Goden, sfinxen en álles van Toetanchamon: het nieuwe GEM in Egypte is wereldwijd grootste museum over één cultuur

Ruim vijfentwintig jaar nadat de Egyptische overheid besloot om het oude, overvolle Egyptische museum midden in Caïro niet te verbouwen, is het nieuwe archeologische museum dan toch open. Het Grand Egyptian Museum (GEM) ligt net buiten de hoofdstad in Giza, en is nu voor het grootste deel voor het publiek toegankelijk.

Als een groot langgerekt wezen strekt het GEM, het grootste museum ter wereld gewijd aan één enkele cultuur, zijn armen uit naar de bekende drie piramides van Giza in de verte. De honderden meters lange, steeds hoger oprijzende buitenkanten van dit gesloten, mysterieus ogende gebouw, lijken de toppen van de piramides bijna aan te raken.

Maar niet alleen door zijn vorm gaat het gebouw een intieme relatie aan met deze drie symbolen van het oude Egypte, ook in de detaillering zijn de verwijzingen naar deze monumenten overal zichtbaar.

Volgens Joris De Kinder, projectdirecteur bij de Belgische firma Besix die het museum naar een ontwerp van het Ierse architectenbureau Heneghan Peng heeft gebouwd, zullen de meeste bezoekers zich het vermoedelijk niet meteen realiseren: „Maar in het hele gebouw is het thema piramide tot in de details uitgewerkt. Zo zijn de buitenmuren opgebouwd uit elkaar afwisselende driehoeken van grijs en zwart natuursteen. En ook de diepe entree, gelegen aan een breed uitwaaierend plein met daarop een enorme obelisk, heeft de vorm van een driehoek.”

Die oriëntering op de piramides en de keuze voor de driehoek als basisvorm is het logische gevolg van een van de voorwaarden die de Egyptische regering bij het uitschrijven van de architectuurwedstrijd had gesteld. Het nieuwe gebouw moest namelijk een relatie aangaan met de piramides, hét symbool van het oude Egypte.

Al die driehoeken met verschillende maten bezorgden de bouwers nog wel de nodige kopzorgen, maar het resultaat is verbluffend. De firma Besix kreeg vorig jaar dan ook de FIDIC Contract User Award uitgereikt, een internationale prijs die jaarlijks wordt toegekend aan het best uitgevoerde ontwerp.

Muur met hiërogliefen in het GEM.
De Giza piramides gezien vanuit het GEM.

Foto’s Mohamed Hossam/ EPA

Farao’s

Om in de expositiezalen te komen moet de bezoeker eerst over een meer dan veertig meter brede trap omhoog naar de top van het gebouw. Op die trap staan tientallen enorme objecten opgesteld: beelden van farao’s (de meeste daarvan zijn meer dan manshoog), goden en godinnen en ook sfinxen en monumentale tempelfragmenten wisselen elkaar daarbij af. Bezoekers die slecht ter been zijn, kunnen gebruikmaken van een roltrap die aan de rechterkant van de trap is aangelegd. De trap, in alle omschrijvingen al de grand staircase genoemd, eindigt op een groot platform van waaraf de bezoeker een panoramisch uitzicht heeft op de piramides.

Vanaf de top van het gebouw, de derde etage, daalt de bezoeker dan vervolgens langzaam weer af. „Ze maken daarbij een historische reis van het begin van de faraonische geschiedenis tot aan het moment waarop Egypte werd ingelijfd in het Romeinse Rijk”, vertelt Yasmine Mohammed, conservator bij het nieuwe museum en medeverantwoordelijk voor de keuze van de meer dan twintigduizend objecten die het verhaal moeten vertellen.

Die objecten zijn voor een belangrijk deel afkomstig uit het oude museum op het Tahrirplein. Maar ze zijn ook afkomstig uit de talloze archeologische depots en lokale musea. Daar bleken soms onverwachte schatten te liggen: grote objecten zoals een borstbeeld van Senoeseret (een farao uit het Middenrijk). Maar ook kleinere voorwerpen zoals een fraai versierde doos met daarin tien dikke zware zilveren armbanden ingelegd met emaille en kostbare stenen. Yasmine Mohammed: „Die werden ruim twintig jaar geleden gevonden in een graf bij Abydos. Nu zijn ze, geheel gerestaureerd, voor het eerst te zien.”

