„We zullen Amerikaanse astronauten lanceren om de Stars and Stripes op de planeet Mars te planten”, zei president Donald Trump maandag tijdens zijn inauguratietoespraak. Zijn campagne en presidentschap zijn innig verweven met het geld en de mediamacht van ruimtevaartpionier en miljardair Elon Musk, die zijn droom om Mars te koloniseren al decennialang verkondigt. Is dat mogelijk?
Trumps aankondiging doet denken aan de beroemde belofte van president John Kennedy in 1961 om astronauten naar de maan te sturen ‘voordat het decennium om is’, maar Trump stelde geen deadline. Het einde van zijn tweede en laatste ambtstermijn, begin 2029, zou hoe dan ook te vroeg zijn. Zelfs de optimistische Musk heeft 2029 als allervroegst mogelijke Mars-landingsdatum genoemd.
Dat heeft als eerste een natuurkundige reden. Het ‘lanceervenster’ van de aarde naar Mars is maar eens in de twee jaar en twee maanden open. Alleen dan is de stand van de beide planeten ten opzichte van elkaar gunstig voor een minimale reisafstand, al is de reistijd nog altijd zo’n negen maanden. Het volgende venster opent in 2026, en dan zouden eerst voorraden en apparatuur naar Mars verscheept worden. Pas in 2028 op zijn vroegst kunnen Musks Mars-reizigers vertrekken, die dan in 2029 zouden arriveren.
Testvlucht
Toch is Musks ruimtevaartbedrijf SpaceX al aardig op streek met de eerste etappe. Op 16 januari voerde de gigantische 121 meter hoge Starship-raket zijn zevende testvlucht uit, die half slaagde: de eerste rakettrap, die de raket op gang bracht, werd na gebruik opgevangen, klaar voor hergebruik. De tweede trap, die na een baantje om de aarde rechtstandig had moeten landen, explodeerde kort na de lancering.
In eerdere testvluchten lukte het landen van die tweede Starship-trap soms wel, maar dat zal op Mars met zekerheid moeten lukken, op miljoenen kilometers van de aarde waar radiosignalen 20 minuten over reizen, in een andere, ijle atmosfeer.
Daarvóór zou de tweede Starship-trap overigens kort na de lancering nog bij moeten tanken om de reis naar Mars vol te kunnen maken, een manoeuvre die nog niet vertoond en getest is. Ook het weer opstijgen vanaf Mars voor de terugreis is nog een onzekere factor. En dat zijn alleen nog maar de raket-technische vraagstukken.
Giftige grond
Onderweg staan astronauten maanden bloot aan kankerverwekkende kosmische straling, en eenmaal aangekomen wordt dat nauwelijks minder, tenzij ze zich zouden ingraven onder een laag beschermende Mars-grond. De atmosfeer van Mars is honderd keer zo ijl als die van de aarde, en het vriest er meestal tientallen graden, dus zijn speciale ruimtepakken nodig.
De bewoners zullen voedsel moeten kweken in giftige Mars-grond, onder een zwakke zon. Maar het grootste vraagstuk is het tanken voor de terugreis. Starship verbrandt vloeibaar zuurstof en methaan, het hoofdbestanddeel van aardgas. Die combinatie is relatief nieuw, en gekozen omdat je het in theorie kunt maken met plaatselijke ingrediënten.
„Ja, in theorie kan dat”, zegt Marc Heemskerk, die aan de Technische Universiteit van Tallinn promoveert op het maken van zonnecellen uit gesteente van de maan. „Je kunt met een chemisch proces methaan en zuurstof maken uit CO2 uit de atmosfeer, en waterstof. Het waterstof zul je weer met elektrolyse uit waterijs moeten halen, dat je kunt vinden bij de noord- en zuidpool van Mars.”
‘Falen is geen optie’ hoort bij het standaardvocabulaire van de ruimtevaart, maar ook de termen ‘uitstel’, ‘afstel’ en ‘in de praktijk viel het toch tegen’
Maar let vooral op dat ‘in theorie’, voegt hij toe. „Er zijn kleinschalige experimenten geweest, maar je zult dit echt op industriële schaal moeten doen. En dan moet je de stoffen nog zuiveren, afkoelen, onder druk brengen en bewaren.” Ook kost het enorme hoeveelheden energie. „Je zult echt extreem veel zonnepanelen mee moeten nemen.”
