
Er zullen niet veel Nederlanders zijn die nooit een regel van Gerard Soeteman hebben gehoord. „Wat is dat voor behandeling?” zegt Floris tegen zijn belagers in de gelijknamige tv-serie uit 1969. „Beetje oorlog, best spannend”, zegt Rutger Hauer in Soldaat van Oranje (1977). „Het leven is net een kroket: als je eenmaal weet wat erin zit, hoef je niet meer.” (Renee Soutendijk in Spetters, 1980) is er ook een, of „Houdt het dan nooit op?” (Carice van Houten in Zwartboek, 2006). Ze zijn alle afkomstig uit de pen van de bekendste scenarioschrijver van Nederland: Gerard Soeteman. Hij overleed vrijdag, 88 jaar, na een kort ziekbed, maakte zijn familie bekend.
Zijn bekendste werk maakte hij met regisseur Paul Verhoeven; naast de hierboven genoemde films ook onder andere Turks Fruit (1973), Keetje Tippel (1975) en Verhoevens Engelstalige debuut Flesh & Blood (1985). Verhoeven en Soeteman, dat was een gouden combinatie, al behaalde Soeteman zijn grootste succes in samenwerking met Fons Rademakers met De aanslag (1986): die kreeg een Oscar.
De oorlog was een constante. In veel van de door hem geschreven films speelt de Tweede Wereldoorlog een grote rol. Dat heeft deels een autobiografische achtergrond: het bombardement op Rotterdam was een van de eerste herinneringen van de in 1936 geboren Soeteman. Wanneer hij in 2019 door de Volkskrant wordt geïnterviewd, koppelt hij die herinnering meteen aan een film: „Op de arm van mijn vader heb ik de stad zien afbranden. Het werd later alleen geëvenaard door Gone with the Wind, met die grote brand in Atlanta.” Voor Soeteman kon alleen film de werkelijkheid evenaren.
‘Fascistoïde vermaak’
Hij begint in 1955 met een studie Nederlandse Taal- en Letterkunde – een filmindustrie had Nederland in de jaren vijftig nog niet – maar al snel komt hij te werken bij de NTS (voorloper van de NOS), waar hij werkt als vertaler en scenarioschrijver voor tv-documentaires. Het beslissende moment van zijn werkzame leven komt in 1967, wanneer hij de opdracht krijgt een tv-serie te schrijven in de stijl van Ivanhoe en het Vlaamse Johan en de Alverman. Wat ze in België konden, moest ook in Nederland mogelijk zijn.
En dat bleek: Floris was een groot succes. Maar Soeteman kwam pas echt tot zijn recht toen hij ging schrijven voor het witte doek. Vooral in de jaren zeventig en tachtig zagen miljoenen Nederlanders zijn films, waarin de hoofdpersonen maar zelden de winnaars van de maatschappij zijn. Sombere, maatschappijkritische films met een wereldbeeld dat soms tegen het nihilisme schuurt. Dat komt ook omdat Soeteman schreef aan verfilmingen van Nederlandse romans, en vooral Wolkers en Reve waren weinig optimistische auteurs.
Zelf beschouwde hij Spetters als zijn belangrijkste film, het verhaal van een groep jongeren die zich aan hun bekrompen milieu wilden onttrekken. De ene lukt het wel, de andere heeft pech, en dat wordt verteld in een ogenschijnlijk moraalloos verhaal vol seks en geweld: „Fascistoïde vermaak” en „een diepzwarte poel voor personen wier geestelijke groei na drie jaar is opgehouden”, oordelen recensenten. De erkenning kwam later, zowel voor Spetters als voor Soetemans werk in het algemeen: in 2017 werd hij bekroond met een Gouden kalf voor filmcultuur.
Maatschappelijk betrokken
Een nihilistische schrijver was Soeteman bovendien zeker niet. Spetters had hij juist geschreven om het machteloze streven van ‘kleine mensen’ te laten zien. In interviews benadrukte hij ook graag zijn maatschappelijke betrokkenheid. Die werd ingegeven door de oorlog, maar ook door de jaren erna, toen hij zag hoe moeilijk zijn communistische vader het had om weer aan het werk te komen: „Ideologie is niet goed, dat keert zich tegen je. Dat had ik op mijn twaalfde al in de gaten”, vertelde hij in 2019. De Max Havelaar had hij ook deels ook verfilmd om „vraagtekens bij dingen te zetten”.
Na Zwartboek is er geen film meer verschenen waarop Soeteman als scenarioschrijver op de aftiteling staat. Hij schreef weliswaar mee aan Benedetta (2021), Paul Verhoevens film over een non die de kerk niet alleen schokte met haar homoseksualiteit, maar ook met haar religieuze opvattingen. Soetemans scenario werd ontvangen als „een schitterend feministisch pamflet”, maar na Verhoevens aanpassingen ging het alleen nog maar om „het gefrutsel aan de geslachtsdelen. En dat interesseert mij niet zo,” aldus Soeteman, die zijn naam van de aftiteling liet halen.
Sindsdien schreef hij nog wel, maar gemaakt werd er niets meer. Hij schreef de laatste jaren voor zichzelf, vanuit de Spaanse kustplaats waar hij woonde met zijn echtgenoot Lyke Marree. Dat mocht ook wel, na al die miljoenen bezoekers voor zijn films.