Bezoekers bij de ingang van het Grand Egyptian Museum (GEM).
Foto Hasan Mroue/AFP

Of keramische offerschalen bedoeld om de overledene in het hiernamaals te voeden, gevonden in een graf bij Dendera. En zo zijn er talloze pareltjes te vinden in de nieuwe opstelling. Maar ondanks die enorme hoeveelheid prachtige objecten zijn niet alle topstukken overgebracht naar het GEM. Zo zijn de beroemde goudvondsten uit de koningsgraven van Tanis (een site in de delta) gewoon in het oude museum gebleven. Hetzelfde geldt voor het beroemde palet van koning Narmer (een van de eerste farao’s). Wat ook ontbreekt in het GEM zijn de koningsmummies: Ramses II, Thoetmosis III en vele anderen. Die zijn ondergebracht in een apart museum, het National Museum of Egyptian Civilisation (NMEC).

De keuze om sommige topstukken niet in de nieuwe opstelling mee te nemen, lijkt bij navraag vooral ingegeven door de belangen van de toeristenbranche. Veel van de toeristische infrastructuur, hotels, winkels en restaurants zijn van oudsher gevestigd rondom het Tahrirplein waar het oude museum staat. En nog niet zo lang geleden heeft dat plein zelfs nog een forse opknapbeurt gekregen, inclusief een grote parkeerplaats voor autobussen. Door toch sommige topstukken en een groot deel van alle niet-koninklijke mummies en mummiekisten in het oude museum achter te laten, hoopt men dat toeristen naast het nieuwe museum ook een bezoek blijven brengen aan het oude museum.

Eenzelfde gedachte ligt ten grondslag achter de ontwikkeling van het NMEC, dat is gebouwd tussen de middeleeuwse stad en de oude koptische wijk. Een gebied dat volgens de directeur van het GEM Ahmed Goneim absoluut gebaat is bij deze bijzondere toevoeging aan de toeristische infrastructuur.

Beelden in het GEM.

Foto’s Khaled Desouki/AFP

Toetanchamon

Wel integraal te zien in het GEM zal de grafinventaris van Toetanchamon zijn. Yasmine Mohammed: „Conform de belofte van de regering, gedaan bij de bouwstart, zal alles wat in het graf van Toetanchamon is aangetroffen, ruim 6.000 voorwerpen, voortaan in dit nieuwe museum te zien zijn.” De voorwerpen uit het graf van Toetanchamon staan in een aparte enorme galerij; een ruimte die de gehele rechterzijde van het gebouw in beslag neemt.

Dat deel van het museum (‘Toetanchamon-galerij’) is tot aan de officiële opening van het nieuwe museum door president Sisi op 3 juli 2025 nog hermetisch gesloten. Alles wat niet met Toetanchamon te maken heeft, is behalve chronologisch (van boven naar beneden) ook thematisch ingedeeld. Zo kan de bezoeker kiezen uit drie thema-routes: maatschappij, koningschap en geloof. Maar die thematische routes volgen, blijkt in de praktijk lastig. De objecten lijken soms gegroepeerd naar genre, soms ook weer niet.

En belangrijke stukken uit de Amarna-periode zijn, zonder dat duidelijk wordt waarom, verbannen naar de achterkant van de ruimte. Daarbij is de benodigde informatie om deze belangrijke periode van de geschiedenis te begrijpen, wel heel erg mager. En dat is op meer plekken het geval. Zo ontbreekt vaak de archeologische context waarin objecten zijn gevonden. Computeranimaties geprojecteerd op muren en schermen vangen dat probleem slechts gedeeltelijk op.

De conclusie is dat het Grand Egyptian Museum een magistraal gebouw is, gevuld met een overweldigend aantal schitterende objecten. Maar iets meer aandacht voor context of duiding en een helderder bewegwijzering zouden welkom zijn geweest.

Foto Mohamed Hossam/EPA