Nu verschillende radicaal-rechtse partijen in Europa verkiezingen winnen, buigen veel wetenschappers zich over oorzaken hiervan. Hoe komt het bijvoorbeeld dat zo veel kiezers zich tegenwoordig aangetrokken voelen tot het beeld van de migrant als veroorzaker van allerhande maatschappelijke problemen? Zijn zij inherent racistisch, of zijn er dieperliggende oorzaken voor aan te wijzen?
De 34-jarige Duitse politicoloog Gianna Maria Eick, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, schreef een boek over een concept dat volgens haar cruciaal is in dit debat. Het gaat over ‘welvaartschauvinisme’: de opvatting dat de toegang van migranten tot de verzorgingsstaat beperkt of afgesloten moet worden.
Wat je overal in Europa ziet gebeuren, constateert Eick tijdens een gesprek op haar Amsterdamse werkkamer, is dat de houding van mensen ten opzichte van migranten gepolitiseerd wordt. Wat ze daarmee bedoelt: in het algemeen worden mensen toleranter, maar politici maken mensen bang door voortdurend de nadruk te leggen op negatieve eigenschappen van migranten.
Welvaartschauvinisme, zegt Eick, is een „winnende formule” voor radicaal-rechtse politici, die het zeer effectief gebruiken om kiezers te mobiliseren. Waar ze vooral in slagen, is kiezers het gevoel geven dat migranten voorzieningen van hen ‘afpakken’. Of dat ze voorrang krijgen. Of dat de ‘echte’ inwoners van hun land vooral belastingen betalen om migranten te onderhouden, in plaats van hun eigen gezin. Welvaartschauvinisten doen dus een beroep op gevoelens van nationalisme en jaloezie.
Dit doet denken aan de theorie van de Amerikaanse socioloog Arlie Russell Hochschild over het ‘diepe verhaal’ waar haar landgenoten die op Donald Trump stemden in geloofden. Dit verhaal luidt ongeveer zo: je staat met z’n allen in de rij op weg naar de American Dream, maar het is zwaar om die te bereiken. Plotseling komen er vanachter in de rij mensen opstomen – zwarten, vrouwen, vluchtelingen – die jou, met steun van de overheid, inhalen in de rij. Voordringers dus, en daar houdt niemand van. Trump, een ultieme welvaartschauvinist, beloofde de Amerikanen vervolgens dat hun land weer van hen kon worden.
Het is menselijk, zegt Eick, om te willen beschermen wat je hebt. „Veel mensen geloven ook dat genereuze verzorgingsstaten meer migranten aantrekken. Maar voor zo’n aanzuigende werking op zogenoemde welzijnstoeristen is geen bewijs.”
En dat migranten ook weer aan de verzorgingsstaat kunnen bijdragen, heeft in de welvaartschauvinistische retoriek geen plaats. Eick: „Het opleiden van migranten kost bijvoorbeeld geld, maar zodra ze op de arbeidsmarkt integreren, dragen ze geld bij. Feit is dat de relatie tussen migratie en welvaart niet per definitie positief of negatief is.”
Lees ook
dit achtergrondartikel over rechts-radicaal populisme in de EU
Zondebok
In Europa wordt radicaal-rechts ook nog eens geholpen door gevestigde partijen, constateert Eick. Als regeringspartij waren zij vaak verantwoordelijk voor zaken als bezuinigingen op sociale zekerheid, flexibilisering van de arbeidsmarkt en het woningtekort. „Maar die verantwoordelijkheid ontlopen ze. Het is veel makkelijker om migranten als zondebok te gebruiken voor hun falende beleid.” Met dat discours, zegt de politicoloog, rechtvaardigen allerlei partijen het uitbuiten van arbeidsmigranten en het schenden van de mensenrechten van vluchtelingen.
Veel lastiger is het volgens haar om het echte verhaal te vertellen: dat duurzame sociale investeringen in mensen beter zouden zijn voor zowel de economie als voor de sociale samenhang. „Ze zouden moeten beginnen met toegeven dat migranten menselijk zijn. Dat verhaal vergt geduld en politieke moed, wat moeilijk is in relatief korte verkiezingscycli.”
Electoraal is het overnemen van radicaal-rechtse retoriek uiteindelijk ook niet slim, blijkt uit tal van onderzoeken: wanneer gevestigde partijen de opvattingen van radicaal-rechts normaliseren, stemmen kiezers liever op het origineel. Eick: „Zo gaf de VVD met haar harde taal over migratie de burger het gevoel: zie je wel, die Wilders had altijd al gelijk.”
Welvarend
De term welvaartschauvinisme werd in 1990 gemunt door de Deense politicoloog Jørgen Goul Andersen en zijn Noorse collega Tor Bjørklund. Nederland is een van de meest welvaartschauvinistische landen in Europa: de afkeer van voorzieningen voor migranten is er hoger dan in een land als Polen. Op de stelling in het enquêteonderzoek European Social Survey dat migranten pas welzijnsvoorzieningen zouden moeten krijgen nadat ze Nederlands staatsburger zijn geworden, of zelfs helemaal nooit, antwoordde iets meer dan de helft van de Nederlanders instemmend – ruim boven het Europese gemiddelde van 40 procent. En het welvaartschauvinisme in Nederland neemt toe.
