Gratis krant op school voor ‘sociale inhaalrace’ in Heerlen-Noord

Eén vinger gaat omhoog als Monique Parren, journalist van De Limburger, vraagt of de leerlingen in deze vmbo-klas (tweede leerjaar) haar krant kennen. „Hij komt bij oma”, verklaart de enige die van de krant heeft gehoord.

Parren is niet uit het veld geslagen. Ze is dan ook niet naar het Herle College in Heerlen-Noord gekomen om abonnementen te verkopen. Op een missie is ze wel.

„Zijn jullie actief op sociale media?”, vraagt Parren. „En zie je daarop soms dingen waarvan je weet dat het niet klopt?” Een meisje noemt een filmpje van „de Eiffeltoren die in brand staat”. Het is voor Parren een mooi opstapje om het met de klas te hebben over de vraag hoe je kan zien of nieuws betrouwbaar is, wat het verschil is tussen influencers en journalisten, tussen TikTok en de krant. „Wij mogen nooit iets wat verzonnen is in de krant zetten. We krijgen betaald om te laten zien hoe het écht zit.”

Op deze en andere scholen in Heerlen-Noord geven Parren en haar collega Tom Janssen gastlessen om leerlingen in contact te brengen met journalistiek, de waarde van betrouwbare informatie én de (digitale) krant. Daarnaast hebben zij op inmiddels zeven basisscholen met leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 ook schoolkranten gemaakt, in de vormgeving van De Limburger, maar met groot, bovenaan de voorpagina de naam van de school, in plaats van die van de krant.

Gullit, Rijkaard en Van Basten

De Limburger heeft de twee journalisten voor vier jaar vrijgemaakt voor deze activiteiten. Ook stelt de krant, in samenwerking met het Nationaal Programma Heerlen-Noord, drieduizend gratis digitale abonnementen beschikbaar voor de leerlingen en hun ouders, als onderdeel van het project De Krant van de Buurvrouw.

Die naam verwijst naar een jeugdherinnering van Ron Meyer. De ex-SP-voorzitter is tegenwoordig directeur van het Nationaal Programma Heerlen-Noord, dat de leefbaarheid in het stadsdeel moet verbeteren en problemen op het gebied van armoede, onderwijs, wonen en veiligheid moet aanpakken. Meyer groeide zelf op in een gezin dat zich geen krant kon veroorloven. Maar als de buurvrouw haar krant uit had, stak ze die voor haar buurjongetje door de heg zodat de kleine Ron naar hartelust kon lezen over Gullit, Rijkaard en Van Basten – en al snel ook over wat er nog meer in Nederland en daarbuiten gebeurde. „Zo heb ik de wereld ontdekt”, zegt hij nu.

Toen hij eens over die ervaring sprak met hoofdredacteur Bjorn Oostra van De Limburger (net als NRC onderdeel van Mediahuis) ontstond het idee voor het project met de gratis kranten voor Heerlen-Noord. In die wijk is 20 procent van de volwassenen laaggeletterd, 28 procent van de gezinnen is afhankelijk van de bijstand en veel kinderen groeien op in gezinnen zonder de gewoonte om het nieuws te volgen. Het woord ‘achterstandswijk’ gebruikt Meyer welbewust niet. „Dit gebied is bezig aan een sociale inhaalrace”, zegt hij liever, om de stigmatiserende term te vermijden. „En trots is de brandstof van die inhaalrace.”

Ik schrok wel een beetje van hoeveel docenten óók geen kranten lezen

Ron Meyer
directeur Nationaal Programma Heerlen-Noord

Een mooi idee, de uitvoering bleek in de praktijk weerbarstig. „Je zou denken dat die drieduizend gratis abonnementen in een mum van tijd ‘uitverkocht’ zouden zijn”, zegt Meyer. „Maar zo werkt het niet. Als je mensen iets gratis aanbiedt waarvan ze niet zien wat de waarde ervan is in hun leven, dan schiet je er niets mee op.

„Als je denkt dat je er bent door gratis kranten neer te leggen in buurthuizen of bibliotheken, dan leef je in een ander sterrenstelsel. Zo bereik je niet de mensen om wie het je gaat. We beseften al snel dat we ons moesten richten op de volgende generatie, op de kinderen. De ouders kunnen dan mee leren. Ik schrok wel een beetje van hoeveel docenten óók geen kranten lezen.”

Voor Parren was het moeizame begin een belangrijke les. „Toen we hieraan begonnen wist ik wel dat er veel laaggeletterdheid is. Maar wat dat voor mensen betekent, ervaar je pas als je meer contact met ze hebt. Als je iedere dag bezig bent je hoofd boven water te houden, dan is de krant misschien niet je eerste prioriteit.

„Terwijl je, als je geïnformeerd bent, wél betere beslissingen kan nemen in de maatschappij, en je kinderen beter kan voorbereiden op het leven in de buitenwereld. Behalve taal- en geletterdheid zijn ook betrokkenheid bij de buurt en lokale democratie speerpunten van dit project. Maar je moet de mensen hier niet gaan vertellen hoe ze moeten leven.

„Er bestaan hier veel vooroordelen over de journalistiek. Zoals er andersom ook veel vooroordelen bestaan over een wijk als Heerlen-Noord. Ieder zit in z’n eigen bubbel. Je hoort veel over de kloof in de samenleving, maar ik zeg: het is een ravijn. Samen moeten we dat zien te overbruggen om het vertrouwen te herstellen.”

