Gewend om in de luwte te werken, nu ligt de EBU plots onder vuur

„Ik zou bijna zeggen: fuck de EBU, en dat zeg ik nu ook”, zei tv-commentator Cornald Maas zaterdag voorafgaand aan de finale van het Eurovisie Songfestival in Malmö. Maas was „tamelijke woedend” op de organisator van de internationale zangwedstrijd, omdat die de Nederlandse deelnemer, Joost Klein, had gediskwalificeerd. Klein zou een cameravrouw hebben bedreigd. De European Broadcasting Union (EBU) kon of wilde verder niets zeggen over dit incident. De Zweedse politie zie maandag dat er „sterk bewijs” tegen Klein is en dat zij verwacht dat Klein wordt vervolgd.

De aanhoudende vaagheid over het incident is slechte reclame voor de EBU. Die lag toch al onder vuur wegens de omstreden deelname van Israël. Gewend om in de luwte te werken was de EBU zaterdag lange tijd trending topic op sociale media. Wat is de EBU eigenlijk voor organisatie?

De European Broadcasting Union (1950) is een samenwerkingsverband van publieke omroepen uit 56 landen dat gevestigd is in Zwitserland. De organisatie geeft technische hulp en advies aan de leden en is een lobbyclub die de belangen van de publieke omroepen verdedigt, onder meer in Brussel: vrije pers, geen bemoeienis maar wel voldoende financiering van de overheid. De EBU draagt gedeelde waarden van de publieke omroepen uit, als vrijheid, democratie, diversiteit, en de broederschap der volkeren. Als een omroep te zeer de spreekbuis wordt van een autoritair regime, kan dat reden zijn voor royement. Dit overkwam recent omroepen uit Wit-Rusland en Rusland, waardoor die landen niet meer meedoen aan het Songfestival.

Nieuwjaarsconcert uit Wenen

Sinds de kroning van koningin Elizabeth in 1953 verzorgt de EBU internationale uitzendingen waarvan het Eurovisie Songfestival (sinds 1956) verreweg de grootste is. De EBU doet het jaarlijkse nieuwjaarsconcert uit Wenen, een korenfestival, en de kinderversie van het Songfestival. Alle publieke omroepen die vallen binnen de ‘European Broadcasting Area’ (EBA) – één van de uitzendgebieden waarin de wereld is verdeeld – kunnen lid worden. Omdat ook het Midden-Oosten in de EBA ligt, zijn diverse niet-Europese landen lid, zoals Algerije, Marokko, Tunesië. Dit is de reden dat Israël als niet-Europees land meedoet aan het Songfestival. Net als het Aziatische land Azerbeidzjan en Australië, hoewel dat laatste land slechts buitenlid van de EBU is. Van de 56 EBU-landen doen er 37 mee aan het Songfestival.


Lees ook
Het strakke keurslijf van het Eurovisie Songfestival zat Joost Klein zichtbaar dwars

Donderdagavond mocht Joost Klein voor de laatste keer zijn Europapa in Malmö opvoeren.

De deelname van Israël zorgde dit jaar voor veel rumoer rond het Songfestival. Er waren in Malmö dagelijks protesten tegen de oorlog in Gaza. De controverse hierover zorgde voor botsingen achter de schermen en protesten uit de zaal. De EBU zei vooraf geen gronden te hebben om Israël niet mee te laten doen. De organisatie had het land kunnen uitsluiten op grond van het feit dat het de naam van het festival in diskrediet zou brengen, maar uitsluiting had vermoedelijk ook tot controverse geleid. Eerder werd Rusland uitgesloten na het binnenvallen van Oekraïne, maar daarover was consensus onder de deelnemende landen. Ten tijde van de beslissing over deelname van Israël stonden de meeste Europese landen juist achter dat land.

De EBU streeft naar een apolitiek festival waar landen op vriendschappelijke, artistieke wijze met elkaar strijden – politieke uitingen zijn verboden. Maar dat blijkt vaak onhoudbaar. Zo is er altijd gedoe rond de vlaggen. Alleen vlaggen van de deelnemende landen zijn toegestaan, plus de regenboogvlag van de lhbtiq+-gemeenschap. Dit jaar waren er in het publiek ook Palestijnse vlaggen (afgepakt) en Friese vlaggen (niet afgepakt). Zelfs de vlag van de Europese Unie werd afgepakt. Dit leidde tot gefronste wenkbrauwen in Brussel: de EBU, die niet verbonden is met de EU, organiseert op 23 mei de Eurovision Debates rond de Europese verkiezingen.

Songfestivalbaas Martin Österdahl geeft namens Nederland de punten van de vakjury tijdens de finale van het Eurovisie Songfestival op televisie, en wordt op boegeroep onthaald.
Foto Rob Engelaar/ANP

Heksenwang

Ook de boodschap ‘Cease fire’ in oud-Iers schrift op een heksenwang werd deze editie tijdig onderschept, maar een andere kandidaat droeg ongehinderd nagellak in de Palestijnse kleuren. De Zwitserse winnaar Nemo smokkelde de genderqueer-vlag mee het podium op. Tijdens het optreden van de Israëlische deelnemer werd het boegeroep onderdrukt met ingeblikt applaus.

De EBU is verantwoordelijk voor het Songfestival, maar de uitvoering ligt in handen van de publieke omroep van de meest recente winnaar. Dit jaar was dat de publieke omroep van Zweden, volgend jaar die van Zwitserland. De EBU verzorgt de internationale verspreiding, de kennisoverdracht en technische ondersteuning, zodat de nieuwe organisator niet steeds opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. De organiserende omroep wordt ook geacht het festival zelf te betalen, ondersteund met een EBU-bijdrage. Die bijdrage komt uit contributie van de leden en geld van diverse sponsors. Hoofdsponsor is het cosmeticamerk Moroccon Oil. Volgens critici zou deze Israëlische sponsor uitsluiting van Israël voorkomen hebben, maar hier is geen bewijs voor en de EBU ontkent dit ten stelligste. Het bedrijf zelf doet er geen uitspraken over.


Lees ook
Boegeroep en ongekend veel kritiek klinken tijdens tumultueus Songfestival

Joost Klein tijdens de opening van de dress rehearsal voor de finale van het Eurovisie Songfestival. Uiteindelijk zou Klein door diskwalificatie niet aan de finale deelnemen.

De EBU levert de directeur van het Songfestival. Dat is sinds 2020 de Zweedse producent Martin Österdahl, tevens schrijver van noir detectives – zijn debuut heette Vraag niet om genade. Österdahl werd zaterdag tijdens de finale door de zaal onthaald op luid boegeroep, waarschijnlijk wegens de diskwalificatie van Joost Klein. Het is echter onwaarschijnlijk dat hij deze beslissing eigenhandig nam. Vermoedelijk is die eerst voorgelegd aan het bestuur van het festival. Daarnaast worden ernstige kwesties als deze voorgelegd aan de tv-commissie en het dagelijks bestuur van de EBU. Deze bureaucratisch aandoende structuur, en onwennigheid met crisismanagement, is er waarschijnlijk de oorzaak van dat de EBU de kritiek over de deelname van Israël en de diskwalificatie van Joost Klein traag, vaag en niet tot ieders bevrediging heeft kunnen pareren.