Vermeende leden van terreurgroep Islamitische Staat hebben korte tijd twee gevangenisbewaarders gegijzeld in de zuid-Russische regio Rostov. Zondag is de gijzeling met geweld beëindigd door Russische speciale eenheden, waarbij zeker twee gijzelnemers zijn gedood. De gevangenisbewaarders hebben de bevrijdingsactie overleefd, zo meldden internationale persbureaus AFP en Reuters zondag op gezag van Russische autoriteiten en media.
Zondagochtend werd bekend dat zes gevangenen de tralies van hun cel hadden doorgebroken, waarna ze een kantoor van gevangenismedewerkers waren binnengedrongen. Vervolgens zouden ze twee gevangenisbewaarders hebben gegijzeld. Enkele gijzelnemers waren volgens Russische autoriteiten gelieerd aan Islamitische Staat. Russische staatsmedia meldden dat enkelen al waren veroordeeld voor terreurvergrijpen. De gevangenen eisten hun onmiddellijke vrijlating, vrije doortocht en een auto.
Aanslag in maart
Zondagochtend meldden de Russische gevangenisautoriteiten dat er onderhandelingen gaande waren met de gijzelnemers. In de loop van de ochtend berichtten Russische media over explosies bij het cellencomplex in Rostov. Speciale eenheden hadden het complex bestormd.
Het is onduidelijk of de vermeende IS-leden te maken hadden met de aanslag in maart op de concertzaal in Moskou. Daarbij kwamen zeker 144 mensen om het leven en vielen meer dan 550 gewonden.
Islamitische Staat-Khorasan, de Afghaanse tak van de terreurbeweging, eiste in de verantwoordelijkheid voor deze aanslag op. Naar aanleiding van deze aanslag zijn meer dan twintig mensen gearresteerd. Zij zijn volgens persbureau AFP allen afkomstig uit Tajikistan, een ex-Sovjetrepubliek die grenst aan Afghanistan.
Vier maanden lang hadden de hulporganisaties moeten wachten op een gesprek met premier Schoof en minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) over Gaza. Dat was volgens Oxfam Novib-directeur Michiel Servaes al „symbolisch voor het gebrek aan urgentie binnen deze regering”. Maar door de uitkomst van het gesprek zelf, maandagochtend op het Catshuis, is Servaes „diep geschokt”. „De premier zei letterlijk dat er geen rode lijn of omslagpunt is waardoor Nederland zijn koers richting Israël zal verleggen.”
De directeuren van Oxfam Novib, Artsen zonder Grenzen, Amnesty International, Pax en Save the Children somden het maandag op hun persconferentie nog maar eens op. Bij de oorlog in Gaza vielen afgelopen anderhalf jaar meer dan vijftigduizend doden, in grote meerderheid burgers en veel kinderen. Ook werden al meer dan duizend hulpverleners gedood, zei Karel Hendriks van Artsen zonder Grenzen. „Geen enkel ziekenhuis in Gaza functioneert nog volledig.”
Als je mensenrechten als een menu à la carte behandelt, ondermijn je ze
Afgelopen dagen ontstond wereldwijd ophef over een Israëlische aanval op ambulances in Gaza, op 23 maart. Daarbij kwamen vijftien Palestijnse hulpverleners om het leven. Minister Veldkamp veroordeelde de aanval, maar blijft erbij, zo zei hij zondag in tv-programma Buitenhof, dat diplomatiek contact met de Israëlische regering de beste benadering is.
Ten onrechte, zei Amnesty-directeur Dagmar Oudshoorn. „Na vijftigduizend doden kunnen we voorzichtig concluderen dat de huidige diplomatieke strategie van het kabinet niet werkt.”
Ierland
In een verklaring op X schreef Schoof maandag dat het kabinet „niet doof is voor de kritiek” en dat Nederland „voortdurend [afweegt] welke stappen het beste gezet kunnen worden en op welke wijze we het meest bereiken”. Zijn woordvoerder laat weten dat de hulporganisaties de opmerkingen van de premier over een rode lijn of omslagpunt verkeerd hebben geïnterpreteerd: „Het is niet zo dat voor Nederland nooit een grens bereikt kan zijn. Maar op basis van ontwikkelingen maken we telkens een afweging over hoe we de situatie op de grond in Gaza het beste kunnen verbeteren.”
