Glimsteen

Marcel van Roosmalen

Ik moest naar het dorpshuis in Schipborg, waar een cohort Schipborgers me later op de avond anderhalf uur stroef zat aan te staren tijdens een spreekbeurt over de reportage, een journalistiek genre waar ze verder niet opgewonden van raken. Toen ik om vingers vroeg gaven er een stuk of vijf toe wel eens een reportage in een krant of tijdschrift te hebben gelezen, maar ze taalden niet naar meer. Naar mijn boeken ook niet trouwens. Wat deden ze in het dorpshuis? Waarom wilden ze mij zien of horen?

„Bekend van tv, toch?”, zei er een met de handen in zakken na afloop. „Nou, breng het dan maar.”

Op de zinloze weg ernaartoe, dwars door het oneindig lijkende laagland viel op hoeveel boeren de vlaggen inmiddels weer normaal hadden opgehangen, dus met rood boven en daaronder wit en blauw. Ik stelde me daar iets romantisch bij voor. Een boer en een boerin met daarachter een sliert boertjes en een hond en een biggetje die voor dag en dauw – boeren werken ’s morgens het hardst – al het textiel vlag voor vlag omkeerden. Een mandje met wasknijpers in de hand.

Ze waren gehoord door het volk, ze waren niet meer boos op de rest van het land, ze verkeren schijnbaar in de veronderstelling dat de stikstofcrisis is opgelost en dat ze nu weer door kunnen met boeren, een verzamelnaam voor uitstoten, slachten en op en rond het erf hangen. Mooi dat ze hun dankbaarheid naar automobilisten communiceren: ‘Geef ons onze zin en we doen weer normaal.’

Blij zijn met niets, ik vind het jaloersmakend. Ik zou willen dat ik er ook eens last van had. Je wilt je leven lang profvoetballer worden en krijgt van je vader een shirt van FC Emmen of SC Heerenveen en daarna denk je even dat je ook daadwerkelijk in de eredivisie mee kunt komen. Daarna komt de teleurstelling en ten slotte de berusting dat iedere bal van je voet blijft spingen. Ondanks je shirt.

Caroline van der Plas is geen visionair, maar een handelaar in illusies. Aan de voorkant word je genaaid door ForFarmers, waarna je ook nog eens door Caroline in de rug wordt gestoken. Je kende haar van tv en dacht: nou breng het dan maar.

Wat blijft is de jaloezie op de mens die zich na weer een aangekondigde teleurstelling opraapt en blij wordt van de volgende die aanbelt, zijn hand openvouwt en een stuk glimsteen toont. Ik snak naar een boer die dat opschrijft.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.