke contradictie is: je moet bereid zijn je leven zomaar weg te gooien als je er iets groots mee wil doen.”
Dan is er de stier. „Zo’n tragisch figuur. Hij is de enige in de hele arena die niet doorheeft dat hij gaat sterven. Dat voelt als zo’n groot onrecht, zo wreed, eenzaam en onverwachts. Zoals de dood is.”
Het offer en het bloed zijn het punt, aldus Serra. „Zonder de doodssteek rest Cirque du Soleil.” Maar hij ontwaart ook een seksuele dimensie. „Valt het je niet op hoe feminien de torero’s zijn met die veel te strakke, belachelijke kostuums die hun mobiliteit enorm hinderen? Ze dragen nog net geen stilettohakken. De matador danst heel precies en sensueel rond de stier, die volgens mij voor masculiene agressie staat. De stier heeft de macht in de arena, de matador is de vrouw die de macht naar haar hand zet. Heel mythologisch allemaal.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132855394-48f0f2.jpg|https://images.nrc.nl/4EuR1B-WR-Go8olaMeWVNodj2Oc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132855394-48f0f2.jpg|https://images.nrc.nl/09v3Dtla3zML_SqbJspZQO212ig=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132855394-48f0f2.jpg)
Roca Rey
Die theorie – toreros als meisjes, stierenvechten als gesublimeerde seks – deelde hij overigens niet met Roca Rey en diens entourage, geeft Serra toe. Dat had slecht kunnen vallen. Andrés Roca Rey is toch al zo ontevreden. Hij gaf Serra volledige toegang tot zijn busje en boudoir, maar Tardes de Soledad pakte in zijn ogen veel te bloedig, naargeestig en gewelddadig uit. Roca Rey mistte triomf, dat de hele arena de matador bejubelt na de doodsteek. Serra’s camera wijkt dan steevast af naar de dode, soms nog naschokkende stier die door paarden aan de hoorns de arena wordt uitgesleurd en een bloedspoor in het zand achterlaat. Bovendien is zijn tercio de muerte zelden clean. De stieren vallen niet als een blok om, ze waggelen nog wat rond voor ze door de hoeven gaan. Eén heeft zelfs twee zwaardstoten nodig. Serra: „Hij vond dat hij in mijn film een prutser leek en voelde zich verraden. Goed punt, maar het liep nu eenmaal zo.”
Een prutser is hij duidelijk niet, maar waarom is Andrés Roca Rey matador nummer één? Serra: „Wat hij moest overwinnen is dat hij uit een rijke Peruaanse familie komt. Fans van stierenvechten zijn overwegend rechts en racistisch, ze vinden dat de matador een Spanjaard moet zijn. Wat hem helpt: hij ziet er mysterieus en fascinerend uit. Soms is hij een kind, soms een engel, soms een moordenaar, soms een psychopaat. Technisch kan Roca Rey alles: hij leest een stier goed, stuurt hem gemakkelijk, heeft lef en beweegt mooi. Dus laat ik het over zijn zwaktes hebben. Kenners vinden hem niet artistiek genoeg: te frontaal, te emotioneel. Hij zou onnodige risico’s nemen voor het applaus. Ze vinden dat hij meer moet focussen op innerlijke expressie. Maar hij is met 28 jaar vrij jong. En er zijn nog een hoop stieren in Spanje.”