‘Falen is geen optie’ hoort bij het standaardvocabulaire van de ruimtevaart, maar ook de termen ‘uitstel’, ‘afstel’ en ‘in de praktijk viel het toch tegen’, zelfs voor Musk.
Expansiedrift
En dan is er nog de wet. Trump sprak in zijn rede van het „vervolgen van ons ‘Manifest Destiny’ tot in de sterren”, doelend op de negentiende-eeuwse expansiedrift van de VS. Ook Musk heeft het altijd heel duidelijk over het koloniseren van Mars, iets dat in strijd is met het Ruimteverdrag, dat gebiedsaanspraken verbiedt.
Al denkt Musk – optimistisch als altijd – daar al iets op gevonden te hebben: gebruiksvoorwaarden van zijn Starlink-terminals vermelden dat de gebruiker erkent dat Mars „een vrije planeet is, waar geen aardse regering zeggenschap over heeft.”
Lees ook
Agitator Elon Musk voorziet radicaal-rechts in Europa van een modern tintje
„We zullen Amerikaanse astronauten lanceren om de Stars and Stripes op de planeet Mars te planten”, zei president Donald Trump maandag tijdens zijn inauguratietoespraak. Zijn campagne en presidentschap zijn innig verweven met het geld en de mediamacht van ruimtevaartpionier en miljardair Elon Musk, die zijn droom om Mars te koloniseren al decennialang verkondigt. Is dat mogelijk?
Trumps aankondiging doet denken aan de beroemde belofte van president John Kennedy in 1961 om astronauten naar de maan te sturen ‘voordat het decennium om is’, maar Trump stelde geen deadline. Het einde van zijn tweede en laatste ambtstermijn, begin 2029, zou hoe dan ook te vroeg zijn. Zelfs de optimistische Musk heeft 2029 als allervroegst mogelijke Mars-landingsdatum genoemd.
Dat heeft als eerste een natuurkundige reden. Het ‘lanceervenster’ van de aarde naar Mars is maar eens in de twee jaar en twee maanden open. Alleen dan is de stand van de beide planeten ten opzichte van elkaar gunstig voor een minimale reisafstand, al is de reistijd nog altijd zo’n negen maanden. Het volgende venster opent in 2026, en dan zouden eerst voorraden en apparatuur naar Mars verscheept worden. Pas in 2028 op zijn vroegst kunnen Musks Mars-reizigers vertrekken, die dan in 2029 zouden arriveren.
Testvlucht
Toch is Musks ruimtevaartbedrijf SpaceX al aardig op streek met de eerste etappe. Op 16 januari voerde de gigantische 121 meter hoge Starship-raket zijn zevende testvlucht uit, die half slaagde: de eerste rakettrap, die de raket op gang bracht, werd na gebruik opgevangen, klaar voor hergebruik. De tweede trap, die na een baantje om de aarde rechtstandig had moeten landen, explodeerde kort na de lancering.
In eerdere testvluchten lukte het landen van die tweede Starship-trap soms wel, maar dat zal op Mars met zekerheid moeten lukken, op miljoenen kilometers van de aarde waar radiosignalen 20 minuten over reizen, in een andere, ijle atmosfeer.
Daarvóór zou de tweede Starship-trap overigens kort na de lancering nog bij moeten tanken om de reis naar Mars vol te kunnen maken, een manoeuvre die nog niet vertoond en getest is. Ook het weer opstijgen vanaf Mars voor de terugreis is nog een onzekere factor. En dat zijn alleen nog maar de raket-technische vraagstukken.
Giftige grond
Onderweg staan astronauten maanden bloot aan kankerverwekkende kosmische straling, en eenmaal aangekomen wordt dat nauwelijks minder, tenzij ze zich zouden ingraven onder een laag beschermende Mars-grond. De atmosfeer van Mars is honderd keer zo ijl als die van de aarde, en het vriest er meestal tientallen graden, dus zijn speciale ruimtepakken nodig.
