Gitaarmartelaar Thurston Moore: ‘Sonic Youth klonk zoals de chaos van New York’

Thurston Moore tijdens het concert in OCCII.


Foto Andreas Terlaak

Interview

Thurston Moore, zanger-gitarist Noise-pionier Thurston Moore hield een driedaagse in de Amsterdamse concertzaal OCCII. De oprichter van de legendarische band Sonic Youth blikt terug op de punkscene in de jaren tachtig: „We waren in shock.”

Nee, het was geen vliegtuig. Maar toch klonk het drie dagen lang alsof er aan de Amsterdamse Amstelveenseweg een Boeing opsteeg. En weer daalde. Of neerstortte.

Vorig weekend resideerde Thurston Moore in het stijf uitverkochte linkse bolwerk OCCII. Voor wie niet dagelijks op de barricade staat om de kapitalistische monocultuur omver te beuken, is er OCCII (voluit: het Onafhankelijk Cultureel Centrum In It), een in de kraakbeweging gewortelde concertzaal met de bijpassende slogan: „Celebrating underground music & keeping Amsterdam weird since 1992.”

En voor wie niet dagelijks naar de avant-gardenoise luistert die een belangrijk deel van de rockgeschiedenis heeft vormgegeven: Thurston Moore is zanger, gitarist en oprichter van het legendarische New Yorkse viertal Sonic Youth.

Gitaarmartelaars werden ze genoemd, toen ze in 1981 met drilboren en schroevendraaiers hun instrumenten te lijf gingen en hun vol opengedraaide versterkers dissonante distortion en fluitende feedback lieten uitbraken. Maar gaandeweg groeide het anarchistische en experimentele collectief uit tot een bepalende kracht die ontelbare bands beïnvloedde, mee op sleeptouw nam en vanuit de ondergrond liet opborrelen in de mainstream. Het bekendste voorbeeld: Nirvana.

OCCII is een plek van gewetensvolle mensen die opkomen voor rechtenlozen en zwakkeren uit de samenleving

Samen met medeoprichter, bassist en echtgenoot Kim Gordon vormde Moore sinds de jaren tachtig een ultracool rockkoppel. Opeens leek er gerechtigheid te bestaan in het universum: eigenzinnige muzikanten die precies deden waar ze zelf zin in hadden en met ongrijpbare herrie succes oogstten, bleken ook nog eens in staat te zijn om in een wereld van seks, drugs en rock-’n-roll het boegbeeld van eeuwige liefde te zijn. Amen!

Helaas, in 2011 spatte het sprookje uit elkaar toen Kim Gordon ontdekte dat haar partner Moore vreemdging. In haar memoires Girl in a Band (2015) (die van Moore verschijnt in oktober onder de titel Sonic Life) schreef Gordon hoe ze zich tijdens het laatste optreden van de band waarvan ze wist dat die uit elkaar zou vallen „eenzamer dan ooit” voelde. „Dit was gewoon het zoveelste cliché van mislukte relaties op middelbare leeftijd – een mannelijke midlifecrisis, een andere vrouw, een dubbelleven.”

Sinds de ontmanteling van Sonic Youth storten Moore, Gordon, gitarist Lee Ranaldo en drummer Steve Shelley zich noodgedwongen op solo-projecten.

Thurston Moore tijdens het concert in OCCII.

Foto Andreas Terlaak

Oude bekenden

Zijn Amsterdamse driedaagse is voor Moore een warm weerzien met oude bekenden. Jubelend valt hij in de armen van Terrie Hessels, gitarist van de Nederlandse punkband The Ex. De vriendschap gaat terug tot de begindagen, toen Sonic Youth en The Ex samen toerden en platen maakten. Hessels: „De eerste keer dat ze naar Europa kwamen, sliepen ze bij ons op de bank.”

’s Middags zit Moore (64) op een rood bankstel in een lege en ijskoude kamer op de bovenverdieping van OCCII. Beneden galmt de soundcheck van zijn bandleden, uit de nabijgelegen keuken walmen de dampen van de veganistische maaltijd die voor iedereen wordt bereid. Hij kijkt grijzend om zich heen. „Ik doe eigenlijk nog steeds hetzelfde als vroeger.”

