Groot deel oppositie zegt vertrouwen op in Rutte, stemt over motie van wantrouwen

Gaswinning Na het Groningendebat zegden meerdere oppositiepartijen het vertrouwen op in premier Rutte. Ze vinden dat hij niet genoeg heeft gereflecteerd op zijn eigen rol.
Tweede Kamerleden overleggen wanneer gestemd moet worden over de motie van wantrouwen.
Tweede Kamerleden overleggen wanneer gestemd moet worden over de motie van wantrouwen. Robin Utrecht/ANP

Een groot deel van de oppositie steunt de motie van wantrouwen tegen premier Mark Rutte (VVD) die GroenLinks-leider Jesse Klaver woensdag heeft ingediend. Hij deed dat na een debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie over aardgaswinning in Groningen. Klaver spreekt namens PvdA, SP, BBB, Volt, PVV, JA21, PvdD, Groep-Van Haga en partijloos Kamerlid Pieter Omtzigt. De oppositie wil hiermee specifiek Rutte naar huis sturen, niet het hele kabinet.

De partijen vinden dat Rutte tijdens het debat niet genoeg heeft gereflecteerd op zijn eigen rol bij de gaswinning en de daaropvolgende aardbevingen in Groningen. „Mijn fractie is wel geschrokken over de wijze waarop de minister-president terugkeek”, zei Klaver over het Groningendebat. Volgens Klaver heeft Rutte als premier dertien jaar lang de tijd gehad om in te grijpen, maar heeft hij dat niet gedaan op momenten dat het wel had gekund.

Later op woensdagavond zullen de fracties stemmen over de motie. Deze krijgt vermoedelijk geen meerderheid, want in totaal zijn de partijen die het vertrouwen in Rutte opzegden goed voor 59 van de 150 zetels. Toch bemoeilijkt de motie Ruttes positie. Als de huidige coalitie een meerderheid wil hebben in de nieuwe Eerste Kamer om wetsvoorstellen aan te kunnen nemen, zal het samen moeten werken met het linkse blok van PvdA en GroenLinks, of met de BoerBurgerBeweging. Alle drie deze partijen steunen de motie van wantrouwen.