U zag hun werk al vaak. Dwarrelende vlokjes in de veldslag met de Germanen in de speelfilm Gladiator. De poedersneeuw op Charlie’s krotje in Charlie and the Chocolate Factory. Woeste sneeuwstormen en moordende vorst in rampenfilm The Day After Tomorrow. Laatst nog in het epos Napoleon: de slag bij Austerlitz en de gedoemde veldtocht van de Grande Armée in Rusland.
Snow Business, opgericht in 1983, domineert de wintersimulatie bij speelfilms, reclame en televisie. Het deed nepsneeuw en -ijs voor James Bond, Harry Potter, Star Wars en The Avengers. Het Britse bedrijf is gevestigd in een elegant gerenoveerde 18de eeuwse watermolen in het Engelse stadje Stroud, telt 12 vaste werknemers en 45 freelancers die voor grote klussen worden opgetrommeld. De slogan: „boldly snowing where it never snowed before.”
Snow Business zit ruim in zijn jasje: er is een vertrek waar jumboschermen bekende sneeuwscènes afspelen en een grot met nepsneeuw en ijspegels van hars. Tijdens de pandemie werd de afdeling evenementen – het aankleden van kerstmarkten en feesten – afgestoten. Men zegt er niet rouwig om te zijn, het was routineus en hectisch werk, geconcentreerd in acht weken rond kerstmis. Soms zat er best een leuke klus tussen. Zo vertelt ‘snow supervisor’ Mark Hutchinson over een Russische opdracht vier maanden voor de Olympische Spelen in Sochi in 2014: 220 kleine sneeuwmachines die vanuit een dak sneeuwvlokken over Poetin en diens notabelen dwarrelden.
„Best lastig, want ze moesten vrijwel onzichtbaar hun werk doen”, vertelt Mark Hutchinson. „Omdat het dak gewelfd was, moesten ze bovenop ook net iets eerder gaan sneeuwen dan aan de zijkanten.”
Nu concentreert het bedrijf zich weer op wat het al veertig jaar doet: winterweer en sneeuwlandschappen voor films. Elke keer is dat een nieuwe uitdaging. Zo had Hutchinson vorig jaar 45 sneeuwmakers nodig voor het filmepos Napoleon – regisseur Ridley Scott is een vaste klant. In de Slag bij Austerlitz was er een helling te bepoederen waar Napoleon zijn kanonnen verborg en een tweede helling waar 125 paarden en 600 soldaten overheen denderden; die nepsneeuw moest zich levensecht laten vertrappen.
De grootste uitdaging was Scotts unieke opnametechniek. Massascènes neemt hij na lange voorbereidingen in één klap met tien of twaalf camera’s op in allerlei posities. Dus niet tien keer achter elkaar met één of twee camera’s, zoals gebruikelijk is. Normaliter simuleer je vallende sneeuw door droog schuim via langwerpige douches richting één camera te spuiten. Nu moesten het sneeuwen richting twaalf camera’s tegelijk. Hutchinson: „We konden Napoleon met onze apparatuur maar net aan.”
Papiersneeuw
Snow Business beschikt over ruim 300 producten om sneeuw en ijs te simuleren. Sneeuw komt in allerlei formaten: dwarrelsneeuw, dikke vlokken, poedersneeuw, natte sneeuw, stuifsneeuw. Dwarrelsneeuw maak je met zogeheten sneeuwkaarsen, die witte as verspreiden. Bij het aankleden van een sneeuwlandschap – Snow Business’ record staat op 40 hectare voor de film Hamlet in 1996 – werk je gelaagd: sneeuwlakens op de achtergrond, dichterbij droog schuim, papiersneeuw op struiken, oppervlaktes en close-ups. Het gaat altijd om de combinatie van vijf of zes producten, aldus Hutchinson.
Voor Snow Business begon het met de uitvinding van papiersneeuw (SnowCel) in 1982. Dat was het gevolg van een toevallig telefoontje op weg naar het toilet, vertelt oprichter en pater familias Darcey Crownshaw (69), een aimabele, slungelig ogende hippie op leeftijd. Hij werkte indertijd bij een groot papierbedrijf: de regel was dat je een telefoon opnam als hij viermaal overging, ook op een andere afdeling. Crownshaw kreeg ABC-tv aan de lijn, die voor hun serie The Last Days of Pompeii driekwart ton grijze vulkanische as van versnipperd papier nodig had. Crownshaws bedrijf deed geen leveringen onder de drie ton, dus leverde Crownshaw zelf; als filmfan wilde hij graag eens op een set rondkijken.
Daar merkte iemand op dat de as in de zon wel op sneeuw leek. Dat zette Crownshaw aan het denken: waarom geen papieren nepsneeuw verkopen? Gemengd met water kleeft dat mooi aan oppervlaktes. Crownshaw had toegang tot zware machinerie en sloeg aan het experimenteren met papier dat hij zo perste en scheurde dat er plakkerige vlokken ontstonden waarvan je sneeuwballen kon draaien.
