De ruimte waar het bedrijf SGL experimenten uitvoert, doet denken aan een wietplantage op zolder: een verduisterde kamer met daarin een netjes opgestelde rij van planten die volop groeien onder het roze-roodkleurig licht van hangende groeilampen. Eén aspect is echter beduidend anders: de kweekruimtes van Stadium Grow Lighting zijn nogal frisjes. Ongeschikt voor wietteelt, dus.
Het is dan ook geen cannabis, maar gras dat wordt gekweekt bij de R&D-afdeling van SGL. In een koelcel van vijf bij vijftien meter in Waddinxveen onderzoekt het wat de beste manieren zijn om gras te laten groeien. Het bedrijf is de grootste speler in de wereld voor de verzorging van grasmatten in sportstadions. De lichten van het bedrijf worden gebruikt in bijvoorbeeld de Allianz Arena in München en Camp Nou in Barcelona.
Deze lente nam de Amerikaanse investeerder Bruin Capital, dat zich focust op bedrijven in de sport- en entertainmentsector, een belang in PlayGreen, de holdingmaatschappij waarvan SGL het kroonjuweel is. Het bedrijf wil groeien, vooral in de VS en Azië, en kan daar de hulp van de investeringsfirma uit New York goed bij gebruiken. Wel levert de slogan ‘For the love of grass’ in Amerika nog wel eens verwarring op – grass is daar straattaal voor wiet.
Van rozen naar gras
Het terrein van SGL bestaat uit een kantoorgebouw van twee verdiepingen, met daarachter een magazijn en aan de zijkant een klein grasveld voor onderzoek. Het ligt verstopt tussen de uitgestrekte broeikassen van tuinders in het Zuid-Hollandse Waddinxveen. In dezelfde straat vind je onder andere een potplantenkwekerij, een bamboekwekerij en een gerberakwekerij. De locatie tussen de telers is niet uit de lucht komen vallen.
Het idee voor SGL ontstond namelijk toen Nico van Vuuren, een rozenkweker uit Waddinxveen, zich verbaasde over de slechte kwaliteit van het speelveld in voetbalstadions. Als fervent voetbalfan ergerde hij zich aan de slechte grasmat als hij wedstrijden keek in het stadion of op tv. Voor de goals lag er vaak nauwelijks gras, zeker in het najaar. Als rozen kunnen groeien in de winter, dan moet gras dat ook kunnen, was in 1997 zijn gedachte.
Van Vuuren paste de techniek die in kassen wordt gebruikt aan voor gebruik op grasmatten. Dat begon met lichtinstallaties om de groei te bevorderen. Stadions werpen veel schaduw op het sportveld en het gras kan dus vaak wat extra licht gebruiken, zeker in de winter. SGL ontwikkelde een systeem met kweeklichten dat tussen wedstrijden of trainingen het sportveld op wordt gereden om het gras harder te laten groeien. Het bedrijf experimenteerde in 2002 voor het eerst met het systeem bij de Engelse voetbalclub Sunderland A.F.C.
Slogan ‘For the love of grass’ verwart klanten weleens in de VS – grass is daar straattaal voor wiet
Wie nu in de buurt van een groot stadion als De Kuip woont, herkent wellicht de oranjekleurige gloed die ’s avonds boven een stadion hangt – grote kans dat die gloed van lampen van SGL komt. „Maar we zijn niet begonnen met het doel om de beste lampen te verkopen”, vertelt Frank van Beusekom. „We wilden de beste voetbalvelden creëren.” Van Beusekom (39) werd als student bedrijfskunde in 2003 de eerste werknemer bij het bedrijf en is ondertussen algemeen directeur. Samen met Van Vuuren ontwikkelde Van Beusekom in de begindagen de visie van SGL.
In 2004 verkocht SGL zijn eerste systeem aan PSV. De Engelse topclub Arsenal volgde enkele jaren later, waarna het hek van de dam was. „Toen we begonnen dachten we dat we misschien een paar stadions in de Premier League en wat van de grote Duitse clubs van lichten konden voorzien”, vertelt Van Beusekom. „Nu gebruiken zeshonderd van de duizend grootste sportstadions in de wereld onze technologie.”
Oprichter Van Vuuren is inmiddels met pensioen. Toch blijft SGL verbonden met de rozenkwekerij van Van Vuuren, Porta Nova. De twee bedrijven wisselen niet alleen kennis uit, maar delen ook het kantoorgebouw in Waddinxveen. Van de kantoren loop je zo via het magazijn de kassen van de rozenkwekerij binnen.
