Groenland is nog altijd ‘open for business’

Groenland is rijk aan essentiële grondstoffen voor de energietransitie. De EU vreest dat China er met die buit vandoor gaat, maar in de praktijk loopt het niet zo’n vaart met Groenlands schatten.


Animatie Mart Veldhuis

Zou Donald Trump, als hij in 2019 daadwerkelijk Groenland had gekocht, nu tevreden zijn over zijn investering? Destijds nam niemand het idee serieus, omdat het stuitend lomp was voor zowel de 58.000 Groenlanders als het koninkrijk Denemarken, waar Groenland deel van uitmaakt. Maar nu ook de Europese Unie belangstelling toont voor de bodemschatten van het eiland, rijst de vraag hoe het gaat met Groenlands ambitie om zijn mijnbouwsector te ontwikkelen.

Trump dacht iedereen te slim af te zijn: hij zou China voorgoed de toegang tot het strategisch gelegen eiland kunnen ontzeggen. De Verenigde Staten zouden beschikken over een bodem met goud, zilver, koper, nikkel, zeldzame aardmetalen, ijzer, grafiet en edelstenen, die door smeltend ijs steeds beter bereikbaar worden. En zoals de VS in 1867 Alaska hadden gekocht van Rusland, zo zou Trump de geschiedenis ingaan als de president die een stuk land ter grootte van vier keer Frankrijk erbij had getoverd.

„We’re open for business, not for sale”, reageerde de Groenlandse regering koeltjes per tweet. Daarna maakte een diplomatieke rel met Denemarken een einde aan Trumps goudkoorts.

Vijf jaar later is Groenland nog altijd open for business. Er is intussen veel gebeurd, maar ook opvallend veel niet. Het is dan ook afwachten hoe het de EU er zal vergaan. Vorige maand reisde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen naar hoofdstad Nuuk voor de opening van een EU-kantoor. Dat moet onder andere een samenwerking opzetten voor de productie van groene waterstof en de winning van grondstoffen.


Lees ook: Grafiet is als de collega die in stilte al het werk verzet, terwijl lithium en kobalt de show stelen

Brussel sluit sinds enkele jaren „strategische partnerschappen” met landen die grondstoffen hebben die nodig zijn voor de energietransitie, met name voor de accu’s van elektrische auto’s en voor windmolens. Het doel is minder afhankelijk te worden van China, dat de waardeketens van bijna al deze metalen domineert. Op papier kan Groenland veel betekenen voor Europa’s autonomie: het heeft maar liefst 25 van de 34 mineralen op de Europese lijst van kritieke grondstoffen.

Dat wil echter niet zeggen dat die snel in Europese auto’s zullen zitten. Enkele jaren geleden schreven westerse media nog dat de strijd om grondstoffen een „geopolitiek slagveld” van Groenland zou maken, waarbij China door investeringen in mijnbouw en infrastructuur de Groenlanders zou proberen in te palmen. China zou er zo niet alleen met de buit vandoor gaan, maar ook een veiligheidsbedreiging voor de VS vormen vanaf de Atlantische Oceaan. Dat mocht niet gebeuren. Een wedloop van grootmachten om investeringen en invloed zou in de lucht hangen.

Robijnen en saffieren

De werkelijkheid bleek anders. Hoewel internationale bedrijven langs de hele westelijke en zuidelijke kustlijn verkennende onderzoeken uitvoeren, en er inmiddels zes vergunningen voor commerciële mijnbouw zijn uitgegeven, is er momenteel slechts één mijn in Groenland echt in gebruik, vertelt Naaja Nathanielsen, minister van Economische Zaken, Handel, Grondstoffen, Justitie en Gelijkheid, telefonisch. Eerder waren het er twee, maar een mijn waar robijnen en saffieren werden gewonnen moest vorig jaar sluiten wegens geldproblemen. Nu wordt er alleen nog anorthosiet gedolven (een gesteente dat aluminium bevat), door een Europees consortium.

Voor Groenland is dat frustrerend. Want hoewel er zorgen zijn over het milieu zien veel Groenlanders de verkoop van hun grondstoffen als een pad richting onafhankelijkheid van Denemarken. „Die wens is honderden jaren oud en komt tot uiting in alles wat we doen”, zegt Nathanielsen. „Het ontginnen van grondstoffen en de ontwikkeling van toerisme zijn de economische kant van die ambitie.”