In de thriller Gorky Park (1983) en Neil Jordans sprookjesfilm The Company of Wolves (1984) was zijn papiersneeuw voor het eerst te zien. Een vetpot was zijn sneeuwbedrijf aanvankelijk niet. „In het eerste jaar verdiende ik 985 pond. In de jaren tachtig solliciteerde ik elk jaar naar een baantje, maar kwam er steeds net op tijd een filmopdracht binnen.”
Crownshaws nodigt me uit in zijn privébioscoop voor een presentatie. „De eerste vraag is altijd: waarom niet gewoon buiten in de sneeuw filmen? Omdat je werkt met een tientallen mensen en sneeuw na een paar takes modderig wordt en vol voetstappen zit. De belichting is veranderlijk, de kou onaangenaam. Bij opnames buiten draperen ze voor de acteur vaak een warm laagje nepsneeuw op de echte sneeuw.”
Om de horreur van buitenopnames te onderstrepen, toont Crownshaw een ijzingwekkende clip uit D.W. Griffith klassieker Way Down East (1920): acteurs die van ijsschots tot ijsschots springen. Alles is echt. „Griffith eiste absolute authenticiteit. Hij wachtte op een sneeuwstorm, brak toen het ijs op de rivier met dynamiet en liet de acteurs over de schotsen springen. Zijn eigen gezicht bevroor tijdens die opnames, drie crewleden stierven aan een longontsteking.”
Bewonderenswaardige inzet, aldus Crownshaw: toch kreeg het simuleren van winter in een warme studio snel de overhand. Hij laat een shot van Laurel & Hardy tussen bevroren tonnen zien uit 1931. „De simulatie van ijs is nauwelijks veranderd. Indertijd werd kokende was uit emmers gepompt, dat stolde dan op koele oppervlaktes. Nu verhitten we de paraffine elektronisch tot exact de juiste temperatuur, tussen de 60 en 70 graden Celsius. Je kunt het nu op iemands gezicht spuiten zonder dat hij verbrandt.” IJsschotsen produceer je door die paraffine in koud water te gieten: het vormt dan drijvende plakken.
Katoen, meel en asbest
Sneeuw is lastiger. Hollywood experimenteerde met katoenbolletjes, maar die waren zeer brandbaar. Meel bracht explosiegevaar met zich mee, suiker veranderde bij een beetje luchtvochtigheid in siroop, gips was ongezond en lastig op te ruimen. Een eeuw geleden raakte daarom wit geverfde popcorn in zwang als nepsneeuw. Crownshaw: „Dat zag er in zwart-wit best aardig uit. Maar als het breekt wordt het bruinig, dus moet je de popcorn steeds weer omkeren en opnieuw wit spuiten. Dieren die het aten gingen dood. Bovendien maakt vallende popcorn flink kabaal, dat werd een probleem bij geluidsfilms.”
Asbest kwam in de jaren dertig op: in een clip van The Wizard of Oz (1939) zien we Dorothy ontwaken in een asbestbui. Crownshaw: „Witte asbest werd toen ook thuis gebruikt als nepsneeuw. Het is gelukkig iets minder kankerverwekkend dan blauwe asbest.” In Frank Capra’s klassieke kerstfilm It’s a Wonderful Life, die een speciale Oscar kreeg voor zijn sneeuweffecten, gebruikte men behalve asbest ook gips. De innovatie school in de vallende sneeuw: vlokken nat schuim die via machtige ventilators over de acteurs woeien. Schuim was biologische afbreekbaar en had de toekomst. Nu wordt nog steeds droog schuim voor vallende sneeuw en grondsneeuw gebruikt.
De filmwereld bleef experimenteren. Bij het in Spanje opgenomen winterepos Dr. Zhivago(1965) vulde men een dal met marmerstof, in de Britse Elstree Studio gebruikte Stanley Kubrick eind jaren zeventig bij de doolhofscènes van The Shining 9000 ton gedenatureerd zout; als vallende sneeuw diende piepschuimkorrels. Crowshaw: „Gedenatureerd zout is geweldig, je kan het in plakken snijden. Maar ook giftig en vervuilend, het moet een nachtmerrie zijn geweest het op te ruimen.”
Begin jaren negentig werden de voordelen van Crownshaws papieren sneeuw manifest. Bij buitenopnames werden steeds strengere milieu-eisen gesteld, opruimen van nepsneeuw werd een stevige kostenpost. SnowCel was biologisch afbreekbaar, zeker nu men het van het nog milieuvriendelijkere cellulose maakt.
Toch gebruikt men in de studio soms nog vervuilende sneeuw van polymeer. Crownshaw toont een clip van studio-opnames van de Spielberg tv-serie Band of Brothers (2001): Amerikaanse GI’s tijgeren door de sneeuw tijdens het Ardennenoffensief. Anders dan papiersneeuw plakt polymeer overtuigend aan uniformen en absorbeert het levensecht bloed.
