De geur van vis stijgt op uit de hete vlagen bakolie aan de oever van het Victoriameer in West-Kenia. „Toen ik hoorde van Trumps decreet om USAID te sluiten, wist ik wat ons te wachten stond”, zegt vissersvrouw Yunis terwijl ze een tilapia ontschubt en in de olie werpt. „Mijn business ligt in duigen. Mensen eten minder vis en hotels zeggen hun bestellingen af.”
Elke crisis laat zich onmiddellijk voelen op de visafslag van Kisumu aan de oevers van het grootste meer van Afrika. Visser Nicolas Didi draagt tussen de papyrusplanten in het kabbelende water een teil vol tilapia aan land. „Ik verkoop nog maar de helft van wat ik eerst verkocht sinds de sluiting van USAID. Dit is een ramp, net zoals hiv dat was en later Covid.”
In West-Kenia komt de bevriezing van Amerikaanse ontwikkelingshulp en het op non-actief stellen van een groot deel van de medewerkers van hulporganisatie USAID hard aan. Het gebied heeft zwaar te lijden van de gevolgen van hiv, corona, malaria en tuberculose.
In de deelstaat Kisumu kwam 35 procent van de begroting voor gezondheid van USAID, zegt Frederic Oyango, directeur voor openbare gezondheid van Kisumu. „We dreigen te worden teruggeworpen naar de jaren negentig, toen we nog geen laboratoria en medisch personeel hadden voor aids en tuberculose. Dat tekort werd sindsdien afgedicht door buitenlandse hulporganisaties.”
Gratis condooms
Tot voor kort kwam je het logo van USAID tot in de verste uithoeken van Kenia tegen. Het prijkte op voedselhulpzakken en blikken bakolie in afgelegen gebieden bewoond door nomaden. Je zag het in jeugdcentra, opvanghuizen voor straatkinderen, schoolgebouwen, klinieken voor gezinsplanning in de steden, op pakjes condooms in queerbars, op pakjes tampons voor schoolmeisjes. De eerste email van het USAID-hoofdkwartier over stopzetting van de hulp, op vrijdag 24 januari, sloeg hier in als een bom en bracht de hulpmachine abrupt tot stilstand.
Volgens de Keniaanse minister van Gezondheid, Deborah Barasa, verloren in het hele land 37.000 hulpverleners die levensreddend werk verrichten, plotseling hun baan. Ze heeft een gat van 200 miljoen dollar in haar begroting en ze voorspelt de komende jaren 23.000 extra doden door de gevolgen van tbc en 60.000 nieuwe hiv-infecties.
Vissers in Kisumu zien arme meisjes overgaan op sekswerk, want nu de subsidie is stopgezet kunnen ze hun schoolgeld niet meer betalen. „Iedereen wil zich beschermen, maar we kunnen nu geen gratis condooms meer verstrekken”, zegt Vera Oyango, hoofdverpleegster van een kliniek bij het meer. Ook het testen van zwangere hiv-positieve vrouwen, op basis waarvan medicijnen worden verstrekt, ligt stil. Oyango’s gezondheidswerkers die bij arme gezinnen langsgingen om gezinsplanning te propageren en gezondheidte onderzoeken, zitten onbetaald thuis.
Lees ook
Bevriezing USAID ontketent chaos in mondiale zorg, voedselhulp, media en mensenrechtenclubs
In de dure wijk Milimani siert een wirwar van uithangborden voor hulporganisaties vrijwel iedere straathoek. Op bevel van het hoofdkantoor in Washington werden die van USAID de afgelopen weken verwijderd en werden de metalen poorten van de huizen van buitenlandse ngo-medewerkers hermetisch afgesloten. „In de email van 24 januari stond een verbod om met de media te praten”, vertelt een medewerker van een door USAID gefinancierde organisatie. „Iedereen in de hulpindustrie is doodsbang geworden. We durven zelfs via WhatsApp niet meer te communiceren, uit vrees te worden afgeluisterd.”
