Met geboeide, opgeheven armen is Marwan Barghouti geschilderd op de muur bij het Qalandia-checkpoint richting Ramallah, op de bezette Westelijke Jordaanoever. In Palestijnse kranten staan zijn uitspraken vanuit de gevangenis. Opiniepeilingen laten al jaren zien dat hij de populairste Palestijnse leider is.
Barghouti, van de Fatah-partij, zit al 22 jaar gevangen. Volgens Israël was hij betrokken bij terroristische daden. Begin februari riep Hamas op tot zijn vrijlating tijdens onderhandelingen over een gevangenenruil met Israël. De beweging weigerde een tijdelijk staakt het vuren te accepteren zolang Barghouti niet vrij is.
Barghouti is niet alleen onderwerp in de onderhandelingen tussen Israël en Hamas, maar speelt ook een belangrijke rol in discussies over de toekomst van Palestina na de Gaza-oorlog. Uit peilingen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza, in december, blijkt dat Barghouti bij verkiezingen zou winnen van zowel de huidige president van de Palestijnse Autoriteit Mahmoud Abbas als van Hamas-leider Ismail Haniyeh. Ondanks de dalende populariteit van de Fatah-partij van de zeer ongeliefde, 88-jarige Abbas — 90% wil dat hij opstapt — is Barghouti ongekend populair. Voor veel Palestijnen representeert hij de hoop op een verenigd nationaal leiderschap van een onafhankelijke Palestijnse staat.
Geboren in 1959 in het dorpje Kobar op de Westelijke Jordaanoever werd Barghouti op zijn vijftiende lid van Fatah. Vanwege zijn betrokkenheid bij een volgens Israël illegale groepering werd hij in 1978 voor vijf jaar gevangen gezet. Vanuit de gevangenis voltooide hij de middelbare school en leerde hij Hebreeuws. Na zijn vrijlating studeerde hij aan de Palestijnse Birzeit Universiteit, waar hij zijn latere vrouw Fadwa ontmoette, advocaat en vrouwenrechtenactivist die internationaal campagne voert voor zijn vrijlating.
In 1987 brak een grootschalige opstand uit tegen de Israëlische bezetting van Gaza en de Westelijke Jordaanoever sinds 1967, de Eerste Intifada. Wegens zijn politieke activisme werd Barghouti naar Jordanië verbannen. Hij kon pas terugkeren in 1994, na de Oslo-akkoorden tussen Israël en de PLO. Barghouti was voorstander van de vredesonderhandelingen en onderhield contact met Israëlische politici en vredesactivisten.
Als politicus liet hij zich uit over de corruptie binnen de door Yasser Arafat geleide Palestijnse Autoriteit en mensenrechtenschendingen van de veiligheidsdiensten. In de film Tomorrow’s Freedom, over het leven van Barghouti, is te zien hoe hij lachend een debat in het parlement onderbreekt om handtekeningen te verzamelen voor een petitie, tot ergernis van sommige leden.
„Gedurende zijn hele politieke carrière heeft hij tegen corruptie gevochten. Hij zag het als een ander gezicht van de Israëlische bezetting”, zegt zijn zoon Arab Barghouti (33) telefonisch vanuit Ramallah.
Barghouti steunde de tweestatenoplossing, maar verloor langzaam het vertrouwen in Israël als partner voor vrede. Mede door de gestage uitbreiding van Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, verkoos hij gewapend verzet tegen de bezetting. „Twintig jaar onderhandelingen (…) hebben alleen maar geleid tot een groei van nederzettingen, de verankering van de bezetting, de judaïsering van Jeruzalem, en een toename van detenties”, zei Barghouti daarover in 2014 in een interview met het Journal of Palestine Studies.
Tijdens de Tweede Intifada vanaf 2000 leidde hij de gewapende tak van Fatah, Tanzim, en coördineerde aanvallen op militaire doelen. De Israëlische veiligheidsdiensten beschouwden hem daarnaast als een aanvoerder van een terroristische organisatie, de Al-Aqsa Martelarenbrigade, een coalitie van Palestijnse milities gelieerd aan Fatah. Ze zeggen bewijs te hebben dat Barghouti leiding gaf aan aanslagen op burgers in Tel Aviv.
