Geheimzinnige tentoonstelling ‘Water’ is als een ontdekkingsreis door het poolgebied

Recensie

Expositie In de tentoonstelling ‘Water’ van de Friese kunstenaar Tjibbe Hooghiemstra komen verschillende werelden samen: die van kunst, literatuur en historische poolexpedities.

Tjibbe Hooghiemstra, ‘zonder titel’.
Tjibbe Hooghiemstra, ‘zonder titel’.

Foto John Stoel

Op de museumvloer ligt een cirkel, onmiskenbaar een poolcirkel. Er staan woorden op geschreven, zoals over het „kristallig rinkelen” van smeltend ijs „en de bevroren verte”. Water heet de expositie van de Friese kunstenaar Tjibbe Hooghiemstra (1957) in Museum De Buitenplaats in Eelde. Evengoed zou die IJs kunnen heten: de twintig grote schilderijen beelden in de kleuren helwit, blauw, okergeel, loodgrijs en ultramarijn ijskliffen en ijsschotsen uit. We betreden aan de hand van schilderijen, kleurtekeningen, schetsen en tekeningen in Japanse inkt de ijskoude wereld van de polen.

Een tekst van Herman Melville uit de roman Moby Dick (1851) vertelt over de hallucinerende verwarring die iemand bevangt die langdurig in de koudste zones van de aarde verblijft: hij ervaart die als „de Zwarte Zee bij een middernachtelijke storm” of „een wintertafereel aan de noordpool”.

Rondom de cruciale schilderijen zijn tal van kleinere werken opgehangen die veelal schetsmatig de ijswoestenij weergeven. Het zijn collages van uiteenlopende afbeeldingen in verschillende afmetingen en van uiteenlopend materiaal vervaardigd. Als een soort beeldverhaal of een schetsboek. In veel van zijn werk, ook ditmaal, gebruikt Hooghiemstra oude kaart- en atlasbladen als drager voor de tekeningen. Zo zien we een krijtwitte ijsberg tegen een dreigend-zwarte achtergrond getekend op een ‘Position Plotting Sheet’ uit 1947. Dat is een mooi beeld, de ijsberg vastgelegd in coördinaten.

Geheimen

De tentoonstelling vertelt feitelijk het verhaal van de Britse poolreiziger Robert Scott die in maart 1912 tijdens zijn tweede expeditie de dood vond op Antarctica. Hij en zijn teamleden arriveerden op de geografische Zuidpool in januari van dat jaar en troffen daar de tent van de Noor Amundsen aan, die ruim een maand eerder, december 1911, dezelfde plek bereikte. De desillusie was immens. Op de tent wapperde trots de Noorse vlag.

Op tekeningen zien we, soms extreem gestileerd, de driehoekige vorm van Amundsens pooltent zoals die door Scotts team werd gefotografeerd en getekend. Scott vond de dood in een tent van dezelfde simpele vorm. In elke collage treffen we behalve de tent ook het getekende portret aan van zijn vrouw, kunstenares Kathleen Scott. Soms zien we haar in het zwart van de rouw, dan gevangen achter tralies.

Het kost enige tijd voordat de expositie haar geheimen prijsgeeft. De verrassing die alles in perspectief plaatst, vindt de bezoeker op de eerste verdieping. Daar ontwierp Hooghiemstra een installatie met een lege tafel, stoel, enkele zeer donkere nachtlandschappen en op de muur geprojecteerd de afscheidsbrief die Scott aan Kathleen schreef, een aangrijpende tekst oog in oog met de naderende dood in het ijs. Hij richt de brief tot haar als „weduwe”. De kleine ruimte waarin deze installatie staat, heeft schuine wanden en plafond, en heeft daardoor iets van de beklemmende sfeer van de tent waarin de poolreiziger zijn laatste levensdagen verbleef, omringd door een hevige sneeuwstorm.

In Water komen verschillende werelden samen: die van kunst, literatuur en van historische poolexpedities. De bezoeker krijgt een informatiebulletin uitgereikt met uitleg en foto’s van Scotts dramatische ontdekkingsreis en van Kathleen. Vooral het portret van Kathleen uit 1907 is indrukwekkend: zwart haar, scherpe donkere blik. Ben je haar in de collages eenmaal op het spoor gekomen, dan herken je haar beeltenis zelfs in een bijna abstracte, zwarte werveling van lijnen en krassen. Hooghiemstra werkt met gemengde technieken, variërend van inkt, krijt, houtskool en potlood tot acrylverf op antiek papier en linnen.

De tentoonstelling zelf is als een ontdekkingsreis. Op het eerste gezicht trekken de grote schilderijen met de vele ijzige kleuren de aandacht, maar gaandeweg ontdek je de betekenis van de kleinere werken. De rouwzwarte portretten van Kathleen. De lijnen die over de zeekaarten lopen en de routes lijken uit te zetten. Of ijsschotsen die als witte wolken zijn en omgekeerd. Ze spiegelen elkaar. Wit, vele tinten blauw en zwart zijn de overheersende kleuren. Hooghiemstra varieert en herhaalt zijn thema’s, wat een extra dimensie geeft: ijslandschappen lijken eentonig, maar als je goed kijkt, zie je nuances van geel in het ultramarijn. IJsbergen kunnen zelfs fluweelzwart zijn of zwart-blauw. Opeens zie je op meerdere, kleinere werken een ijsbeer, met ‘Noordpool’ ernaast geschreven. Dit dier kan Scott nooit gezien hebben, op Antarctica komen ze niet voor. Ze zijn telkens getekend op een ijsschots, en aldoor alleen. En ze ogen lieflijk, met rondingen van het lichaam. Symbolen van smeltend ijs en een verdwijnende poolwereld. Dit geeft aan Water een bijzondere, actuele dimensie.


Lees ook: Deze hond leerde haar baasje de waarde van tomeloze energie


Beeldende kunst Naar een museum? Dit zijn de beste exposities die je nu kunt zien