Daarbij blijft het kabinet kiezen voor een strategie van Israël diplomatiek aanspreken. Veldkamp herhaalde dat zondag bij Buitenhof: druk uitoefenen doet Nederland vooral achter de schermen, om de diplomatieke kanalen open te houden. Hij noemde landen als Ierland, die zich publiekelijk zeer kritisch uitlaten over Israël, als voorbeelden van hoe invloed juist wordt verspeeld.
Oudshoorn van Amnesty noemt het „onverstandig om te denken dat je alles achter gesloten deuren oplost”. En ze ziet een dubbele standaard bij de Nederlandse regering, die wel openlijk kritiek heeft op bijvoorbeeld Rusland, Syrië en Myanmar over oorlogsmisdaden of mensenrechten. „Als je mensenrechten als een menu à la carte behandelt, ondermijn je ze”, aldus Oudshoorn.
Lees ook
Nederland moet Israël veel openlijker veroordelen na de zoveelste schending van het oorlogsrecht
‘Klein bier’
De hulporganisaties vinden dat Nederland, als gastland van zowel het Internationaal Strafhof als het Internationaal Gerechtshof, een voorbeeldfunctie heeft – maar daar niet aan voldoet. Hendriks van Artsen zonder Grenzen: „Nederland noemt zich een voorvechter van het internationaal recht, maar laat dat nu onvoldoende zien.” Hij vindt dat Veldkamp en ook premier Schoof zich te snel tevreden tonen als Israël op sommige momenten bijvoorbeeld iets meer hulp toestaat in Gaza. „Onze premier mag best groter denken,” zei Hendriks. „Hij zet in op diplomatieke winstjes, maar het is vaak klein bier. Nederland maakt zich hiermee kleiner dan nodig is.”
De organisaties willen in plaats daarvan een „fundamentele koerswijziging”. Zo zou Nederland zich veel scherper en duidelijker moeten uitspreken over Israëlische schendingen van het internationaal recht en de bezetting van Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Ook zou het de militaire samenwerking met Israël, inclusief de aankoop en verkoop van wapens, moeten stopzetten.
In dit kader telde maandag één lichtpuntje, zei Pax-directeur Rolien Sasse tijdens de persconferentie. In een Kamerbrief maakte het kabinet bekend dat de door- en uitvoer van alle militaire goederen naar Israël voortaan worden gecontroleerd. Tot nu toe gold een algemene vergunning voor export naar landen die niet gelden als risicovol of controversieel, maar Israël staat vanaf nu niet meer op die lijst. Een jaar geleden werd de Nederlandse regering teruggefloten door de rechter vanwege de export van F-35-onderdelen, omdat hiermee de kans bestond dat Nederland bijdraagt aan oorlogsmisdaden in Gaza.
Lees ook
Nederland blijft Israël F-35-onderdelen leveren ondanks waarschuwing schending oorlogsrecht
Universiteiten en kennisinstellingen moeten zelf miljoenen euro’s meebetalen aan de screening van masterstudenten en wetenschappers die ‘gevoelige’ technologie gaan onderzoeken. Om kennislekkage te voorkomen gaat de overheid mensen doorlichten die in Nederland aan chiptechniek, kunstmatige intelligentie (AI), cybersecurity, biotechnologie of quantumcomputers willen werken.
Screenen is een zaak van nationale veiligheid, vindt het Rijk. De overheid reserveert zelf 15,3 miljoen euro per jaar voor antecedentenonderzoeken, de universiteiten en kennisinstellingen moeten zelf nog eens 8,1 miljoen euro per jaar meebetalen. Naar schatting investeren de instituten eenmalig 32 miljoen euro om hun afdelingen beter te beveiligen, blijkt uit een eerste raming van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) heeft geen geld om de kosten te compenseren, vertelde hij maandag tijdens een toelichting in Den Haag. De universiteiten en hogescholen moeten zwaar bezuinigen; tot 2028 gaat het om 1,2 miljard euro.