Kort nadat hij een Israëlische liquidatiepoging had overleefd, werd hij in 2002 opgespoord en opgepakt in zijn schuilplaats in Ramallah. Uiteindelijk koos Israël ervoor hem in leven te laten; liever een levende, invloedrijke gevangene, dan een martelaar.
Hij werd ervan beschuldigd leiding te hebben gegeven aan aanslagen op in totaal 26 Israëliërs. Van een rechtszaak kwam het niet, want Barghouti weigerde uit verzet tegen het ongelijke juridische systeem onder de bezetting, het Israëlische hof te erkennen. Uiteindelijk kreeg hij vijf maal levenslang opgelegd plus veertig jaar voor moord, pogingen tot moord en betrokkenheid bij een terroristische organisatie. Barghouti ontkent de beschuldigingen. „Niemand kan het doden van burgers, vrouwen en kinderen verantwoorden, waar dan ook ter wereld, zij moeten erbuiten worden gelaten. Dat zou heel duidelijk moeten zijn, in Palestina of in Israël”, zei hij in een interview in 2006 vanuit de gevangenis.
Barghouti, die in de gevangenis een proefschrift in de politieke wetenschappen voltooide, hamert op het belang van onderwijs. Aan zijn medegevangenen gaf hij les, omdat hij vond dat zij academische titels moesten behalen om bekwame leiders te kunnen worden.
In de cel bouwde hij banden op met gevangen leden van Hamas, Islamitische Jihad en andere Palestijnse bewegingen. „Hamas is onderdeel van het Palestijnse volk”, zei hij in het interview in 2006, en daarmee moedigde hij hun deelname aan de verkiezingen aan.
Hamas won die verkiezingen – de laatste top op heden. De beweging kreeg in 2007 de macht over de door Israël bezette Gazastrook na een gewelddadige strijd met Fatah. Hamas was onder meer populair geworden doordat het zich afzette tegen de PLO en later de Palestijnse Autoriteit, die zich van het volk hadden vervreemd en zich hadden gevoegd naar de bezetter.
In het licht van deze historische verhouding is het opmerkelijk dat Hamas nu oproept tot de vrijlating van Barghouti. Volgens de Palestijnse journalist Daoud Kuttab weet Hamas echter dat zij zonder Fatah en de PLO geen toekomst hebben in Gaza, en omgekeerd. „Niet iedereen binnen Hamas zal willen dat hij vrijkomt”, zegt Kuttab telefonisch vanuit de Jordaanse hoofdstad Amman. „Barghouti zal toestaan dat zij de macht delen, maar niet dat zij de controle hebben.”
Niet alleen Hamas wil Barghouti momenteel op vrije voeten. Dat willen ook sommige vertegenwoordigers van het Israëlische veiligheidsapparaat. Onlangs sprak een voormalig leider van de Israëlische veiligheidsdiensten, Ami Ayalon, zich uit voor de vrijlating van Bar-ghouti, een „essentiële stap” naar onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen.
Zoon Arab Barghouti is er trots op dat zijn vader de bijnaam de „Palestijnse Mandela” heeft. „Mandela’s uitspraak ‘onze vrijheid is incompleet zonder de vrijheid van het Palestijnse volk’ is beroemd in Palestina.” Volgens Arab is Mandela te vaak gerepresenteerd als iemand die alleen vreedzaam verzet steunde. „Ieder volk onder bezetting heeft het recht om zich te verzetten, en voor Mandela was dit ook de weg.”
Het is de vraag of de hoge verwachtingen van Barghouti – zowel bij Palestijnen als sommige Israëliërs – reëel zijn. Hij neemt niet meer deel aan de dagelijkse politiek en vertegenwoordigt vooral hoop en ambities. Voor Palestijnen representeert hij het verlangen naar een nieuw leiderschap en nationale bevrijding, en voor Israël een gevangene die mogelijk strategisch kan worden ingezet onder het mom van de nationale veiligheid.
Of hij vrijkomt, hangt uiteindelijk van Israël af. Maar het valt te bezien of de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn ultrarechtse coalitie, die fel gekant zijn tegen een Palestijnse staat en Barghouti associëren met terrorisme, zullen instemmen met zijn vrijlating. Bovendien kwam bij een gevangenenruil in 2011 Hamas-leider Yahya Sinwar vrij, die nu wordt gezien als het brein achter de terreurdaad van Hamas afgelopen 7 oktober.
