Het wordt een ingewikkelde boodschap, dat beseffen de mensen van de soa-bestrijding ook wel. Decennialang waarschuwden campagnes en biologieboeken voor chlamydia: vrouwen kunnen immers onvruchtbaar worden van een infectie. Maar vanaf 2025 worden mensen die geen klachten hebben niet meer voor chlamydia behandeld bij de GGD, dat maakt het RIVM deze donderdag bekend. Zonder klachten worden mensen ook niet meer getest.
In de praktijk betekent het dat de groepen die nu bij de Centra voor Seksuele Gezondheid van de GGD terechtkunnen, zoals mensen tot 25 jaar en mannen die seks hebben met mannen, vanaf volgend jaar niet meer zomaar op chlamydia worden getest. Ook mensen die werden gewaarschuwd voor chlamydia door een recente, losse sekspartner, maar zelf geen klachten hebben, kunnen niet meer terecht voor een chlamydiatest. Voor andere soa-testen nog wel.
„Het is echt een paradigmashift”, zegt arts infectieziektebestrijding Hanna Bos van Soa Aids Nederland. Chlamydia blijkt minder vaak ernstige gevolgen te hebben dan werd gedacht. Dat bleek uit de Nederlandse Chlamydia Cohort Studie, waarin al vijftien jaar lang data werden verzameld van ruim 5.700 vrouwen om langetermijngevolgen te onderzoeken. Vrouwen met een chlamydia-infectie werden even vaak zwanger als niet-geïnfecteerden, al duurde het gemiddeld wel wat langer voordat ze zwanger werden. De kans op een ontstoken eileider, die tot onvruchtbaarheid kan leiden, was weliswaar verhoogd, maar nog steeds klein.
De langetermijngevolgen bleken ook vooral voor te komen bij vrouwen die klachten hadden gehad, zoals afscheiding of pijn bij het plassen. En maar 10 procent van de vrouwen met chlamydia krijgt klachten. Voor het overgrote deel is de kans op complicaties dus miniem.
Lees ook
Liegen voor een plekje op de soa-poli van de GGD
Resistentie
Nederland is het eerste land dat de soa-richtlijn op deze manier aanpast. Het Verenigd Koninkrijk was in coronatijd wel al gestopt met het screenen van jongens; mannen krijgen weliswaar vaker klachten door chlamydia, maar kunnen door de aandoening niet onvruchtbaar worden.
Tegelijkertijd kan al dat behandelen wel kwaad. Nederland is altijd al zeer terughoudend geweest met antibiotica voorschrijven en heeft daarom een van de laagste antibioticaresistenties ter wereld, maar van die terughoudendheid was tot nu toe niets te merken bij de soa-bestrijding. Het schadelijke van al dat behandelen is niet dat een chlamydiabacterie resistent wordt – dat gebeurt niet zo gauw –, maar artsen maken zich wel zorgen over het effect van antibiotica op andere, gezonde bacteriën in het lichaam. Antibiotica kunnen bijvoorbeeld de darmflora aantasten.
Experts begonnen zich ook af te vragen of dat vele testen en behandelen wel zin heeft voor de soa-bestrijding. Want waarom daalde het aantal gevallen van chlamydia niet? De GGD’s voeren jaarlijks zo’n 140.000 testen uit, maar het aantal positieve testen steeg alleen maar: van 18.585 in 2015 naar 24.048 in 2023. In landen waar veel minder wordt getest, komt bovendien niet méér chlamydia voor.
Als een infectie zo weinig klachten geeft, dan kan je er wel achteraan blijven jagen, maar echt bestrijden, gaat dan nooit lukken
„Achteraf denken we: als een infectie zo weinig klachten geeft, dan kan je er wel achteraan blijven jagen”, zegt Hanna Bos, „maar echt bestrijden, gaat je dan nooit lukken.” En daar zit de paradigmashift: in plaats van infecties bestrijden, beweegt de soa-zorg steeds meer richting het bestrijden van infectieziekten. Klachten dus. Iets wat bij andere infectieziekten, zoals griep, kinkhoest en herpes, al gebruikelijk is.
Het nieuwe beleid heeft ook een ethische component. „Het is belangrijk om mensen niet onnodig bang te maken”, aldus Bos. Minder testen betekent minder stress over de uitslag en ongemakkelijke gesprekken met recente sekspartners.
Lees ook
Toename soabesmettingen: ‘Sinds ik een spiraal heb, ben ik lakser’
Huisartsen
Wat de boodschap ingewikkeld maakt, is dat zorgverleners de ernst van een chlamydia-infectie niet willen bagatelliseren. „Je weet nooit van tevoren of jij degene bent die klachten gaat krijgen”, zegt Colette van Bokhoven-Rombouts, die als arts Maatschappij en Gezondheid betrokken is geweest bij de totstandkoming van de nieuwe soa-richtlijn. Bovendien wil de GGD ándere soa, zoals gonorroe, wel blijven testen bij mensen zonder klachten. „Hoe ga je dat communiceren? Hoe vertel je dat in de spreekkamer? Ik verwacht niet dat het nieuwe beleid binnen een maand tussen de oren zit.”
Om het effect van het nieuwe beleid te monitoren, zullen onderzoekers data gebruiken van huisartspeilstations en GGD’s, zegt Henry de Vries, bijzonder hoogleraar huidinfecties bij het Amsterdam UMC. „De late complicaties zie je pas na twintig jaar, maar we kunnen al wel bekkenontstekingen monitoren.”
Hoe vertel je het in de spreekkamer? Ik verwacht niet dat het nieuwe beleid binnen een maand tussen de oren zit
Huisartsen, die twee derde van de soa-consulten uitvoeren, wachten nog even met een nieuwe richtlijn. „De impact van deze wijziging op de huisartsenzorg is niet goed te vergelijken met een GGD. De huisarts heeft vanwege zijn persoonlijke band een andere verhouding met de patiënt”, laat het Nederlands Huisartsen Genootschap weten. „Bovendien, als er niet meer getest hoeft te worden, komt de patiënt daarvoor niet meer bij de huisarts langs en wordt het gesprek over het belang van veilige seks ook niet meer gevoerd.” Die aspecten moeten worden meegewogen bij een eventuele aanpassing van de huisartsenrichtlijn, vindt de NHG.
Dat het nieuwe beleid vragen oproept, is alleen maar goed, zegt Hanna Bos. „Denk er maar over na en laat het besef maar even inzinken dat je voor chlamydia zonder klachten niet zo bang hoeft te zijn.”
Lees ook
Huisarts: ’Gebruik condooms is bij jongeren uit de mode, vooral uit gemakzucht’