Volgens het conceptwetsvoorstel, dat maandag werd gepubliceerd, krijgen jaarlijks ongeveer achtduizend mensen een screening. De screeningswet, resultaat van jarenlang overleg tussen ministeries en de veiligheidsdiensten, moet voorkomen dat hoogwaardige kennis naar landen als China, Rusland of Iran verdwijnt. Die landen proberen in Nederland inlichtingen te vergaren door voormalige landgenoten onder druk te zetten, of hun familieleden.
Lees ook
Wie zegt er straks ‘nee’ tegen een Chinese onderzoeker?
Veel kennisinstellingen weren nu al Chinese studenten met een onderwijsbeurs. De screeningswet mag echter niet discrimineren op nationaliteit. Een Chinees of Russisch paspoort is dus geen ‘rode vlag’. Het is slechts „één van de vlaggetjes” in de risico-analyse, aldus Bruins.
De controles worden een taak voor Justis, een onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid dat nu al verklaringen omtrent het gedrag afgeeft (vog). Het is niet zeker of Justis in staat is die taak op zich te nemen, dat moet een uitvoeringstoets later dit jaar gaan bepalen. Een plan ‘B’ is er echter niet.
Onderzoeken naar studenten en wetenschappers moeten binnen vier weken afgerond zijn
Afschrikwekkende werking
De onderzoeken moeten binnen vier weken afgerond worden. Voor de meer diepgravende onderzoeken kan het nodig zijn de aanvrager zelf te interviewen of de inlichtingen- en veiligheidsdiensten als een extra hulplijn in te zetten. Deze uitgebreidere screenings moeten binnen twee maanden afgerond zijn, is het streven.
De academische wereld is huiverig om wetenschappelijk talent af te schrikken met strenge eisen voor een te groot aantal onderzoeksterreinen. Het wetsvoorstel beschrijft 21 verschillende categorieën, van geavanceerde computersystemen tot simulatietechnologie.
De kennisinstituten gaan zelf bepalen bij welke deelprojecten het daadwerkelijk om hoog-sensitieve techniek gaat. Alleen voor die specifieke onderzoeksterreinen is screening verplicht. OCW denkt dat er in eerste instantie 640 onderzoeksprojecten en -programma’s voor screening in aanmerking zullen komen, verdeeld over 37 kennisinstellingen.
Welke dat zijn, is niet bekend. Maar het ligt voor de hand dat er voor onderzoek voor defensie en inlichtingendiensten een screeningsplicht geldt. Een andere graadmeter is de mate waarin een technologie ‘klaar voor de markt’ is, hoewel de wet niet uitsluit dat er ook risico’s verbonden zijn aan fundamenteel onderzoek.
Nog een afweging: als de onderzochte technologie een ‘vitaal proces’ betreft, kan er ook een screeningsplicht gelden. De conceptwet noemt als voorbeeld het gps-signaal. Als navigatiesatellieten verstoord worden, levert dat gevaren op voor de luchtvaart en het wegverkeer.
Het wetsvoorstel ligt drie maanden ter consultatie. De verwachting is dat de wet aan het einde van het jaar naar de Raad van State gestuurd kan worden, en in de zomer van 2027 ingevoerd kan worden. „Mits uitvoerbaar”, benadrukt OCW.
Twee ministers, een wethouder en de voorzitter van de Eerste Kamer staan in een uitgegraven kelder met de projectleider van de Binnenhofverbouwing. Ze dragen elk een witte bouwhelm, beschermende schoenen en witte hesjes. Eén verdieping hoger staan de journalisten, met zicht op het uitgegraven gat.
Het Binnenhof wordt sinds 2021 gerenoveerd, en dat gaat gepaard met archeologisch onderzoek. Archeologen van de gemeente Den Haag hebben vondsten gedaan die nieuws vertellen over de eerste bouwgeschiedenis van bijna achthonderd jaar geleden. Maandagmiddag zijn de bevindingen gepresenteerd.
Uit opgegraven fundamenten en bodemvondsten blijkt dat het Binnenhof in de dertiende eeuw grootser was dan tot nu gedacht, het hof had ‘koninklijke architectuur’, er was de ambitie er een ‘keizerlijk paleis’ van te maken.