Ze vervolgt: „Maar in de mijnbouw zijn meestal maar enkele verkenningen succesvol. En ook dan is het afwachten of een mijn operationeel wordt. De aanlooptijd is lang, de risico’s zijn heel hoog en er is veel kapitaal nodig. Groenland ligt ook nog eens afgelegen en er zijn niet overal wegen of spoorlijnen. Bovendien stellen we hoge eisen aan milieubescherming, de beloning van werknemers en de veiligheid. We verkopen onze huid duur, dat zijn investeerders niet gewend. Voor veel projecten is geld het grote probleem.”

Momenteel is er slechts één mijn in Groenland echt in gebruik

Eén partij die tegen de milieumaatregelen aan liep is Energy Transition Minerals (ETM), een Australische mijnbouwer met een Chinese aandeelhouder, Shenghe Resources. ETM werkt al jaren toe naar de winning van zeldzame aardmetalen in het zuiden van het land. In het gesteente zit echter ook het radioactieve uranium, dat onvermijdelijk zou vrijkomen. In 2021 kwam het project in zwaar weer, toen de Groenlandse regering het delven van uranium verbood.

ETM probeert met een arbitrageprocedure in Kopenhagen alsnog een vergunning te krijgen, of schadeloosstelling ter waarde van 11 miljard dollar. Dat is ruim drie keer de Groenlandse economie, maar minister Nathanielsen zegt niet onder de indruk te zijn. „Het is een belachelijk bedrag, bedoeld om commotie te maken. Los daarvan hoort deze zaak niet in Denemarken thuis, maar voor een Groenlandse rechter. Dat is onze inzet.”

Aan de overkant van de fjord ligt een tweede mijn voor zeldzame aardmetalen, die zelfs al een exploitatievergunning heeft. Maar ook dit project heeft problemen, in dit geval met de financiering. Greg Barnes, geoloog bij het Australische Tanbreez, denkt dat geldschieters zich hebben laten afschrikken door de crisis bij de concurrent. „En dat terwijl er in ons gesteente geen uranium zit”, zegt hij telefonisch vanuit Perth.

Een ander pluspunt van zijn project, zegt hij, is dat het helemaal op energie uit waterkracht zal draaien. Dat is aantrekkelijk voor afnemers die geen grondstoffen willen gebruiken die met fossiele energie zijn gewonnen. Over het geld wil Barnes momenteel niet meer kwijt dan dat hij „veel goede hoop” heeft.

Ideale handelspartner

Als het gaat lopen zou Tanbreez een ideale handelspartner kunnen zijn voor de EU, die streeft naar duurzame grondstoffenketens. Maar Barnes richt zich vooral op de Noord-Amerikaanse markt. „Daar hebben ze nauwelijks eigen voorraden, het ligt niet al te ver van Groenland en de vraag is er groot.” Geldt hetzelfde niet voor Europa? Jazeker, zegt Barnes, maar daar heeft Tanbreez minder contact mee. „Europa zegt minder afhankelijk te willen zijn van China, maar er is een grote afstand tussen de Europese bureaucratie en de echte wereld. Wij zien ze nooit. Mijn indruk is dat ze in de praktijk altijd voor de goedkoopste optie gaan.”

Is de opening van het EU-kantoor het begin van een kentering? Aan de vleiende woorden van Ursula von der Leyen zal het niet liggen. „Ik heb me hier vanaf het eerste moment thuisgevoeld”, zei ze tegen de Groenlandse premier Múte Egede. „Dat komt waarschijnlijk doordat we zo gelijkgestemd zijn.” Enorme investeringen in de mijnbouwsector kondigde ze nog niet aan, de samenwerking moet grotendeels nog van de grond komen.

Minister Nathanielsen: „Wij willen natuurlijk ook gelijkgestemde partners. We weten dat handel niet neutraal is. Maar in de praktijk zie ik geen grote belangen van China in onze grondstoffensector. Er zijn nauwelijks Chinese vergunningsaanvragen. En als Europa niet wil dat we met China in zee gaan, moeten ze zelf in onze mijnbouw investeren.”