De bewoners zullen voedsel moeten kweken in giftige Mars-grond, onder een zwakke zon. Maar het grootste vraagstuk is het tanken voor de terugreis. Starship verbrandt vloeibaar zuurstof en methaan, het hoofdbestanddeel van aardgas. Die combinatie is relatief nieuw, en gekozen omdat je het in theorie kunt maken met plaatselijke ingrediënten.
„Ja, in theorie kan dat”, zegt Marc Heemskerk, die aan de Technische Universiteit van Tallinn promoveert op het maken van zonnecellen uit gesteente van de maan. „Je kunt met een chemisch proces methaan en zuurstof maken uit CO2 uit de atmosfeer, en waterstof. Het waterstof zul je weer met elektrolyse uit waterijs moeten halen, dat je kunt vinden bij de noord- en zuidpool van Mars.”
‘Falen is geen optie’ hoort bij het standaardvocabulaire van de ruimtevaart, maar ook de termen ‘uitstel’, ‘afstel’ en ‘in de praktijk viel het toch tegen’
Maar let vooral op dat ‘in theorie’, voegt hij toe. „Er zijn kleinschalige experimenten geweest, maar je zult dit echt op industriële schaal moeten doen. En dan moet je de stoffen nog zuiveren, afkoelen, onder druk brengen en bewaren.” Ook kost het enorme hoeveelheden energie. „Je zult echt extreem veel zonnepanelen mee moeten nemen.”
‘Falen is geen optie’ hoort bij het standaardvocabulaire van de ruimtevaart, maar ook de termen ‘uitstel’, ‘afstel’ en ‘in de praktijk viel het toch tegen’, zelfs voor Musk.
Expansiedrift
En dan is er nog de wet. Trump sprak in zijn rede van het „vervolgen van ons ‘Manifest Destiny’ tot in de sterren”, doelend op de negentiende-eeuwse expansiedrift van de VS. Ook Musk heeft het altijd heel duidelijk over het koloniseren van Mars, iets dat in strijd is met het Ruimteverdrag, dat gebiedsaanspraken verbiedt.
Al denkt Musk – optimistisch als altijd – daar al iets op gevonden te hebben: gebruiksvoorwaarden van zijn Starlink-terminals vermelden dat de gebruiker erkent dat Mars „een vrije planeet is, waar geen aardse regering zeggenschap over heeft.”
Lees ook
Agitator Elon Musk voorziet radicaal-rechts in Europa van een modern tintje
Kijk, om te beginnen, naar de kale cijfers van het dodental. Op 31 mei 2024 rapporteerde het Gazaanse ministerie van Gezondheid 36.284 doden; deze week was dat aantal opgelopen tot 46.600. Ruim tienduizend doden die wellicht niet waren gevallen als Israël en Hamas op die laatste meidag vorig jaar akkoord waren gegaan met vrijwel dezelfde overeenkomst die ze nu alsnog gesloten hebben.
Dan zijn er nog de gewonden: ruim 80.000 in mei vorig jaar, tegen 110.000 nu. De verwoestingen, van huizen, ziekenhuizen, scholen en universiteiten. En de gedode Israëlische gijzelaars.
Had al dat leed voorkomen kunnen worden? Het akkoord dat de Amerikaanse president Joe Biden vorig jaar voorstelde, vertoont in elk geval opmerkelijke overeenkomsten met de deal van deze week. Ga maar na: ook toen waren er drie fasen. Ook toen zou Hamas in eerste instantie 33 gijzelaars vrijlaten. En ook toen was er al sprake van de terugtrekking van Israëlische militairen, het vrijlaten van Palestijnse gevangenen en het toelaten van hulp tot de Gazastrook.
Er zijn maar weinig westerse onderzoekers die al jaren op de koffie komen bij Ahmed al-Sharaa. De voorman van rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) en de de facto leider van het nieuwe Syrië had tot voor kort een Amerikaanse beloning van 10 miljoen dollar op zijn hoofd staan vanwege zijn eerdere banden met Al-Qaida. Maar dat weerhield de Zwitserse socioloog en islamoloog Patrick Haenni er niet van om bij hem aan te kloppen.