Cholera-uitbraak
In het laboratorium van het Safe Water and Aids Project (SWAP) is iedereen druk met testen vanwege een vermoedelijke uitbraak van cholera in de regio. „We voelen het effect overal om ons heen na de stop work order”, zegt Alie Eleveld, de Nederlandse oprichter van SWAP. Aan de muur in haar kantoor hangt een foto waarop ze wordt gehuldigd door de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton. Ze werkte veertig jaar in de gezondheidszorg in verscheidene Afrikaanse landen. „In die veertig jaar werd ik voortdurend gefinancierd door organisaties”, vertelt ze.
Marian Otieno woont aan het einde van een labyrint van steegjes in de armere wijk Nyalenda in Kisumu. In haar lemen eenkamerwoning hoorde ze op de radio het nieuws over Trumps besluit. Ze is hiv-positief, haar man overleed twee jaar geleden omdat hij zijn medicijnen niet regelmatig nam. „Nu ga ook ik sterven”, jammert ze. „Ik verkoop wat groentes. De opbrengst is net genoeg voor een maaltijd per dag, niet voor mijn medicijnen. Sinds USAID mijn medicijnen niet meer betaalt, bedel ik iedere dag bij de leraren, maar ze stuurden mijn dochter weg omdat ik het schoolgeld niet meer kan opbrengen.” Veel arme inwoners uit Nyalenda die baantjes hadden als bewakers of leveranciers voor de hulpverleners, verloren hun inkomen. „Iedereen in onze wijk is woedend”, zegt Otieno. „En de misdaad neemt toe, onze buurt is onveiliger geworden.”
Lees ook
Paniek in de Zuid-Afrikaanse townships door stopzetten Amerikaanse hulp aan hiv-programma: ‘Er zullen mensen sterven’
Middenklasse
Ook in het luxe winkelcentrum Mega City van Kisumu zijn de gevolgen van het Amerikaanse besluit voelbaar. Enkele hulporganisaties zegden de huur van hun pand op. Nirmal Darbar, een vooraanstaande zakenman in Kisumu, zegt dat de relatief goed betaalde Keniaanse hulpverleners behoorden tot de middenklasse, de groep dus die zijn restaurant en discotheek bezoekt. „De hulporganisaties houden geen workshops meer in mijn hotel, waardoor ik meer dan de helft van mijn clientèle ben kwijtgeraakt. Supermarkten, hotels, bars en restaurants, alle ondernemingen verliezen klanten.”
Darbar schat dat 60 procent van de economie in Kisumu afhankelijk is van de hulpindustrie. „We zijn afhankelijk geworden van USAID en moeten nu onze broekriem aanhalen.”
Het is een wake-up call. We zijn veel te afhankelijk geworden van buitenlandse donoren
De manager van een grote bank vertelt hoe ook de hulpstop ook de financiële sector raakt. „We weigeren nu leningen aan ngo-werkers van alle organisaties die gefinancierd worden door USAID”, vertelt ze. „Het vertrouwen in de relatie met deze klanten is geschaad. We gaan de leningen niet snel hervatten, ook niet als de Amerikaanse hulp terugkeert.”
Met het wegvallen van de salarissen van duizenden ngo-werkers én de ruim 600 miljoen euro voor 230 USAID-hulpprojecten, komt de Keniaanse economie in de problemen. „De economie kan in een duikvlucht raken, devaluatie dreigt voor de Keniaanse shilling”, aldus de bankmanager.
Krap bij kas
Hoe moet Kenia verder zonder USAID? Alfred Adongo werkt bij een project voor waterhygiëne in een sloppenwijk. „Er is een probleem van onze samenleving blootgelegd”, zegt hij, staand bij een toilet betaald door USAID. „Dit is een wake-up call. We zijn veel te afhankelijk geworden van buitenlandse donoren. Toiletten en distributie van condooms zijn basisvoorzieningen waarvoor de overheid hoort te zorgen.”
Op de vraag wie het gat dat USAID achterlaat moet vullen, heeft nog niemand een antwoord. Ook traditionele donorlanden als Groot-Brittannië en Nederland bouwen hun hulp af. De Keniaanse overheid zit krap bij kas. Het land heeft een buitenlandse schuldenlast van 43 miljard euro en draagt van iedere tien geïnde shilling er zeven af.
„De armoede neemt toe door de stopzetting van USAID. De woede onder de armen groeit”, verzucht Alfred Adongo. „Die onrust kan ieder moment ontploffen.”
