Gematigde groei is niet het anti-immigratierapport waar het voor gehouden wordt

Haagse rapporten dreigen nogal eens spreekwoordelijk ‘onder in de la’ te belanden, maar dat lot is Gematigde groei – Rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 bepaald niet beschoren. Sterker: binnen een week na publicatie heeft het rapport al een sterrenstatus bereikt. Kranten openden er hun voorpagina’s en sites mee, opiniepagina’s en debatcentra stroomden vol en politieke duiders analyseerden hoe het rapport de kabinetsformatie zou beïnvloeden.

Daarbij leek er in alle berichtgeving een tamelijk eenduidig beeld uit het rapport op te rijzen: om Nederland leefbaar te houden, moet de migratie worden beperkt. Er werd al gespeculeerd dat deze boodschap er prima in zou gaan bij de vier formerende partijen, die hun gunstige verkiezingsuitslag immers te danken hadden aan een heersend anti-immigratiesentiment.

Een en ander werd woensdag samengebald in de ‘Stelling van de Dag’ van De Telegraaf: ‘Rem op migratie noodzakelijk’, waarmee 98 procent van de 9.935 deelnemers instemde; zeven op de tien respondenten vonden dat de grenzen ook voor politieke vluchtelingen moeten worden gesloten. ‘Uitslag Stelling: „Er kan niemand meer bij”’, kopte de krant.

Voor de mensen die vinden dat er niemand meer bij kan, heeft de Staatscommissie evenwel een ontnuchterende boodschap. De realiteit, schrijft ze, „is dat migratie niet meer weg te denken is in een globaliserende economie en een wereld die geopolitieke spanningen kent en waarschijnlijk ook de spanningen zal voelen van klimaatverandering.”

Hiermee sluit het rapport aan bij de boodschap van migratiehoogleraar Hein de Haas, die sinds vorig jaar furore maakt met zijn boek Hoe migratie echt werkt: net zomin als je voor of tegen ‘de economie’ of ‘de gezondheidszorg’ kunt zijn, kun je voor of tegen migratie zijn. Het is een gegeven.


Lees ook
Onderzoek Justitie: geen bewijs voor ‘aanzuigende werking’ asielbeleid

Vluchtelingen in de wachtkamer bij het IND aanmeldcentrum in Ter Apel.

Apocalyptische zin

Dat is nog een feitelijke vaststelling, maar het rapport gaat verder. Gematigde groei is helemaal niet het anti-immigratierapport waar het voor gehouden wordt. De Staatscommissie is verrassend stellig over het nut, ja, zelfs over de bittere noodzaak van het aantrekken van migranten. Mochten de mensen die vinden dat er niemand meer bij kan hun zin krijgen, dan zal de Nederlandse bevolking krimpen. En krimp, zo waarschuwt de Staatscommissie, heeft funeste gevolgen op tal van terreinen.

In een krimpscenario wordt de beroepsbevolking verhoudingsgewijs kleiner, verscherpt de vergrijzing en stijgen de uitgaven aan ouderenzorg en sociale zekerheid. In een tamelijk apocalyptische zin waarschuwt de commissie: „Deze combinatie leidt ertoe dat de jongere generaties geconfronteerd worden met zeer hoge financiële lasten en een relatief groot deel van hen in de zorgsector zal moeten gaan werken om voorzieningen in stand te kunnen houden.”

Weliswaar zou bij bevolkingskrimp ook de druk op de ruimte iets afnemen. Maar ook dit heeft ongewenste gevolgen: banen en voorzieningen zullen verdwijnen. Scholen aan de randen van het land zullen moeten sluiten en leegstand van woningen en andere gebouwen schaadt de leefbaarheid.

Natuurlijk, de eerstelijnsverslaggeving over het rapport kwam ook niet helemaal uit het luchtledige. Ze richtte zich op een ander deel van het ruim vierhonderd pagina’s dikke verslag, waarin de commissie juist waarschuwt voor een te snelle bevolkingsgroei. En ja, omdat groei in Nederland nu eenmaal door migratie komt, moet volgens de commissie voorkomen worden dat een ongebreideld aantal mensen naar Nederland trekt. Er is een middenscenario nodig – vandaar de titel.