Sinds de breuk van Sonic Youth heb je hier al meerdere malen gespeeld met de Thurston Moore Group. Waarom?

„Het is een van de beste clubs van Europa, een van de eerste die ik benader als ik op tournee ga. Het is een plek van gewetensvolle mensen die opkomen voor rechtenlozen en andere zwakkeren uit de samenleving. Daar wil ik me graag mee associëren. En oké, de zaal is vrij klein (er passen 250 bezoekers, red.), maar als het snel uitverkoopt, doe ik gewoon meer shows.”

Zijn er soortgelijke plekken die je muzikaal hebben gevormd?

„Zeker. Meteen vanaf het moment dat we onszelf Sonic Youth noemden – eerst heetten we Male Bonding, Red Milk en Arcadians – zijn we op tour gegaan, samen met noiseband Swans, die elkaar onderweg soms aanvlogen. We kenden iemand met een busje, en stapelden alles en iedereen erin en scheurden langs al die kleine steden, waar we voor een paar dollar in lege zalen speelden en daarna boven op elkaar sliepen. New Yorkse bands deden dat toen niet echt, want het was behoorlijk bruut. Maar we waren er jong genoeg voor, niemand klaagde.

„En in New York hadden we natuurlijk de legendarische clubs CBGB’s en Max’s Kansas City. Toen ik nog in Bethel woonde, een klein plaatsje in Connecticut, ben ik met een vriend tijdens schooltijd in mijn Volkswagen Kever gestapt en naar New York gereden. We werden in Max’s volkomen weggeblazen door Suicide en The Cramps. Suicide-zanger Alan Vega liep over de tafels, wurgde toeschouwers met zijn microfoonsnoer en schreeuwde vervolgens in hun gezichten. We waren in shock.

„Vanaf dat moment gingen we vaker op expeditie. De eerste keer in CBGB’s zagen we Blondie. Omdat we blut waren, heeft Joey Ramone ons binnen gesneakt. Toen ik er een paar jaar later voor het eerst mocht optreden met mijn band the Coachmen stond onze latere gitarist Lee Ranaldo in het publiek. Zonder CBGB’s had ik hem misschien wel nooit ontmoet.”

Toch zou Sonic Youth compleet anders klinken dan de toenmalige punk- en new/no wave-bands.

„Maar alles was toen nieuw en revolutionair. Dat gold niet alleen voor bijvoorbeeld Talking Heads, maar net zo goed voor de Ramones. Tom Verlaine van Television vertelde mij ooit dat Dee Dee Ramone nog auditie voor zijn band heeft gedaan. Die kon dus heus wel meer dan alleen maar de domme jongen uithangen.

„Ons geluid was een verwijzing naar het lawaai van ons landschap. Zo klonk New York aan het begin van de jaren tachtig, als georganiseerde chaos. Dat we daarmee uiteindelijk zo veel anderen beïnvloed hebben, verbaast mij soms ook nog. Laatst kreeg ik zelfs van een blackmetalband te horen hoeveel ze te danken hadden aan ons album Daydream Nation (1988). Dat had ik niet meteen zien aankomen.”

Komt er een reünie?

„Niemand heeft ooit gezegd: dit is het einde. Het is dus een soort pauze. En er bestaat ook geen vijandigheid meer: we praten allemaal met elkaar. Maar iedereen heeft zijn eigen leven en is bezig met andere dingen. Ik ben hertrouwd en verhuisd naar Londen. Kim woont in Los Angeles en heeft een relatie. Lee en Steve spelen veel.”

Maar bestaat er een kans?

„Ik snap dat het een enorme aankondiging zou zijn, maar ik weet nog niet precies hoe ik erover denk. Ik ben geen groot fan van nostalgie en heb niet het gevoel dat het echt moet gebeuren. Maar ik begrijp wel hoe het zou kunnen zijn.”

Namelijk?

„Het zou erg leuk zijn. Als het gebeurt, gebeurt het.”

https://www.youtube.com/watch?v=COM30dMHBVI

Lees ook het interview met altvioliste Nobuko Imai: ‘Het moment dat ik mijn altviool laat vallen, is op hetzelfde moment dat ik doodga’