Gerechtshof: PVV-senator Gom van Strien verhulde zakelijk belang

Het is aannemelijk dat Gom van Strien, PVV-senator en verkenner die naar voren werd geschoven door Geert Wilders, jarenlang „bewust verhuld” heeft dat hij als bestuurder van een dochteronderneming van Universiteit Utrecht en UMC Utrecht zaken deed met een bedrijf van zijn vrouw. Via deze „constructie” wist hij een „eigen belang” te krijgen in een spin-offbedrijf van de universiteit.

Dat staat in een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een civiele zaak tussen Utrecht Holdings, de dochteronderneming van universiteit en ziekenhuis, en Oscar S. die Van Strien in 2009 opvolgde als bestuurder bij Utrecht Holdings. Samen met Van Strien zou S. de universiteit voor miljoenen hebben benadeeld. Het arrest gaat ook uitgebreid in op de rol van Van Strien.

Na de verkiezingswinst van de PVV in november vorig jaar wees Geert Wilders Van Strien aan als verkenner voor een nieuw kabinet. Kort daarna onthulde NRC dat Utrecht Holdings bij het OM aangifte van oplichting en omkoping had gedaan tegen Gom van Strien, zijn opvolger en een ex-werknemer van Utrecht Holdings. Van Strien stapte na de onthulling op als verkenner, maar bleef aan als vicevoorzitter van de PVV-senaatsfractie.

Twee miljoen euro

Het draait om het spin-offbedrijf Nodens BV waarin de aandelen van twee biomedische ondernemingen zaten. Na forensisch onderzoek ontdekte Utrecht Holdings in 2022 dat Van Strien en diens opvolger de aandelen Nodens in handen hadden gespeeld van een externe onderneming, Hereswint Investments BV. Van Hereswint hadden hun beider echtgenotes ieder 32 procent van de aandelen toebedeeld. De andere aandeelhouders waren een oud-buurman (en vriend) van Van Strien, en diens zus. Hereswint zou tussen 2006 en 2018 zo’n twee miljoen euro aan dividendbetalingen van Nodens hebben ontvangen.

Wie de aandeelhouders van Hereswint waren, werd door Van Strien en zijn opvolger jarenlang verborgen gehouden voor de universiteit maar ook voor de fiscus en de ING Bank, blijkt uit correspondentie en e-mails die geciteerd worden in het arrest. Volgens het hof is „voldoende aannemelijk” dat het aandeelhouderschap van de echtgenotes „niet bekend is gemaakt, maar zelfs bewust verhuld”.

Het hof stelt vast dat Van Strien, toen nog bestuurder van Utrecht Holdings, persoonlijk zijn buurman instrueerde over de oprichting van Hereswint. De buurman moest de onderneming alleen op zijn naam zetten, met een bankrekening alleen op zijn naam. Volgens het hof was afgesproken dat onmiddellijk na de oprichting een deel van de aandelen naar de echtgenotes zou gaan. Hun aandeelhouderschap werd „bewust” onder de 33,3 procent gehouden zodat de fiscus niet bij hun echtgenotes zou uitkomen, blijkt uit e-mails. „Dat duidt erop”, schrijft het hof, dat Van Strien en zijn opvolger „geen extra belangstelling wilden voor hun betrokkenheid bij Hereswint.”

Verborgen houden

Volgens het hof zijn er „voldoende aanwijzingen” dat Van Strien en zijn opvolger hun band met Hereswint „verborgen” wilden houden. Daarbij wordt verwezen naar een e-mail uit oktober 2015 waarin Van Strien zich zorgen maakt omdat de ING Bank bij het openen van een bankrekening vraagt wie de aandeelhouders zijn. Van Strien schrijft aan de buurman: „Dit is inderdaad wel verontrustend. (…) Ik neem aan dat je een andere bank probeert?”

Nadat Van Strien en zijn opvolger de zeggenschap over Nodens in handen gespeeld hadden van Hereswint, werd dit spin-offbedrijf van het universiteitsterrein de Uithof verhuisd naar het thuisadres van de buurman. Dat gebeurde, volgens een e-mail van de buurman aan Van Strien „om het verband (uit het verleden) met de UU minder duidelijk te laten zijn”. Van Strien vond dat prima en hij schrijft terug: „Vroeger had je nog wel eens beleidsambtenaren en holdingdirecteuren die bij de KvK alle bedrijven in de Uithof inventariseerden.”

De buitenwereld mocht niet weten dat ze aan de touwtjes trokken bij Hereswint, maar het hof beschrijft hoe Van Strien, zijn opvolger en de buurman het voor het zeggen hebben. Zo staat in het arrest dat Van Strien in een e-mail op 20 mei 2015 aan zijn opvolger schrijft over „onze investering”, niet die van de echtgenotes.

Ze sturen elkaar e-mails met daarin verzoeken om de jaarverslagen en jaarrekeningen vast te stellen. In een van die e-mails, van 12 januari 2022, schrijft de buurman aan onder meer Van Strien: „Deze mail heb je niet ontvangen, dus weggooien!”

Nadat hij vorig jaar was opgestapt als verkenner, sprak Van Strien in De Telegraaf over een „politieke afrekening”. Volgens hem had hij voor zijn activiteiten als bestuurder van Utrecht Holdings toestemming van de raad van commissarissen. Het hof stelt dat „onvoldoende gebleken” is dat de raad van commissarissen via Van Strien op de hoogte was.

Civiele procedure

Van de rechtbank Gelderland kreeg Utrecht Holdings eerder al toestemming om stukken (zowel digitale en niet-digitale) van de opvolger van Van Strien in beslag te nemen, als bewijs. Het hof bekrachtigt met dit arrest het vonnis van de rechtbank. Utrecht Holdings is van plan om in nieuwe rechtszaken de schade te verhalen op Van Strien en zijn opvolger, meldt het hof. Utrecht Holdings zelf zegt „geen inhoudelijke mededelingen over de zaak” te doen.

Na de aangifte van Utrecht Holdings is het OM een strafrechtelijk onderzoek begonnen. Opsporingsdienst FIOD doorzocht in mei dit jaar de woning van senator Van Strien in het Limburgse Arcen en nam gegevens in beslag.