High-tech sportvelden
Om de beste voetbalvelden te realiseren, bedacht SGL naast de lichtinstallaties ook andere oplossingen. Zo ontwikkelde het een ‘TurfPod’, een apparaatje dat in de grasmat wordt gestoken en daar omgevingsfactoren als lichtinval, grondvochtigheid en temperatuur meet. Met de data die de pod verzamelt, genereert SGL een digitale weergave van de conditie van het veld. Dat helpt de terreinbeheerder bij bijvoorbeeld een voetbalclub om de grasmat gezond te houden.
Waar een enkel lichtapparaat vanaf 3.000 euro verkrijgbaar is en de prijzen van de uitgebreidste pakketten op kunnen lopen tot 2 miljoen euro, zijn de TurfPods een stuk toegankelijker voor clubs. Voor 49 euro per maand kun je de pods gebruiken om inzicht te krijgen in de staat van het grasveld. Zo kan een club onder andere de aanwezigheid van ziekmakende schimmels voorspellen. Voor het bestrijden van die schimmels biedt SGL weer een UVC-machine aan, een apparaat (à 45.000 euro) dat iets weg heeft van een schrobmachine en met ultravioletlicht het gras vrijmaakt van schimmels.
Waar eerst technologie van de horticultuur (de tuinbouw) werd toegepast bij sportvelden, gaat deze uitwisseling nu beide kanten op. SGL zette in 2021 een apart bedrijf, ALVA, op voor de ontwikkeling van zijn technologie. „ALVA is opgericht om ook buiten SGL zaken te doen met de sector horticultuur, om zo kennis binnen te halen”, vertelt Mark Trübenbacher (45), directeur van PlayGreen, het moederbedrijf dat is opgericht om SGL en ALVA te beheren.
Met datawetenschappers, werktuigbouwkundigen en agronomen (landbouwkundigen) kent het bedrijf een divers personeelsbestand. Wat veel mensen in het bedrijf bindt, is een voorliefde voor gras. „Als wij een sportwedstrijd kijken, kijken we eigenlijk vooral naar het gras”, vertelt Van Beusekom. „En elke zaterdag krijg ik wel WhatsApp-berichten van m’n vrienden over hoe slecht het gras bij een wedstrijd op tv was.” Volgens de directeur wordt bij de agronomen de sport zelfs bijna genegeerd. „Die ademen gras. Met hen moet je het niet over de sport hebben, want ze geven alleen om dat groene plantje.”
Licht en warmte
De koelcel waar de experimenten staan opgesteld, werd ooit gebruikt voor de opslag van de gesneden rozen van Porta Nova. Nu experimenteert SGL er volop met het laten groeien van gras. „Voel maar eens”, zegt Arjan Knottnerus, terwijl hij met zijn hand de vijf experimentele grasmatjes aait. „Die daar is net een blok beton, zo stevig is het gras.” Elk van de vijf zoden van het experiment heeft een andere hoeveelheid kweeklampen boven zich hangen, om te zien wat bij een bepaalde temperatuur de ideale hoeveelheid licht is voor grasgroei.
Het ‘blok beton’ achteraan heeft met vijf de meeste lampen boven zich hangen, terwijl de grasmat vooraan het met slechts één lamp moet doen. De middelste mat krijgt van drie lampen de hoeveelheid licht die gebruikelijk wordt gehanteerd door de systemen van SGL. „We zien dat de middelste het heel goed doet, maar dat als de temperatuur omhooggaat de achterste het juist goed doet”, legt Knottnerus uit. „Dat merk je aan de wortelontwikkeling en de stevigheid van de grasmat.”
Knottnerus (57) ondersteunt het onderzoek van de agronomen bij SGL, die zich nu vooral bezighouden met de LED-transitie. Waar HPS-lampen (high pressure sodium) lange tijd de standaard kweeklampen waren, verschuift dit nu naar LED-licht. LED-lampen geven van zichzelf geen warmte af, waardoor de mix van licht en warmte in een ruimte nog preciezer kan worden bepaald. Met infraroodlampen kan warmte toe worden gevoegd.