Hollywood
In 1993 wist Crownshaw na de film Groundhog Day dat er ook terrein braak lag in Hollywood: de nawinter bestond in die film uit treurige lapjes wit doek. Voor sneeuw gebruikte men in Los Angeles toen veelal zetmeel („met water erbij wordt dat een soort cement”). Crownshaws eerste film in Amerika was Beloved(1998). „We hielpen daar het bedrijf Hollywood Ice dat met enorme ijsmachines tonnen gecrusht ijs produceerde. Dat moet je met kruiwagens over de set verdelen, en het smolt snel. Hollywood Ice had dertien man, twee trucks en ijsmachines nodig, wij spoten met drie man papiersneeuw uit hozen. Jonathan Demme, de regisseur, zei eerst: ‘weg met die papiershit, ik wil echt ijs.’ Tot hij wat vierkante meter extra winterlandschap nodig had, zij daar vier uur over deden en wij tien minuten. En het zag er nog beter uit ook.”
Echte sneeuw maakt Snow Business niet langer. Moeilijk is het niet: mix water en lucht, leidt dat langs vloeibare stikstof en je hebt zo een tent vol. Maar vervelend spul, huivert Crownshaw, want koud, nat en glad. In de VS staan de mensen in de rij om erover uit te glijden en daarna smartengeld te eisen.
Crownshaw deed zelf onlangs een stap terug. Hij was een workaholic en achtte zichzelf onmisbaar, tot chemotherapie hem een half jaar uitschakelde. „Snow Business maakte meer winst zonder mij dan met mij, zo bleek.” Het ‘dressen’ van filmsets laat hij nu aan anderen over.
Buiten verzorgen ze een demonstratie. Mark Hutchinson spreidt een sneeuwlaken rond een struikje en bedekt dat met papiersneeuw. Daarna sneeuwt hij droog schuim door een hoos: winter binnen een paar minuten.
De ‘sneeuwbusiness’ verandert nu elke vijf jaar, aldus Hutchinson. Vroeger gebruikte je sneeuwlakens om velden op de achtergrond wit te maken, nu wordt dat digitaal wit gemaakt. Er was wel wat bezorgdheid toen in de jaren nul steeds meer actie zich voor groene schermen afspeelde, waarna men de achtergrond digitaal intekende. Hem benauwde het niet, zegt Crownshaw: digitalisering maakte juist ambitieuzer winterspektakel mogelijk. Zoals de rampenfilmThe Day After Tomorrow(2006), waarin de mensheid door een abrupte klimaatomslag in een nieuwe ijstijd belandt.
Toch experimenteerde Snow Business in die tijd voor alle zekerheid met groene papiersneeuw die je op muren kon spuiten, zodat een geïmproviseerd groen scherm ontstond. Er was weinig interesse voor, maar gelukkig diende zich ook extra werk aan door een andere technologische ontwikkeling: camera’s werden steeds scherper. Veraf is de sneeuw nu digitaal, dichtbij moet nepsneeuw daardoor nog zorgvuldiger gedetailleerder worden om niet door de mand te vallen.
Zaak is wel te blijven innoveren. Crownshaw toont me een clip van een recente Deense credit card-reclame. Daar was een dun laagje ijs op een autoruit nodig dat ze er levensecht vanaf konden krabben. Hij vond een middel op bais van bier en zout uit een oud receptenboek in de bibliotheek van de BBC. „Dat was iedereen vergeten.”
Een flink pak sneeuw
Filmmakers weten niet altijd wat ze willen. Een flink pak sneeuw: is dat vijf centimeter of een halve meter? Hutchinson: „Een Canadese regisseur die in Ierland filmde, vond ons sneeuw er fake uitzien. Veel te dikke vlokken. Dus legde ik hem uit dat de ijskoude stuifsneeuw uit Canada er heel anders uitziet dat Ierse plaksneeuw.” Wat niet altijd bekend is: nep-sneeuw film je niet tegen het licht in. „Zelfs een complete nepsneeuwstorm zie je dan nauwelijks.” De kerstfilms van Netflix – een vaste klus voor Snow Business – worden vaak in de lente of zomer opgenomen, als de bomen groen zijn. „Daar kun je eindeloos papiersneeuw op spuiten, maar het blijft groen.”
Zonder kerstfilms zou het leven mager zijn: ze hielpen Snow Business door magere tijden. „Eigenlijk zou ik op mijn erf een standbeeld voor Charles Dickens moeten oprichten”, zegt Crownshaw. „In Engeland sneeuwt het zelden voor februari, ook niet in Dickens’ tijd. Toch maakte hij de witte kerst-romantiek populair: dat er sneeuw moet liggen met kerstmis. We zijn hem zeer erkentelijk.”
Leeslijst