‘Gharib’ vertelt het verhaal van Marokkaanse soldaten in de Tweede Wereldoorlog

Twee vrienden uit Marokko besluiten tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Europa te reizen, om mee te vechten onder Frans koloniaal gezag. Ze sneuvelen op zee, spoelen aan in Nederland en worden begraven in het Zeeuwse Kapelle. Tachtig jaar later brengen twee theatermakers hun verhaal tot leven in de voorstelling Gharib. Marcos Valster Da Costa Ferreira (33) en Mahfoud Mokaddem (31) verweven de fictieve oorlogsgeschiedenis met hun persoonlijke perspectieven en identiteit.

Het idee voor Gharib, Arabisch voor ‘vreemdeling’, ontstond in een eethuisje in Rotterdam, de stad waar de twee eerder samenspeelden in een voorstelling en waar Gharib te zien zal zijn op 4 mei als onderdeel van Theater Na de Dam.

Valster Da Costa Ferreira en Mokaddem leerden elkaar ruim vijftien jaar geleden kennen op de Jeugdtheaterschool Dordrecht en studeerden ook samen aan de Academie voor Theater in Tilburg. Na een tijdlang ieder een eigen pad te hebben gevolgd, wilden ze toch graag weer samen het theater in. Mokaddem, van Marokkaanse afkomst, hoorde van zijn vader voor het eerst over de Marokkaanse soldaten die aan Franse zijde meevochten. Hij en Valster Da Costa Ferreira wilden begrijpen waarom jonge Marokkanen daar in een tijd van koloniale overheersing toe besloten. Ze bezochten daartoe onder meer het Franse militaire ereveld in het Zeeuwse dorpje Kapelle, waar zeventien Marokkaanse soldaten begraven liggen.

„Toen we daar stonden, wisten we direct: dit verhaal moet verteld worden”, zegt Mokaddem. Ze doken in archieven, en ontdekten dat de meeste soldaten die aanspoelden bij de Zeeuwse kust niet geïdentificeerd konden worden.

Om hun verhaal toch tot leven te brengen, bedachten ze de fictieve personages Khalid en Aburrahmane. Zij willen in de voorstelling strijden voor vrijheid – net als hun vaders dat een generatie eerder deden in het Atlasgebergte. De scènes over Khalid en Aburrahmane worden afgewisseld met dialogen tussen Mokaddem en Valster Da Costa Ferreira, over hun eigen visie op oorlog en de link met het heden.

Waarom kozen jullie voor deze vorm, voor het afwisselen tussen verleden en heden?

Mokaddem: „Natuurlijk vind ik het vreselijk wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurd is, maar als moslim met een migratieachtergrond ben ik ook bezig met de oorlogen van nu. Tijdens mijn jeugd was ik meer bezig met de oorlogen in Irak en Afghanistan dan met de Tweede Wereldoorlog.

„Wat we willen bereiken is dat we ons publiek aan het denken zetten over oorlog toen én nu: we zien allemaal wat er gebeurt in de wereld, als je het mij vraagt is er een genocide gaande in Gaza. Maar wat kunnen wij, hier, doen – zeker nu de politiek blind lijkt te zijn voor wat er speelt? Er zijn veel mogelijkheden, denk ik. Van het geven van een kleine donatie tot het delen van een post op sociale media, de straat opgaan of zelfs maar alleen erkennen wat er elders gebeurt.”

Valster Da Costa Ferreira: „We worden steeds meer gedwongen om met oorlog bezig te zijn. Juist daarom is het belangrijk om dit soort verhalen te vertellen. Als je hele dorp onderworpen is aan koloniale macht, waarom zou je dan überhaupt voor Frankrijk vechten? Waar ligt je loyaliteit? Maar in veel culturen, waaronder de Marokkaanse en de Braziliaanse, waarin mijn eigen roots liggen, gaat het veel meer om het wij-gevoel. Misschien moeten we dat in Nederland ook omarmen.”

Hoe brengen jullie die boodschap over in de voorstelling?

Mokaddem: „De kunst is het verhaal zo te brengen dat iedereen aan het denken wordt gezet. In een scène spelen we dat Khalid en Aburrahmane gebreide mutsjes krijgen van een Zeeuwse vrouw, tegen de kou. Dat is een voorbeeld van een kleine daad, met een groot gebaar.”

Hebben jullie zelf antwoorden gevonden op de vragen over loyaliteit?

Valster Da Costa Ferreira: „Het maken van de voorstelling bracht me wel nieuwe inzichten. Dat we ons misschien meer verbonden voelen met Nederland dan we durven toegeven, bijvoorbeeld. En als dat zo is, waarom durven we dat dan niet toe te geven?”

Mokaddem: „Ik realiseerde me dat we in Nederland een nieuwe cultuur moeten vormen. Hoe vaker cultuur wordt gebruikt om een ander buiten spel te zetten, hoe meer er een wij-zij denken ontstaat. Terwijl ik denk: cultuur is juist ook een uitwisseling.”

Wat hopen jullie te bereiken met ‘Gharib’?

Mokaddem: „Tijdens Eid ul-Fitr (Suikerfeest na de Ramadan) vertelde ik verre familieleden over de voorstelling. Ze hadden nog nooit gehoord van de Marokkaanse soldaten en vroegen of ik hen kon uitnodigen. Zij zijn nog nooit naar het theater geweest.”

Valster Da Costa Ferreira: „En ik denk ook dat juist wij, door onze achtergrond, mensen voor wie de drempel naar het theater normaal hoog is, kunnen bereiken en aanspreken. Ik ben zelf als kind geadopteerd uit Brazilië en opgegroeid in Nederland. Als ik dan toch iets positiefs moet noemen van die achtergrond, is het dat ik meer werelden ken, en me kan aanpassen aan het publiek. Als we spelen voor een wit publiek, vliegen we een scène over discriminatie anders aan dan voor een publiek dat dat zelf wel eens ervaart.”

Mokaddem: „Ja, we stemmen onze manier van spreken af op wie we voor ons hebben. Ik denk dat dat ook onze kracht is. We gaan moeilijkheden aan. Dit is een van de vele verhalen die we nog willen gaan vertellen.”

Op 4/5, om 21u, worden er onder de vlag Theater Na de Dam op div. plekken in Nederland 150 voorstellingen gespeeld . ‘Gharib’ speelt dan in Rotterdam. Ook te zien op 2/5 Den Haag; 3/5 Dordrecht; 5/5 Vlissingen en Middelburg. Info: theaternadedam.nl.