De Franse acteur Gérard Depardieu is dinsdag in de rechtbank van Parijs schuldig bevonden aan aanranding. Dat meldt persbureau Reuters. Hij is veroordeeld tot achttien maanden voorwaardelijke celstraf. Zijn advocaat laat aan persbureau AFP weten dat Depardieu in beroep gaat tegen de uitspraak.
Het is de eerste uitspraak in een reeks zaken van seksueel wangedrag door Depardieu. Hij wordt door tientallen vrouwen beschuldigd van seksueel wangedrag, waaronder verkrachting.
De zaak die dinsdag diende tegen de 76-jarige acteur werd aangespannen door twee vrouwen die op de filmset van Depardieus film Les volets verts werkten. Het Openbaar Ministerie eiste eind maart al een voorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden, een boete van 20.000 euro en een schadevergoeding voor de vermeende slachtoffers.
Dit bericht wordt aangevuld.
Lees ook
Als Depardieu begint te praten bij zijn proces wegens seksueel wangedrag, verkruimelt zijn stevige uiterlijk
In haar trilogie Cadela Forca (‘Bitch Force’) onderzoekt de Braziliaanse schrijfster en theatermaakster Carolina Bianchi met haar gezelschap Cara de Cavalo hoe fysiek, seksueel en psychologisch geweld tegen vrouwen in onze cultuur zijn ingebed. Ze laat zien hoe dit geweld, door de manier waarop we erover vertellen – in de media, maar ook in de kunst – steeds weer wordt herhaald, goedgepraat, gebagatelliseerd, zelfs wordt aangemoedigd. Daarnaast richt ze zich op de vraag hoe je theatraal vorm kunt geven aan het ‘gat’, het onbenoembare, het trauma, dat een vrouw die dergelijk geweld heeft ondergaan, met zich meedraagt.
Bianchi vertelt over Persephone, de godin die de helft van het jaar in de onderwereld leeft – samen met Hades, die haar ontvoerde en verkrachtte – en de andere helft van het jaar bovengronds. Na een verkrachting, aldus Bianchi, is het net of je, als Persephone, weer tot leven komt na dood te zijn geweest. Alsof je in zekere zin dood bént. Alsof je weliswaar ademt, en rondloopt, en dingen doet en meemaakt, maar iets fundamenteels hebt achtergelaten op die helse plek waar je lichaam ophield van jou te zijn. „Wat te doen met dit lichaam”, vraagt Bianchi. „Wat te doen met de dolende Persephones?”
Scène uit ‘The Brotherhood’.
Foto Mayra Azzi
Een sterke vorm om het te hebben over dit ‘niet-zijn’, vond Bianchi in het eerste deel van het drieluik, het even bewonderde als omstreden The Bride and the Good Night, Cinderella. Bianchi diende zichzelf live een zogenaamde ‘date rape drug’ toe. Halverwege verloor ze het bewustzijn en namen haar medespelers de voorstelling over, waarbij ze zich haar lichaam toeëigenden.
In het tweede deel, The Brotherhood, dat afgelopen weekend op Kunstenfestivaldesarts in Brussel in première ging, onderzoekt Bianchi de oorsprong ervan: wat drijft een samenleving tot misogynie?
Pijn
Volgens Bianchi is het mede geworteld in een specifieke pijn die mannen met elkaar delen. Als klein kind al worden jongetjes aangemoedigd hun connectie met plezier, met spel, met zachtheid en tederheid – laten we zeggen met vrouwelijkheid – te begraven. Het leidt tot een afkeer van de eigen emotionele behoeften, en tot eenzaamheid. In ruil daarvoor worden die van emotie beroofde jongetjes – zeker wanneer ze wit zijn, en hetero, en cisgender – opgenomen in een samenlevingsbrede gemeenschap van mannen die elkaar steevast de hand boven het hoofd houden, elkaar helpen en steunen en bevestigen, het hele leven door. De kanten van zichzelf die ze, als prijs voor deze broederlijke saamhorigheid, hebben moeten verloochenen, kunnen zich aandienen in de vorm van vrouwenhaat.
Scène uit ‘The Brotherhood’.
Foto Mayra Azzi
The Brotherhood is prettig grillig en ongrijpbaar, en ook geregeld verrassend grappig. Wat er zoal langskomt: Bianchi bevredigt zichzelf met een vibrator, luisterend naar Tadeusz Kantor die op een geluidsband over theater oreert. Ze laat een groep van acht mannen delen presenteren uit haar vijfhonderd pagina’s tellende onderzoek naar verkrachting, schokkend in z’n feitelijkheid. (Een van de mannen: „We hebben de vrijheid genomen hier en daar iets te verbeteren.”) Bianchi presenteert een verfrissende analyse van de personages Trepljov en Nina uit Tsjechovs De Meeuw. (Nina’s monoloog wordt daarbij aangrijpend en glashelder uitgevoerd, door Bianchi zelf.) Bianchi wordt rondgedragen door een groep naakte, gemaskerde mannen, terwijl een potpourri klinkt van dansbare popliedjes vol referenties aan verkrachting en mannelijke woede. Er is een hommage aan toneelschrijver Sarah Kane, die ons vanaf een ontzagwekkend portret op het podium recht in de ogen kijkt.