„Hier zat een vloer boven”, gebaart minister Keijzer vanuit het gat, met een hand boven haar hoofd. Mona Keijzer is als minister voor Volkshuisvesting verantwoordelijk voor het Rijksvastgoedbedrijf, en de verbouwing van het Binnenhof. „Die vloer moesten jullie weghalen, jullie troffen zand aan. En toen zijn jullie dat zand weg gaan halen”, helpt ze de projectleider op weg.
Juist de plaatsing van de stortkokers komt overeen met hoe dat in keizerlijke paleizen gebeurde
De muren die zijn blootgelegd „zijn de eerste muren van het prille begin van het Binnenhof”, legt projectleider Peter van Leeuwen uit. In die beginfase in de dertiende eeuw is de basis gelegd voor de structuur van het huidige Binnenhof. In de kelder waar de ministers staan kwamen stortkokers uit. Mensen moesten hun behoefte doen, legt Van Leeuwen uit, óók in de dertiende eeuw. „En daar staan wij nou in”, vult Keijzer aan.
‘Keizerlijk paleis’
Die middeleeuwse toiletinstallatie leverde waardevolle informatie op voor bouwhistoricus Hein Hundertmark, aangewezen door het Rijksvastgoedbedrijf om onderzoek te doen. Hij kan maandag de nieuwe analyse brengen dat het Binnenhof al in de dertiende eeuw veel grootser was dan een grafelijke residentie: het was een haast „keizerlijk paleis”.
Bij de verbouwing zijn archeologische vondsten gedaan uit de dertiende eeuw. Foto Remko de Waal
Juist de plaatsing van de stortkokers komt overeen met hoe dat in keizerlijke paleizen gebeurde. Dat is niet de enige ontdekking. Het ‘keizerlijke’ zit ook in een poort die is ontdekt, een voorganger van de Stadhouderspoort die nu nog toegang tot het Binnenhof biedt. En in de architectuurstijl, die verwant is aan de paleizen van keizer Frederik I ‘Barbarossa’ (1122-1190). Vergeleken met grafelijke residenties uit de dertiende eeuw steekt dit complex er „met kop en schouders bovenuit”, aldus de bouwhistoricus.
Bewoner graaf Willem II (1227-1257) had dan ook iets hogers voor ogen, vertelt Hundertmark. Na zijn verkiezing tot Rooms-koning liet hij op het Binnenhof het Rolgebouw bouwen, zijn woonpaleis. Voor dat gebouw liet Willem II, die de ambitie had keizer te worden, zich inspireren door keizerlijke paleizen. Het Rolgebouw ziet er keizerlijk uit, maar mag zo niet genoemd worden volgens Hundertmark: de man stierf voor hij keizer werd.
Koningszalen
Zijn opvolger, graaf Floris V, bouwde voort op zijn vaders streven naar een groots Binnenhof. Tegen het Rolgebouw aan liet hij de Ridderzaal bouwen, waarmee hij volgens Hundertmark een voorbeeld nam aan de „grote koningen in Engeland en Frankrijk, die grote koningszalen hadden”. Hij verving het eerste poortgebouw dat Willem II had geplaatst met een nieuw poortgebouw, geflankeerd door een muur en een smalle aanbouw. Die nieuwbouw sloot, zo denkt het Rijksvastgoedbedrijf, beter aan op de grandeur van de Ridderzaal, dat toen een van de grootste zaalgebouwen in Europa was. Zowel de vader als zijn zoon bouwde nét een tree verder dan hun positie, concludeert Hundertmark: „Koninklijke architectuur door een graaf gebouwd, en keizerlijke architectuur door een koning gebouwd.”
Bij de presentatie op maandag vraagt minister Keijzer of er nog meer ontdekkingen worden verwacht. „We hadden eigenlijk gehoopt van niet”, zegt Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn, zacht, maar hard genoeg. Grote kans van wel.
De meeste gebruikers van het Binnenhof, waaronder de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, verhuisden vanwege de renovatie in 2021 naar tijdelijke onderkomens. In 2024 zijn de laatste ambtenaren er vertrokken. De verbouwing zou aanvankelijk vijf jaar duren, maar dat bleek onhaalbaar. Een nieuwe deadline, 2028, zal ook gepasseerd worden. Ook de kosten vallen hoger uit: die worden op twee miljard geschat, waar eerst een half miljard werd verwacht.