N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Gerben Vaillant, theatermaker Gerben Vaillant zoekt naar ritme en sfeer in zijn werk. Zijn nieuwe voorstelling ‘A sense of an ending’ vertrekt vanuit persoonlijke anekdotes en fantasieën over zijn leven.
„I tell you exactly what this is. This is a prophecy. This is the last song.” In een roze broek, asymmetrische top met franjes en met een masker van zilveren juwelen spreekt Gerben Vaillant met lage stem in een microfoon.
Zwoel kijkt hij de zaal in: „My final concert.” Schijnbaar moeiteloos springt hij plots uit zijn rol. „Oké, hier moeten we nog even een transitie voor bedenken”, zegt hij. Hij gaat voor in de zaal zitten en pakt zijn notitieboek. Soms steekt hij zijn hand in de lucht om een teken te geven aan de technicus over het licht.
„Even uitproberen wat dit doet, hoor”, zegt hij regelmatig tegen de acteurs die op het podium door het decor manoeuvreren: een tiental ogenschijnlijk lukraak geplaatste bouwhekken zoals je ze ook rondom een festivalterrein kunt vinden.
Het is maandagmiddag in Theater Frascati in Amsterdam. Dat de première van de voorstelling waarvoor hier wordt gerepeteerd al deze zaterdag is, lijkt geen punt te zijn. Er is nog volop ruimte voor experiment.
Theatermaker Vaillant (1994) – lang, snorretje, lichtbruin krullend haar – legt de laatste hand aan zijn nieuwe voorstelling A sense of an ending, waar hij zelf ook een kleine rol in heeft. Na zijn afstuderen aan de mime-opleiding van de AHK en zijn debuut bij Beginnings van Frascati Producties in 2021 stond Vaillant vorig jaar als jonge maker op het Over het IJ Festival met Swimming Studies (The other Everything) – een performance over een post-apocalyptisch subtropisch zwemparadijs.
Abstractie-level en thematiek
A sense of an ending doet in abstractieniveau en thematiek niet onder voor Swimming Studies. In zijn proloog kondigt Vaillant het einde van de wereld aan. In het tweede deel spelen de performers elk een iconisch personage – de sporter, de chique mevrouw, de coole jongen. Ze schrikken op van iets wat aan de horizon verschijnt, waarna ze alles uit hun handen laten vallen. Het laatste deel is „een soort post-apocalyptische picknickplek”, die symbool staat voor wat er na dat einde komt.
„Daar doen de mensen nog een laatste dans. Een zachte en ontspannen danse macabre”, vertelt Vaillant na de repetitie in Frascati. Het einde van de wereld, zo’n laatste adem, vindt hij best een geruststellend thema. „Het heeft iets zachts.”
Vaillant vertelt dat hij zijn theaterwerk wordt geïnspireerd door anekdotes uit en fantasieën over zijn persoonlijk leven. In één van die fantasieën loopt hij op een zebrapad, zakt plots in elkaar en herinnert zich dan niet meer waar hij vandaan komt of waar hij naartoe gaat. Als vreemdelingen hem dan een kop thee aanbieden, kan hij zich onderdompelen in het leven van iemand anders.
„Het is misschien een beetje een abstracte anekdote”, concludeert hij zelf. „Ik zoek vooral naar sfeer. Zodra je als maker thema’s gaat benoemen in je eigen werk, denk ik dat je er heel erg naast zit. In een sfeer zit iets dat vele malen groter en universeler is dan wat ik er verbaal uit kan vissen.”
Fragmentarische scènes
Vaillants werk is werk beeldend en moet visueel kloppen. Het grootste deel van A sense of an ending bestaat uit fragmentarische scènes, gescheiden door abrupte black-outs waarin de performers niet anders kunnen dan in alle berusting het einde der tijden ondergaan. Maar wat je ziet, mag niet te duidelijk worden, zegt Vaillant. „Dan verliezen we de sfeer van opluchting en denk je als publiek: oh, het gaat híerover. Dan is het gevoel weg.”
Daarom, zegt hij, moet de voorstelling het juiste ritme hebben. „Ik wil dat het publiek niks hoeft, gewoon kijkt en dingen voelt – zonder waarom-vraag. Als het ritme klopt, kan de toeschouwer zich overgeven.”
Als een publiek verliefd kan worden op iets waarvan ze niet snappen waarom ze er verliefd op worden, ben ik echt heel gelukkig
Het spel van de vijf acteurs wordt ondersteund door muziek van Timon Persoon, met wie Vaillant vaker samenwerkt. Persoon is bepalend voor de onheilspellende sfeer die aan het stuk kleeft: soms klinkt het alsof de wind rondom het gebouw raast, op andere momenten alsof je in een donkere parkeergarage staat waar de druppels van het plafond vallen.
Voor deze voorstelling componeerde Persoon onder andere een muziekstuk dat geïnspireerd is op één passage uit een boek van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgard, waarin een man door een besneeuwd landschap loopt en kerkklokken hoort. Vaillant is er erg blij mee, zegt hij. „De muziek treft precies de sfeer die ik in gedachten had.”
In het theater is volgens Vaillant het ultieme doel om het publiek te beroeren met de schoonheid van een beeld of situatie. „Als een publiek verliefd kan worden op iets waarvan ze niet snappen waarom ze er verliefd op worden, dan ben ik echt heel gelukkig.”