Haenni (1968) geldt als een van de best geïnformeerde Syrië-kenners van dit moment. Hij spreekt vloeiend Arabisch en doet al sinds het begin van de Syrische opstand in 2011 veldwerk in het land. De laatste jaren kwam hij vooral in de noordwestelijke provincie Idlib, de machtsbasis van HTS. Daar ontmoette hij in 2019 Ahmed al-Sharaa, die toen nog bekendstond onder zijn nom de guerre Abu Mohammed al-Jolani. Meer dan tien gesprekken zouden volgen.
In Idlib zag Haenni met eigen ogen hoe Sharaa zijn beweging deradicaliseerde, extremisten uit de gelederen werkte, nieuwe bestuursvormen opzette en de rechten van christenen en druzen beschermde. Dat de leider van Syrië tegenwoordig de mond vol heeft van inclusiviteit is dus niets nieuws – en meer dan alleen propagandapraat, weet Haenni. Sharaa heeft al een track record.
Toch houdt de onderzoeker een slag om de arm. Sharaa deradicaliseerde volgens hem niet omdat hij zo gematigd is, maar omdat hij een kans zag zijn achterban uit te breiden. Bovendien duldt de rebellenleider weinig interne kritiek.
Dat roept vragen op over hoe ver hij bereid is te gaan, stelt Haenni. „De echte vraag is niet zozeer of hij inclusieve uitspraken kan doen over lifestyle issues of over de rechten van vrouwen en minderheden, maar of hij bereid is overeenkomsten te sluiten om de macht te delen met de elite in de steden en het oude staatsapparaat.”
Wat voor iemand is Ahmed al-Sharaa?
„Het is iemand die volhoudt en weet wat hij wil, dat heb ik door de jaren heen wel gezien. Onze eerste ontmoeting was in 2019, toen het Assad-regime een offensief begon waarbij HTS bijna 40 procent van zijn gebied verloor. Zelfs toen hield Sharaa vast aan het idee dat hij uiteindelijk Damascus zou veroveren. Hij voelde zich nooit senang bij zijn rol als leider van een kleine rebellenprovincie. Sharaa is een revolutionair, iemand die groot droomt en bereid is risico’s te nemen. Tegelijkertijd weet hij wanneer je compromissen moet sluiten. Hij is een meester in het navigeren van machtsrelaties en kan best flexibel zijn, ook op ideologisch gebied. In tegenstelling tot velen in zijn entourage is hij net zozeer politicus als ideoloog.”
Hoe uitte zich dat in de provincie Idlib die Sharaa sinds 2017 bestuurde?
„Nadat hij in 2016 de banden met Al-Qaida verbrak en begin 2017 HTS oprichtte, begon hij gerichte zuiveringsacties tegen extremisten. Hij deradicaliseerde de beweging van bovenaf, maar leunde ook op een stille conservatieve meerderheid in de samenleving om de radicalen tot zwijgen te brengen. Je kunt het een soort ‘omgekeerd salafisme’ noemen: waar een salafist de samenleving wil veranderen, liet Sharaa zijn beweging veranderen door de samenleving. Zo liet hij imams in de 1.200 moskeeën in de provincie zelf bepalen wat ze prediken. Op die manier werd de in Idlib gangbare volkse islam – een mengelmoes van sociaal conservatisme, lokale tradities en soefisme – gaandeweg dominanter en werden jihadisten buitenspel gezet.
„Bovendien liet hij christenen en druzen hun religie beoefenen en heeft hij ervoor gezorgd dat ze terug konden naar hun afgenomen huizen en land. Daarbij was zijn beoogde publiek overigens niet het Westen, zoals nu veel gezegd wordt, maar de rest van Syrië: toen al was Sharaa bezig een imago op te bouwen als nationaal leider. Zijn deradicalisering was gelinkt aan een machtsstrategie.