Buiten het kantoor ligt een netjes gemaaid grasveld. Khola Hayder (51), een van de acht agronomen die voor SGL werken, loopt net met de grasmaaier langs. „Hier buiten zijn we bezig met een experiment om te kijken welke mix van licht en warmte het efficiëntst werkt om gras te laten groeien, om zo de energierekening laag te houden”, legt Hayder uit. Daartoe wordt gekeken vanaf welke temperatuur de energieslurpende infraroodlichten het beste aan kunnen worden gezet in geval van kou. „Dat blijkt nu tussen tien en twaalf graden te zitten.”
Een ander experiment vindt in een donkere container plaats naast het veld. „Dit is een experiment met gras dat geheel binnen groeit, wat steeds meer opkomt”, legt Knottnerus uit. In een overdekt stadion kunnen nagenoeg alle omgevingsfactoren worden gecontroleerd om de optimale grasmat te faciliteren, zoals de hoeveelheid CO2 in de lucht. „Wij leveren bijvoorbeeld aan de Kingdom Arena in Saudi Arabië, daar komt helemaal geen daglicht bij het veld.”
Dure blessures
Met vijftig werknemers bij SGL en twintig bij ALVA draaide PlayGreen in 2023 35 miljoen euro omzet, tegenover 28 miljoen in 2022. SGL heeft naar eigen zeggen ruim 90 procent van het marktaandeel voor groeitechnologie in stadions in handen. Het bedrijf schat dat er wereldwijd 2.500 stadions zijn waar zijn technologie goed gebruikt kan worden.
Vooral in Noord-Amerika en Azië zijn er nog veel stadions zonder de installaties van SGL. „Bij de MLS, de hoogste Amerikaanse voetbalcompetitie, is het nu verplicht om kweeklampen te nemen als je een stadion bouwt”, legt Trübenbacher van PlayGreen uit. Daar komt bij dat veel Americanfootballclubs in de VS overstappen van kunstgras naar natuurlijk gras, zowel clubs uit de NFL (de hoogste divisie) als universiteitsclubs. Die universiteitsclubs zijn eveneens erg populair en hebben dan ook grote stadions. „Stadions waar honderdduizend bezoekers in kunnen. En die zitten elke week vol”, licht Trübenbacher toe.
Een ernstige blessure op kunstgras van NFL-legende Aaron Rodgers in 2023 leidde in de VS tot meer aandacht voor het belang van een goede ondergrond bij het sporten. „Eens in de zoveel tijd komt er in het nieuws dat een sporter met een grote loonstrook een blessure heeft opgelopen en dan is er weer meer aandacht voor natuurlijk gras”, beaamt Trübenbacher. Door de hoge loonstroken zijn zulke blessures kostbaar. Of de blessure SGL extra zaken oplevert? „Het is natuurlijk nooit fijn als iemand geblesseerd raakt, maar dit soort verhalen leveren aandacht op voor het belang van een goed speelveld”, antwoordt Van Beusekom diplomatiek.
Bruin Capital
Met de nieuwe Amerikaanse investeerder Bruin Capital denkt SGL de groeiambities waar te kunnen maken. Het fonds heeft veel ervaring met bedrijven die sport of entertainment met technologie combineren. „We hadden geen geld nodig, nog steeds niet”, vertelt Trübenbacher. „We wilden een slimme investeerder die ideeën meebrengt.” SGL ziet Bruin Capital dan ook meer als partner dan als investeerder.
„Als we echt hard gaan groeien, kunnen we daar Bruins hulp bij gebruiken”, licht Trübenbacher toe. „Want als management hebben wij nog geen ervaring met een bedrijf naar een dergelijk niveau brengen.” Hoe groot het aandeel van Bruin Capital in moedermaatschappij PlayGreen is en welke prijs hiervoor is betaald, is niet bekend. Dat wil het bedrijf ook niet kwijt. Wel staat vast dat het private-equityfonds de meerderheid van de aandelen in bezit heeft.
De samenwerking met het private-equityfonds is de komende jaren niet de enige reden dat SGL naar Noord-Amerika kijkt. Het WK voetbal wordt in 2026 gedeeld georganiseerd door Canada, de VS en Mexico en bij het multinationale evenement vormt het gras nogal een uitdaging. Vanwege de verschillende klimaatzones moet er namelijk op drie verschillende soorten gras worden gevoetbald. De FIFA deed onderzoek om het gras in de verschillende stadions zo uniform mogelijk te maken, waarbij groeitechnologie van SGL werd gebruikt. „Het ene gras is stugger dan het andere en dus speel je daar langzamer voetbal op”, legt Knottnerus uit. „De uitdaging is om de grassoorten zo veel mogelijk op elkaar te laten lijken.”