Een belangrijke opmerking van de commissie is dat er in het voorbije decennium jaarlijks zo’n 140.000 tot 180.000 mensen uit Nederland vertrokken. Omdat het aantal kinderen per vrouw al jaren onder het ‘vervangingsgetal’ van 2,1 ligt, is voor de gewenste gematigde groei dus immigratie nodig. Zo hadden de nieuwskoppen ook best kunnen luiden: ‘Migranten nodig om economie draaiende te houden.’


Lees ook
Staatscommissie Demografie: beperken migratie nodig om welvaart te behouden

Een plek met tijdelijke woningen voor arbeidsmigranten in de Limburgse gemeente Horst.

Soorten migranten

Wat de discussie over migratie misschien wel een stapje verder kan helpen, is de nuance die het doortimmerde rapport aanbrengt over de soorten migranten die in een ideale situatie naar Nederland komen. Sommige arbeids- en studiemigranten zijn volgens het rapport zelfs onmisbaar.

Niet alleen, schrijft de commissie, is arbeidsmigratie „nodig om het land als kenniseconomie verder vorm te geven”. Maar ook in „vitale sectoren als de zorg” heeft zulke migratie een plaats. Nederland zou zich moeten inspannen voor het behouden van migranten die een waardevolle bijdrage leveren aan de economie. En ook is het zinvol om te streven naar het behoud van afgestudeerden in vakgebieden waar vraag naar is.

Sterker nog, Nederland zal in een ‘mondiale battle for talent’ zelfs moeten strijden om deze specifieke arbeidskrachten uit de klauwen van begerige buurlanden te houden. Ditzelfde geldt voor arbeiders in de metaalindustrie en in de zorg, en voor mensen die de energietransitie mogelijk kunnen maken.

Binnen een week na publicatie heeft het rapport al een sterrenstatus bereikt

Ook de humanitaire verplichtingen die Nederland heeft, verliest de commissie niet uit het oog. Vluchtelingen kunnen ‘goed worden beschermd’, stelt het rapport, met daarbij de aanbeveling dat er flink in de asielopvang geïnvesteerd moet worden.

Tegenover het aantrekken van specifieke arbeidsmigranten staat ook het afweren van andere, minder nuttige types. En daarmee worden niet de vluchtelingen uit oorlogsgebieden bedoeld, die misschien niet altijd direct op de arbeidsmarkt van waarde zijn, maar die wel recht op bescherming hebben. Nee, de commissie doelt hierbij op arbeidsmigranten in „laagproductieve sectoren of sectoren die slechts kunnen bestaan bij de gratie van onwenselijke verdienmodellen”.

Hier verzuimt de commissie enigszins om man en paard te noemen. Maar de invulling van bovenstaande opmerking is wel duidelijk: moet het land nou echt volgezet worden met distributiecentra en slachterijen voor vlees dat vooral voor de export bestemd is? In dit soort sectoren lijkt arbeidsmigratie ‘het verdienmodel’ geworden, waarbij de arbeidsmigranten „in een precaire en afhankelijke situatie” gebracht worden en de kosten afgewenteld worden op „zwakke doelgroepen en kwetsbare wijken”.

Dat er goed over het gewenste soort arbeidsmigranten nagedacht moet worden, is volgens de commissie extra van belang vanwege de krapte op de woningmarkt.

Haarscherp

Het rapport biedt een brede blik op migratie, maar net zo goed op huizenbouw, zorg, onderwijs en economie. Alles wordt in samenhang bekeken en de probleemanalyses zijn haarscherp. Alleen de voorgestelde oplossingen hadden hier en daar wat concreter gemogen – al constateert de commissie ook weer niet geheel ten onrechte dat de echte keuzes in de Tweede Kamer gemaakt moeten worden.