„Tot slot richtte hij de zogeheten Verlossingsregering op om dienstverlening te herstellen en de economie op te krikken. Idlib bleef natuurlijk arm, maar Syriërs waren er beter af dan in regimegebied en het gewone leven keerde er sinds een staakt-het-vuren in 2020 langzaam terug. Er kwamen cafés, winkelcentra, dierentuinen en zelfs een restaurant met de naam Disneyland. Ook HTS-leden investeerden in dit soort ondernemingen.”
Toch wilde de regering in Idlib eind 2023 een ‘zedenpolitie’ oprichten om islamitische leefregels op te leggen.
„Dat klopt, maar dat wetsvoorstel kwam niet uit de koker van Sharaa. Integendeel: het was juist de wens van conservatieve notabelen in Idlib, die grote moeite hadden met de nieuwe gemixte publieke ruimte in cafés, winkelcentra, parken en universiteiten, en klaagden dat HTS de zedenpolitie nooit had mogen afschaffen. Sharaa was niet enthousiast over de wet, maar wilde zijn conservatieve critici ook niet te veel tegen zich in het harnas jagen, dus hield hij zich afzijdig. Maar toen het uitlekken van de conceptwet leidde tot sociaal protest en klachten van internationale hulporganisaties, begreep hij dat de wet hem op internationaal vlak veel zou kosten en verdween het voorstel van tafel.”
Wat wordt de invloed van deze conservatieve krachten binnen het nieuwe Syrië?
„Sharaa moet nu het tegenovergestelde doen van de evenwichtsoefening die hij gewend is. In plaats van conservatieve critici krijgt hij te maken met een kosmopolitische middenklasse in de grote steden die een veel minder rigoureuze variant van de islam aanhangt dan de bevolking in Idlib. Vooralsnog zien we dat hij hun zorgen probeert te temperen. Zo is een voorstel van de transitieregering om het schoolcurriculum te islamiseren geschrapt en greep de HTS-leiding in Aleppo in toen bleek dat rebellen vrouwelijke rechters verboden hadden deel te nemen aan debatten binnen de orde van advocaten.
„Maar de conservatieven blijven invloedrijk en de vraag is hoeveel politiek kapitaal Sharaa wil verbranden aan het alsmaar terugfluiten van zijn eigen mensen. En hij is zelf natuurlijk ook geen liberaal. Ik denk zeker dat we een conservatievere publieke ruimte kunnen verwachten en dat islamitische referenties een belangrijkere rol gaan spelen in het nieuwe rechtssysteem.
„De echte vraag is niet of Sharaa vrouwen de hand schudt maar of hij bereid is macht uit handen te geven”
„Wat me daarnaast vooral zorgen baart, is dat Sharaa kampt met een capaciteitsprobleem. Radicalen maken gebruik van het gebrek aan controle door snel hun invloed te vergroten binnen het religieuze veld. Zo klagen mensen in Damascus dat er op het vrijdagmiddaggebed ineens veel types met een salafistisch of jihadistisch uiterlijk rondlopen. Er speelt hier overigens een dubbele angst: enerzijds voor een ideologisch project, maar anderzijds ook voor klassenwraak.”
Wat bedoelt u met dat laatste?
„Het platteland is de stad binnengevallen. Er is niet alleen angst voor een islamisering van de macht, maar ook voor een provincialisering ervan. De revolutionairen in 2011 kwamen grotendeels uit de steden en waren vaak hoogopgeleid, die van 2024 zijn veelal mannen uit de provincie die zich bij HTS hebben aangesloten. Bovendien zijn ze niet aan de macht gekomen middels een brede civiele beweging, zoals bijvoorbeeld de Moslimbroederschap in Egypte, maar door een militaire blitzkrieg. Dat zorgt voor een plotselinge onrust onder de stedelijke elite in Damascus, die in termen van klassendynamiek ironisch genoeg doet denken aan de staatsgreep van de Ba’ath Partij [de partij van de Assads, red.] in 1963, die de gemarginaliseerde Alawieten aan de macht bracht en ook voor veel klassenangst zorgde.”
