De Nederlandse politiek is te wit. Of: voor de ervaringen en opvattingen van mensen met een migratie-achtergrond is nog te weinig ruimte. Dit hoorden Jaco Dagevos en Floris Vermeulen toen ze namens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) onderzochten in hoeverre mensen met een migratie-achtergrond zich vertegenwoordigd voelen door de Nederlandse politiek.
Donderdag verschijnt het rapport op basis van hun onderzoek, getiteld: ‘Is de politiek er voor iedereen?’ Daarin concludeerden de onderzoekers dat mensen met een migratie-achtergrond zich minder vertegenwoordigd voelen door de politiek dan mensen zonder. De onderzoekers richtten zich op eerste – en tweede generatie migranten van buiten Europa.
Dagevos en Vermeulen zien wel verschillen tussen de migranten. Hoe meer een groep gevestigd is in Nederland, des te somberder is ze over de vertegenwoordiging door de politiek. Dat is vergelijkbaar met de integratieparadox: juist mensen met een migratie-achtergrond die een betere sociaal-economische positie hebben, voelen zich meer buitengesloten in de samenleving. „Vluchtelingen kijken op een andere manier naar de politiek dan migranten van de tweede generatie en vergelijken de politiek in Nederland met de politiek in het land van herkomst”, zegt Dagevos.
Voor het onderzoek verstuurde het team van Dagevos en Vermeulen vragenlijsten, hield het focusgroepen en nam het interviews af. Het onderzoek is nog voor de verkiezingswinst van de PVV uitgevoerd. Destijds had ongeveer 15 procent van de Kamerleden een niet-Europese migratie-achtergrond. Dat percentage komt ongeveer overeen met het percentage Nederlanders met een niet-Europese migratieachtergrond.
Boze vrouw
Maar gehóórd worden ze nog te weinig, zeggen de mensen met wie de onderzoekers spraken. Mensen met een migratie-achtergrond vinden vaak dat de politiek niet naar hen luistert en dat onderwerpen die zij belangrijk vinden worden gebagatelliseerd of terzijde worden geschoven. Gevoelens van uitsluiting spelen een belangrijke rol: dat zij, en de politici met wie zij zich identificeren, politiek niet volwaardig meetellen. De ‘mainstream politiek’ accepteert ons niet, was het gevoel.
De SCP-onderzoekers hoorden mensen vertellen over de invloed die de bejegening van Tweede Kamerleden met een migratie-achtergrond op hen heeft. „We hoorden veel over de manier waarop andere politici omgingen met politici van Denk en met Sylvana Simons van Bij1. De laatste werd door anderen neergezet als boze, zwarte vrouw.” En naar wat ze zei werd vervolgens te weinig geluisterd, zeiden geïnterviewden. Ze noemden ook het onweersproken blijven van politici die discriminerende opmerkingen maakten. „Het bevestigt het idee van er uiteindelijk niet écht bij horen”, zegt Vermeulen.
Vicieuze cirkel
Dat mensen zich minder vertegenwoordigd voelen, noemen de onderzoekers zorgelijk. Het leidt tot een vicieuze cirkel. Problemen van kiezersgroepen die minder meedoen in de politiek krijgen minder aandacht, dat versterkt het gevoel er niet toe te doen, en dat leidt vervolgens tot een grotere kloof en minder aandacht voor politiek. De onderzoekers zien nu al dat de opkomst achterblijft in wijken in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam waar veel mensen met een migratie-achtergrond wonen.
Vermeulen noemt als voorbeeld de Amsterdamse wijk Osdorp-Midden, waar minder dan 20 procent van de kiesgerechtigden stemde bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. „En de groep kiezers met een migratie-achtergrond zal in de toekomst groeien. Des te belangrijker om actie te ondernemen.”
Lees ook
‘Nederland is al een van de kleinste en drukste landen, we kunnen zo niet doorgaan’
Slavernijverleden
Hoe kan de vicieuze cirkel worden doorbroken? „Een deel van de kiezers met een migratie-achtergrond zegt: het maakt niet uit of ik wel of niet stem”, zegt Dagevos. Daarom zeggen de onderzoekers: „Politieke partijen moeten hun verantwoordelijkheid nemen.” Politici moeten goed nagaan of zij wel alle belangen in de samenleving vertegenwoordigen. In het voeren van goed diversiteits- en inclusiebeleid lopen de politieke partijen nog achter, schrijven de onderzoekers. Dat komt, denkt Dagevos, doordat diversiteitsbeleid een gevoelig onderwerp is waar niet alle kiezers enthousiast van worden.
En met alleen mensen met een migratie-achtergrond op je kieslijst zetten ben je er als politieke partij niet, zeggen de onderzoekers op basis van hun gesprekken. Krijgen deze mensen, als ze eenmaal verkozen zijn, genoeg ruimte om hun punt te maken, en om onderwerpen te bespreken die zij belangrijk vinden? Dat is belangrijk voor de manier waarop mensen met een migratie-achtergrond zich vertegenwoordigd voelen, merkten de onderzoekers.
Hoopgevend waren de excuses voor het slavernijverleden, hoorden de onderzoekers van mensen die aan het onderzoek deelnamen. Het is ook goed dat partijen als Denk bestuurlijk mee mogen doen in bijvoorbeeld Rotterdam, zegt Dagevos. In Rotterdam vormt Denk samen met D66, VVD en Leefbaar Rotterdam het dagelijks bestuur van de stad. „Dat is een signaal: dan voelen mensen dat ze serieus worden genomen.”