Over de woningmarkt constateert Gematigde groei bijvoorbeeld dat er in 2,3 van de 5 miljoen eengezinswoningen geen gezin woont. En dat een groot deel van de vraag naar meer woningen ligt aan de ontwikkeling dat huishoudens uit minder personen bestaan dan voorheen. Maar hoe los je die mismatch tussen vraag en aanbod dan op? „Het onderscheid tussen schaarste en betaalbaarheid van woningen zou beleidsmatig veel meer aandacht moeten krijgen”, schrijft de commissie dan. Tja – daar koopt een starter nou niet direct de gewenste woning met tuintje van.

Concreter wordt het gelukkig bij maatregelen om de ongewenste gevolgen van arbeidsmigratie te temperen. Bijvoorbeeld: maak werkgevers van immigranten verantwoordelijk voor goede huisvesting of scholing van kinderen van migranten. Of voer een extra heffing op visa in. Deels kunnen arbeidsmigranten vervangen worden door automatisering en robots, en kunnen kassen naar het buitenland verhuizen. Ook kunnen Nederlanders gestimuleerd worden om meer uren te werken, door te werken tot hogere leeftijd, en kan de arbeidsdeelname van vrouwen omhoog.

Huisvesting van arbeidsmigranten die voor AgroStar werken.
Foto Olivier Middendorp

Bandbreedte

De belangrijkste aanbeveling uit het rapport is het instellen van ‘bandbreedtes’ voor verschillende typen migratie. Dit betekent dat er gemikt moet worden op een migratiesaldo – dus immigratie minus emigratie – waarmee de Nederlandse bevolking van 17,9 miljoen nu binnen 26 jaar zal groeien naar 19 tot 20 miljoen.

Hoeveel zijn dat er dan per jaar? Dat zegt de commissie dan weer niet met zoveel woorden. Frappant in dit verband is dat het gewenste migratiesaldo van een van de deelnemers aan de formatie, NSC-leider Pieter Omtzigt, netjes binnen het door de Staatscommissie gewenste scenario zou vallen: met netto vijftigduizend migranten per jaar zou Nederland in 2050 op zo’n 19,2 miljoen mensen uitkomen. Ietsje meer mag dus ook nog wel. Overigens is vijftigduizend ook zo’n beetje het langjarige migratiesaldo uit het recente verleden.

Zo bezien is de conclusie niet gerechtvaardigd dat de commissie de migratie wil beperken; eerder wil ze zo’n beetje hetzelfde niveau aanhouden als nu. En ingrijpen als het er onverhoopt veel meer zouden worden. Het gáát de commissie niet zozeer om minder migratie. Het gaat om het beter selecteren van arbeidsmigranten, in combinatie met het hoog houden van de bescherming van vluchtelingen. Ook aan dat laatste kan Nederland wel iets doen als het geopolitiek helemaal uit de hand zou lopen, stelt het rapport: zo kan de regering zich er in Brussel hard voor maken dat naast bevolkingsomvang en bbp ook de bevolkingsdichtheid wordt meegewogen in de verdeling van asielzoekers binnen de EU. Daarnaast kan ze investeren in ontwikkelingssamenwerking, eerlijke handel, werkgelegenheid en klimaatadaptatie in landen van herkomst.

Zoals verwacht mag worden van zo’n integraal rapport concludeert Gematigde groei, in navolging van Johan Remkes: „Niet alles kan overal.” Al wordt deze uitspraak verderop toegeschreven aan „staatsman W. Drees”: „Niet alles kan, en zeker niet tegelijk.” Dat adagium geldt in 2050 evenzeer als een eeuw daarvoor.


Lees ook
‘Ik fotografeerde de eerste verdronken migrant’

Ildefonso Sena’s <strong>foto van de verdronken Marokkaanse man</strong> in het Spaanse Tarifa, 1 november 1988.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/gematigde-groei-is-niet-het-anti-immigratierapport-waar-het-voor-gehouden-wordt-3.jpg”><br />
</a> <dmt-util-bar article=