Een Westerse diplomaat zei onlangs tegen me: het risico met Sharaa is eerder dat hij op Assad gaat lijken dan weer jihadist wordt.
„Assad heeft op industriële schaal zijn eigen bevolking uitgemoord. Dat zie ik Sharaa niet doen. Kijk bijvoorbeeld naar de manier waarop hij vorig jaar omging met de tien maanden lange protestbeweging in Idlib tegen zijn bewind en zijn persoon. Demonstranten gingen ver, ze eisten Sharaa’s vertrek met dezelfde leuzen die in 2011 tegen Assad werden gebruikt. Toch viel de repressie relatief mee: er zijn enkele tientallen mensen opgepakt en voor zover ik weet is iedereen uiteindelijk weer vrijgelaten.
„Maar tegen interne dissidenten treedt hij veel harder op. In het verleden heeft zijn veiligheidsdienst veel hoge commandanten laten oppakken en laten martelen. Zijn grootste angst is factievorming of een staatsgreep, daar kan hij paranoïde van worden. Daarin schuilt zijn autoritarisme, veel meer nog dan in zijn houding naar de samenleving.”
Hij is dus niet om bereid de macht te delen?
„Revolutionairen die de macht nemen, geven die zelden weer uit handen. Psychologisch speelt bovendien mee dat Sharaa weet dat hij deze overwinning bovenal aan zichzelf te danken heeft. Terwijl de Syrische oppositie in ballingschap, de VN en de landen in de regio hem negeerden of het conflict bevroren wilden houden, heeft hij een blitzkrieg ondernomen en gewonnen.
„Vooralsnog omringt Sharaa zich met enkele mannen met wie hij jarenlang in Idlib heeft samengewerkt en die hij vertrouwt. Dat is begrijpelijk in de eerste fase van de transitie, maar om een staat te regeren moet hij meer kennis en kunde in huis halen door de macht te delen met de oude stedelijke en bestuurlijke elite. Idlib besturen is iets heel anders dan een staat regeren. En met de zevenduizend personeelsleden van de Verlossingsregering gaat hij dat niet redden.”
Kan het Westen hem bijsturen om inclusiever te worden?
„Ja, maar dat vergt strategisch nadenken over hoe je dat echt bewerkstelligt. In plaats van garanties te vragen over de rechten van vrouwen of minderheden op de lange termijn lijkt het me effectiever om het concept inclusiviteit iets minder identitair te benaderen en meer nadruk te leggen op machtsverdeling op de korte termijn. Zo is het essentieel dat oude en nieuwe elites onderhandelen over het bestuur van ministeries, de controle van territorium en de hervatting van dagelijks bestuur. Als de stedelijke elite en het maatschappelijk middenveld daarbij al vóór de verkiezingen meer concrete macht in handen krijgt, kunnen zij hun rechten later beter verdedigen.”
Hoe ziet Sharaa zijn relatie met het Westen?
„Al toen ik hem in 2019 ontmoette, had hij daar een stabiel standpunt over. Hij ziet de band als een strategische. Het Westen en hij hebben gedeelde tegenstanders – Iran en Rusland – en gedeelde belangen, van contraterrorisme tot het managen van de terugkeer van vluchtelingen. Sharaa wil niet in een bepaald regionaal kamp zitten en voert een buitenlandpolitiek gebaseerd op strategische samenwerking en het vermijden van conflict, inclusief met Israël. In het Arabisch is daar een term voor die hij graag gebruikt: tasfir al-mashakil, het naar nul brengen van problemen.”
Daarbij helpt het misschien niet dat hij de Duitse minister van Buitenlandse Zaken laatst geen hand wilde geven omdat ze een vrouw is.
„Om eerlijk te zijn vind ik het behoorlijk vermoeiend dat de media vaak op dit soort identitaire kwesties springen. Het zorgt meteen voor heel veel hype en leidt af van de belangrijke vraagstukken. De echte vraag is immers niet of Sharaa vrouwen de hand schudt – zo veel conservatieve mannen in Syrië doen dat niet – maar of hij bereid is macht uit handen te geven.”