Met The Brotherhood legt Bianchi machtsstructuren bloot die overal, ook in de theaterwereld waarin ze zich zelf beweegt, de koers bepalen. Steeds cirkelt de voorstelling langs de rand van het gat dat verkrachting in een mensenleven slaat, daarmee tastend naar de contouren ervan, de vorm die het heeft. Het gebeurt koel, zakelijk bijna, zonder pathos, en zonder de ambitie dat het tot een oplossing of een catharsis zou kunnen leiden. Maar mét de nadrukkelijke boodschap: kijk hiernaar. Erken ze, deze lichamen. Het is tijd voor nieuwe mythen.
Volgens minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) past een „duur Efteling-uitje” voor asielzoekers niet bij het voornemen van het kabinet om „de asielopvang te versoberen en overlast in asielzoekerscentra tegen te gaan”. Ook zou een pretparkbezoek „een aanzuigende werking” hebben op nieuwe groepen vluchtelingen. Dat zei de minister dinsdag tijdens het mondelinge vragenuur in de plenaire zaal van de Tweede Kamer.
Faber maakte afgelopen vrijdag bekend dat ze wil bezuinigen op het activiteitenbudget van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Premier Dick Schoof zei later dat het plan niet in de vrijdagse ministerraad was besproken.
De minister reageerde tijdens het vragenuur op vragen van Kamerlid Stephan van Baarle (Denk), die wilde weten waarom de beleidswijziging nodig is en hoe deze zal worden vormgegeven. Van Baarle vindt Fabers wens om te bezuinigen op het budget „denigrerend, pesterig en laag”. Is het plan regeringsbeleid of een proefballon van Faber zelf, wilde de Denk-leider weten.
De Europese opvangrichtlijnen, die voorschrijven dat minderjarige asielzoekers recht hebben op vrijetijdsactiviteiten, onderkent Faber naar eigen zeggen wel. Zo kunnen asielzoekers „een balletje trappen”, een „knutselmiddag” organiseren of „koekjes bakken”, stelt ze.
Volgens Van Baarle kan Faber niet aantonen dat een Efteling-uitje of dergelijke dagbesteding een aanzuigende werking hebben op asielzoekers. Bovendien moet het activiteitenbudget op basis van artikel 31 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind worden uitgegeven, stelt hij.
„Ik heb geen onderzoek nodig om deze conclusie te kunnen trekken”, stelt Faber. „Het is zo klaar als een klontje. Als je slecht gedrag gaat belonen met een duur uitje naar de Efteling, dat dat aantrekkelijk is.”
Efteling-uitje
Begin deze maand bemoeide minister Faber zich met een gepland uitje van een groep alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’ers) naar de Efteling. „Ik vind het on-uit-leg-baar om deze jongeren op kosten van de belastingbetaler op snoepreisje naar de Efteling te sturen. Geen sprake van”, schreef ze in een bericht op X. Ze kondigde in hetzelfde bericht aan met het COA, dat verantwoordelijk is voor de opvang van asielzoekers, in gesprek te gaan. Dat gesprek heeft nog niet plaatsgevonden.
Het uitje naar de Efteling was door het COA in het Friese Sint Annaparochie bedacht, omdat het komend weekend spanningen tijdens het jaarlijkse dorpsfeest wil voorkomen. Vorig jaar vond tijdens het dorpsfeest een confrontatie plaats tussen amv’ers en lokale jongeren. Die eindigde in een steekpartij waarbij drie dorpsbewoners gewond raakten. De betrokken amv’ers werden vervolgens overgeplaatst naar een andere asielopvang.
Na het verzet van Faber op X besloot het COA om het uitje naar de Efteling te annuleren. Het wil de groep van 44 minderjarige asielzoekers beschermen tegen verdere media-aandacht, bijvoorbeeld cameraploegen die hen bij de ingang van het pretpark zouden kunnen opwachten. De uitvoeringsorganisatie bedacht vervolgens een alternatief. Ook dat kon niet de goedkeuring van Faber krijgen.