Alle leerlingen hebben TikTok op hun telefoon, bijna niemand kent de regionale krant.
Foto Merlin Daleman

Ontploffende zonnepanelen

En dus gingen Parren en haar collega de scholen in Heerlen-Noord af, met hun plan voor de gastlessen, de schoolkranten, de gratis digitale abonnementen en ook nog 125 papieren abonnementen voor gebruik in de klassen. Maar de scholen ontvingen hen aanvankelijk niet met open armen.

„Ik was wel enthousiast over het idee, maar ik dacht ook: er wórdt al zoveel bij de school neergelegd”, zegt Patty van ’t Hoofd, directeur van de kleine basisschool Kindcentrum Paulus, in de armste wijk van Heerlen waar veel kinderen een lage taalvaardigheid hebben. „Wij kiezen ervoor om ons programma op basisvaardigheden als lezen en schrijven te richten.”

Maar Van ’t Hoofd ziet hoe de krant de wereld van de kinderen groter maakt en dat ze daardoor beter begrijpen wat ze lezen, omdat hun algemene kennis meer is ontwikkeld. „We hebben de krant een plek in de klas gegeven.”

Je hoort veel over de kloof in de samenleving, maar ik zeg: het is een ravijn

Monique Parren
journalist

Hoe dat er uitziet blijkt in groep 7/8. „Vaak vragen kinderen me in de pauze: mag ik vandaag de krant doen?”, vertelt leerkracht Claudia Daniëls-Janssen. Want iedere dag komt een ander tweetal aan de beurt om samen een artikel in de papieren krant uit te zoeken. Daarvan moeten ze, onder de kop Nieuws van de Dag!, een samenvatting maken op een poster, waarbij ze ook de moeilijke woorden moeten vermelden en de reden waarom ze dit artikel hebben uitgekozen. „Die poster presenteren ze dan aan de hele klas.”

Voor twee meisjes die vandaag aan de beurt zijn, de een ruim een kop groter dan de ander, is het nieuws van de dag: Aantal branden waarbij zonnepanelen ontploffen neemt toe. Ze hebben er een foto uit de krant bij geplakt.

„Het is erg interessant en veel mensen hebben zonnepanelen”, licht de kleinste hun keuze toe. De ander zegt dat ze in de zin ‘De brandweer wordt steeds vaker geconfronteerd met branden’, die ze hebben overgenomen uit de krant, het woord ‘geconfronteerd’ niet begrijpt. Nadat de juf dat heeft uitgelegd, maakt ze er een groepsgesprek van door te vragen wie er thuis zonnepanelen heeft, en waar die voor dienen. En wat vindt de klas ervan dat ze kunnen ontploffen? „Gevaarlijk!” klinkt het uit meerdere monden.

Vandaag mag een tweede duo zijn versie van een artikel presenteren. Zij hebben gekozen voor een stuk over een douanier die informatie aan een drugscrimineel heeft verstrekt. „Interessant nieuws”, is hun motivatie, „omdat iemand die bij de douane werkt dit soort informatie niet mag geven.” „Maar”, vraagt een leerling met journalistieke nieuwsgierigheid zich af in het aansluitende klassengesprek, „ging die man bij de douane werken om die informatie door te geven, of ging de drugscrimineel naar hém toe?”

Het tastbare van gedrukt papier

Hoofdredacteur Bjorn Oostra van De Limburger noemt het zijn „maatschappelijke plicht om te zorgen dat mensen die geen toegang hebben tot journalistiek, die in de toekomst wél kunnen hebben”. De Krant van de Buurvouw, verzekert hij, is „geen marketingstunt”. Het is wel „een project van de lange adem”. Sinds vorig jaar zijn er van de drieduizend abonnementen die gratis beschikbaar zijn ruim zevenhonderd geactiveerd – „en die worden ook gebruikt”.

Monique Parren, al 34 jaar journalist, is ervan overtuigd dat het project Krant van de Buurvrouw niet alleen de leerlingen helpt, maar haar en haar collega ook tot betere journalisten maakt. „We schrijven verhalen die we anders niet hadden geschreven. We hebben nu een beter beeld van een wijk als Heerlen-Noord.” Ron Meyer zegt: „Ik zou elke journalist gunnen zoiets mee te maken. Ik roep hoofdredacties in andere steden op ook zo’n project te doen.”

Maar is een krant, in het tijdperk van sociale media, niet een medium van gisteren? Meyer ontkent dat: aan betrouwbare informatie zal altijd behoefte zijn, of het nu op papier is of digitaal. „En wij ontdekken met dit project: het helpt niet alleen de taalvaardigheid, maar versterkt ook het burgerschap, omdat je via de krant leert over je eigen omgeving.”

Over de papieren schoolkranten die de scholieren met Parren en haar collega maken, zegt hij: „Het tastbare van het gedrukte papier is voor de leerlingen iets extra’s, waar ze trots aan ontlenen. Juist omdát het iets anders is dan de wereld die ze kennen en voor lief nemen – die op de telefoon.”


Lees ook

Waarom Heerlen-Noord Wilders trouw blijft, ondanks een gebroken belofte

Straat in Heerlen-Noord.