Grace Bumbry: zwarte zangeres overwon racisme en werd een ‘natuurkracht’ in de opera

Necrologie

Grace Bumbry (1937-2023) Ze wilde herinnerd worden als zangeres op wier stem geen label paste. Hoe Grace Bumbry uitgroeide van verlegen zwarte tiener tot extravagante diva.

Operazangeres Grace Bumbry tijdens een concert in New York (1982).
Operazangeres Grace Bumbry tijdens een concert in New York (1982).

Foto AP/Suzanne Vlamis

Het zal je maar gebeuren. Vierentwintig jaar is de Amerikaanse mezzo Grace Bumbry. Een jaar eerder heeft ze haar operadebuut gemaakt in Parijs. En nu, in de zomer van 1961, treedt ze als eerste zwarte zangeres op in het Wagner-walhalla Bayreuth. Dat wekt venijn op: neo-nazi’s bestempelen haar aanwezigheid als „culturele schande”. De vele racistische commentaren ontlokken regisseur Wieland Wagner de uitspraak: „Mijn grootvader schreef voor stemkleuren, niet voor huidskleuren.”

Eenmaal op het toneel zet Bumbry in Wagners Tannhäuser zo overtuigend haar Venus neer, dat het uitzinnige publiek haar meer dan veertig keer terug het podium op applaudisseert. Die ene avond reist haar naam als „Black Venus” de wereld over. Een paar maanden later nodigt de kersverse Amerikaanse first lady Jackie Kennedy de jonge operaster uit in het Witte Huis. A star is born.

Arbeidersgezin

Grace Bumbry (1937), die zondag op 86-jarige leeftijd overleed in haar woonplaats Wenen, werd geboren in een godsdienstig arbeidersgezin in de Amerikaanse stad St. Louis (Missouri), als jongste van drie kinderen. Haar vader, sjouwer bij goederentreinen, speelt thuis piano en Bumbry begint op haar zevende met lessen op dat instrument om haar moeder, een onderwijzeres, „te behagen”. Beide ouders en haar broers zingen in kerkkoren en omdat er bij menig repetitie niemand thuis is, gaat de kleine Grace mee. Haar talent blijft niet onopgemerkt: op haar elfde zingt ze in het koor van de Union Memorial Methodist Church.

Ze wint een zangwedstrijd voor tieners bij een lokaal radiostation. Een prijs die onder meer bestaat uit een beurs van 1.000 dollar voor het stedelijke Institute of Music. Maar dat laat geen zwarte studenten toe en biedt haar als compromis privélessen. Ze weigert. „Tot dan was ik me nooit waarlijk bewust van raciale verschillen”, zei Bumbry er later over. „Het stemde me gelukkig niet bitter. Ik ging sowieso liever naar het noorden.” Het schuldbewuste radiostation regelt een auditie bij een bekend nationaal talentenprogramma dat ze wint.

Enkele jaren later ontmoet Bumbry tijdens haar studie in Evanston (Illinois) de beroemde Duitse sopraan Lotte Lehmann, die Bumbry onder haar hoede zal nemen. „Ik heb een ster gevonden”, krabbelde Lehmann in een notitieblok dat Bumbry van haar zou erven. „Een natuurkracht. Wanneer ze zingt, is het alsof alles onder stroom staat.” Lehmann groeit uit tot haar belangrijkste leermeester, „the saving grace”, zegt Bumbry zelf. „Mijn moeder liet me de eerste keer geboren worden, madame Lehmann de tweede keer. Zij opende de wereld voor me.”

Sportauto’s en bontjassen

Lehmann reist met haar pupil eind jaren vijftig zes maanden door Europa, zodat de jonge Bumbry de operatradities in Londen, Wenen, Salzburg en Bayreuth kan opsnuiven. Na haar debuut in Parijs groeit de eens zo verlegen zwarte tiener uit tot een extravagante operadiva, dol op sportauto’s en bontjassen. Ze begint als mezzo, maar stapt in de jaren zeventig over op sopraanrollen. Ze hoopt dat mensen haar zullen herinneren als een zangeres die wist te ontsnappen aan de benauwende hokjesgeest van het stemvak. Ze zingt in die jaren zelfs beide vrouwenrollen in Tannhäuser, de verleidster Venus en de nog pure Elisabeth, omdat Bumbry vindt dat het gaat om twee kanten van één personage.

Wieland Wagner beschreef haar klank als een prachtig mengsel van het sensuele en subtiele. Het was ook een stem die door alles heen kon snijden, al had dat ook te maken met haar sterrollen, zoals de versmade en wraakzuchtige Salomé en de megalomane Lady Macbeth. Er kleefde iets verslavends aan zingen, vond ze. „Ik kan er ongelooflijk high van worden”, zei Bumbry. „Er gaat niets boven de menselijke stem, dus ik begrijp wel dat de oosters-orthodoxe kerk dat het enige instrument vindt dat waardig genoeg is om God te verheerlijken.”

https://www.youtube.com/watch?v=snhrEY4Msy0