Afgelopen vrijdag kondigde Faber na de ministerraad aan dat ze wil bezuinigen op het COA-activiteitenbudget. „Het is geen vakantieoord, er gaat gruwelijk veel geld naar die hele asielopvang”, zei ze. Weliswaar erkent ze dat de uitvoeringsorganisatie een zelfstandig bestuursorgaan is, wat onder meer inhoudt dat het eigenstandig beslist over de budgetten. Maar de asielminister stelt ook dat het COA afhankelijk is van geld „wat via het kabinet naar hun toe komt”. Faber: „Wie betaalt, bepaalt. Dat is een regel die er altijd is geweest.”
De bewindsvrouw is duidelijk geen voorstander „van al die uitjes”, maar het is de vraag hoeveel invloed ze op het activiteitenbudget kan uitoefenen. Dat budget is wettelijk geregeld. Zo schrijft de wet voor dat COA recreatieve en educatieve activiteiten moet organiseren voor haar bewoners. Ongewis is of en hoe ver de uitvoeringsorganisatie wil buigen voor Fabers wens de recreatie van asielzoekers zoveel mogelijk te ‘versoberen’.
In reactie op Fabers verzet tegen uitjes van minderjarige asielzoekers werden verschillende een crowdfundingcampagnes opgestart. In totaal werd er meer dan 200.000 euro opgehaald. Dat bedrag zal worden gedoneerd aan verschillende goede doelen die zich bezig houden vluchtelingenkinderen.
Lees ook
Geen overleg, vluchtend in oneliners: minister Faber vaart stoïcijns haar eigen koers
Ze zoeken naar voedsel in zout en modderig water, filteren daar hun microscopisch kleine prooien uit en hangen ondertussen óók nog eens met hun kop ondersteboven. Het eetgedrag van flamingo’s dwingt respect af. En Amerikaanse biologen schrijven nu in PNAS dat de wijze waarop de vogels te werk gaan nog ingenieuzer is dan gedacht. Met hun haaksnavel en kronkelhals weten ze tornado-achtige wervelingen op te wekken, waardoor het voedsel makkelijker binnenstroomt.
Wie naar de snavel van een flamingo kijkt, zal allereerst oog hebben voor de buitenkant: de sterke kromming, het lichtroze bovenstuk, de scherpe zwarte punt. Maar ook van binnen is het gereedschap de moeite waard: langs de snavelranden bevinden zich fijne, kam-achtige lamellen en de tong is buiten proportie groot. Daarmee wordt water naar binnen gezogen en weer langs de lamellen naar buiten geperst, zodat kleine garnaaltjes en roeipootkreeftjes achterblijven.
Toch schuilt er meer achter de hydrodynamica van het flamingodieet. Met behulp van experimenten met levende Chileense flamingo’s, 3D-geprinte snavels en poten en computermodellen achterhaalden de biologen dat de flamingo’s mini-maalstromen creëren in het water. Ze stampen met de poten en trekken kop en nek in zodanig dat er een onderwatertornado ontstaat, waarbij minuscule deeltjes richting het wateroppervlak wervelen – net andersom dan bij een neerwaartse draaikolk dus. Elk prooidier dat erin terechtkomt is ten dode opgeschreven, want eenmaal boven in de waterkolom stroomt het zó de flamingomaag in.
Efficiënt wervelen
Een speciale rol is weggelegd voor de vorm van de snavel. ‘L-vormig’, schrijven de onderzoekers, al is van een echte 90-gradenhoek geen sprake. Maar door die haaksnavel (terwijl ze kopje-onder in het water hangen) in hoog tempo open en dicht te doen en tegelijkertijd omhoog te bewegen kunnen ze het water wel extra efficiënt laten wervelen.
Jonge flamingo’s hebben overigens nog geen L-vormige snavels. Daardoor zouden ze minder goed zijn in het zelfstandig vergaren van voedsel, aldus de auteurs, maar dat hoeft geen probleem omdat ze nog ‘kropmelk’ toegediend krijgen: een melkachtige substantie gemaakt van voedsel dat de ouderdieren eerst eten en dan weer uitscheiden via de keel. Ook uitgestorven oerflamingo’s (zoals de tussen 28 en 13 miljoen jaar geleden levende Harrisonavis croizeti) hadden rechtere snavels dan de hedendaagse soorten. Waarschijnlijk hadden die vroege vogels een minder gespecialiseerd dieet, en stonden er destijds ook grotere prooien op het menu.
De ontdekking is niet alleen interessant voor vogelliefhebbers, schrijven de onderzoekers. Naar hun idee zou het eetgedrag van de flamingo ook voor inspiratie kunnen dienen in waterzuiveringsinstallaties. Mechanische snavels en poten zouden met hun wervelingen kunnen helpen om vuil of schadelijke organismen naar het oppervlak te brengen en vervolgens te verwijderen.