Bij die eerdere gevangenenruil tussen Hamas en Israël van de Israëlische soldaat Gilad Shalit voor ruim duizend Palestijnse gevangenen, kwam Barghouti niet op ‘de lijst’. Zijn vrouw Fadwa gelooft dat er toen niet genoeg moeite is gedaan noch door Hamas, noch door Fatah. Barghouti’s zoon Arab is optimistisch dat het deze keer wel lukt: „De situatie is nu heel anders, en er worden veel meer Israëliërs vastgehouden.”
Barghouti bewandelt een middenweg tussen Hamas en de impopulaire Palestijnse Autoriteit, die door veel Palestijnen als medeplichtig aan de bezetting wordt gezien. De belangrijkste reden waarom zoveel Palestijnen vertrouwen in Barghouti hebben, in tegenstelling tot president Mahmoud Abbas, is dat hij niet corrupt is, denkt Kuttab. „Als Abbas een compromis sluit, dan wordt hij gezien als een verrader. Maar als Barghouti dit doet, zullen mensen het accepteren.”
Het feit dat hij, in tegenstelling tot Abbas en voormalig leider Yasser Arafat, is geboren en getogen op de Westelijke Jordaanoever en een groot deel van zijn leven in gevangenschap heeft doorgebracht, draagt ook bij aan zijn populariteit.
Daarnaast gelooft hij in het recht op verzet tegen de bezetting, maar alleen als hierbij legitieme doelen, zoals soldaten, worden aangevallen, volgens Kuttab. „Hij is geen pacifist, maar ook geen terrorist.” Barghouti zal volgens hem in staat zijn om „te communiceren met Israëliërs zoals niemand dat eerder heeft gedaan”. Hij spreekt vloeiend Hebreeuws, kent Israël goed.
Bovendien wordt hij gezien als een verbinder tussen de verschillende Palestijnse bewegingen, met wie hij vertrouwd is geraakt in gevangenschap. „Barghouti wordt gerespecteerd door het Palestijnse volk, maar ook door Hamas en Islamitische Jihad”, zegt Kuttab.
Kort na de door Hamas gewonnen verkiezingen van 2006, die tot grote verdeeldheid leidden, was hij initiatiefnemer van het Palestijnse Gevangenendocument, een overeenkomst tussen gevangen leiders van vijf Palestijnse bewegingen. Het doel van het document was het onderstrepen van het Palestijnse recht op verzet en het creëren van een nationale eenheidsregering. „Mijn vader gelooft nog steeds dat er een politiek partnerschap nodig is”, zegt zijn zoon Arab over het document.
Volgens Kuttab overtuigde Barghouti leden van Hamas en Islamitische Jihad ervan de tweestatenoplossing te accepteren, omdat het document doelde op een onafhankelijke Palestijnse staat in Gaza en de Westelijke Jordaanoever, met Oost-Jeruzalem als hoofdstad — en dus de impliciete erkenning van Israël.
Na een eventuele vrijlating zal Barghouti’s belangrijkste doelstelling zijn om de interne verdeeldheid binnen de Fatah-partij en de PLO te overbruggen, denkt Kuttab, om vervolgens Hamas en Islamitische Jihad ‘aan tafel’ te krijgen. Maar zover is het nog niet. Barghouti zit in een isoleercel in de Israëlische gevangenis in Ramla. Arab Barghouti zegt dat de situatie van zijn vader sterk achteruit is gegaan sinds 7 oktober. Hij is enkele keren verplaatst van gevangenis, heeft minder eten gekregen en het aantal bezoeken van zijn advocaat is ingeperkt.
Zelf moet Arab voor een familiebezoek een aanvraag indienen bij het Rode Kruis om toestemming te verkrijgen van de Israëlische autoriteiten – maar daar wacht hij al achttien maanden op.
Vanuit zijn cel maakte Marwan Barghouti zelf de Mandela-vergelijking tijdens het interview in 2006: „Je weet wat er gebeurd is met Mandela, uiteindelijk gingen ze met hem onderhandelen.”