Verbaast het Eick dat de relatief welvarende Nederlanders zo op de rechten van migranten willen beknibbelen? „Onderzoek heeft aangetoond dat anti-immigrantenretoriek, meestal van radicaal-rechts, ook het welvaartschauvinisme kan bevorderen. Dit is het vermoeden dat ik heb voor Nederland, waar culturele kwesties belangrijker lijken te zijn dan in andere Europese landen. In heel Europa zeiden de meeste onderzochte burgers dat migranten na een jaar werken en belasting betalen welzijnsvoorzieningen mogen krijgen. Maar Nederlanders koppelen daar de eis aan dat je eerst staatsburger moet zijn geworden.”
Het beeld bestaat, zegt Eick, dat Nederland een zeer genereus land is. Maar dat valt volgens haar wel mee; zo is het universitair onderwijs er, in tegenstelling tot in veel andere landen, niet gratis. Uiteindelijk, zegt de onderzoeker, kan juist een wat genereuzere opstelling tegenover migranten bevorderlijk blijken voor de economie. „Als je financieel aan de grond zit, reis je ook niet naar een computertraining om je arbeidsmarktpotentie op te vijzelen.”
Uit Eicks onderzoek blijkt dat het meeste verzet bestaat tegen uitkeringen aan migranten, zoals werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag of de bijstand. Minder weerstand hebben mensen tegen onderwijs, integratie op de arbeidsmarkt of kinderopvang voor migranten. De Toeslagenaffaire is een „perfect voorbeeld van wantrouwen jegens niet-ingezetenen”, aldus Eick. „De Belastingdienst gebruikte etnische aanwijzingen om mensen in verband te brengen met fraude.”
Ook niet handig, zegt ze, is dat asielzoekers zo lang moeten wachten op toegang tot de arbeidsmarkt. Volgens SEO Economisch Onderzoek levert het de Nederlandse economie miljarden euro’s op als asielzoekers onbelemmerd kunnen werken. Ook Eick zegt dat migranten beter positief benaderd kunnen worden, zoals in de door critici verguisde Willkommenskultur: dat draagt volgens haar bij aan betere integratie in de samenleving én op de arbeidsmarkt. Daar moeten migranten dan wel iets tegenover zetten, aldus Eick. Zo moeten ze de taal leren – zelf spreekt ze na een jaar in Nederland de taal op het gevorderde B2-niveau. Dit wordt ook gestimuleerd en gecompenseerd door haar werkgever. „Een goede manier om de verantwoordelijkheid niet alleen bij de nieuwkomer te leggen”, lacht ze.
Lees ook
deze recensie van het geruchtmakende rapport Gematigde Groei
Niet naar school
Eicks interesse in welvaartschauvinisme ontstond vanuit haar persoonlijke achtergrond. Ze heeft in verschillende landen gewerkt, en als tiener in Hamburg woonde ze onder toezicht en was ze zelf afhankelijk van sociale zekerheid. Zo ervoer ze hoe het is om afhankelijk te zijn, en hoe het voelt om gestigmatiseerd te worden. „Wie een uitkering ontvangt, wordt al gauw als lui bestempeld. Maar het is meestal geen eigen keuze om in zo’n afhankelijke situatie te zitten. Veel mensen schamen zich ervoor dat ze hulp van de staat nodig hebben en hebben het gevoel dat ze de controle over hun eigen leven verliezen.”
Eick herinnert zich dat de staat een keer haar uitkering te laat betaald had, waardoor ze naar het arbeidsbureau moest om uit te zoeken wat er mis was gegaan. „Ik moest dat die dag voorrang geven boven school, omdat ik het geld nodig had om eten te kopen.” Geldzorgen waren een zware last, tegelijkertijd is ze dankbaar voor de hulp die ze kreeg.
Haar latere onderzoek sterkte Eick in de overtuiging dat het beperken van de toegang tot sociale zekerheid voor mensen in nood bijdraagt aan een gepolariseerde samenleving. Welvaartschauvinisme noemt ze „irrationeel”: het leidt tot meer invloed voor radicaal-rechtse partijen, die doorgaans niet veel met democratie en met de ‘linkse’ verzorgingsstaat op hebben. „Zo bevorder je een algeheel negatieve houding tegenover verzorgingsstaten. Dit leidt ertoe dat ook welzijnsvoorzieningen voor niet-migranten gevaar gaan lopen. Terwijl verzorgingsstaten juist een lange geschiedenis hebben in het beschermen en bevorderen van economisch en sociaal welzijn.” Door welvaartschauvinisme, concludeert ze, stemmen mensen dus ook tegen hun eigen financiële belangen.
Verzorgingsstaten zijn gebaseerd op een gemeenschap die solidair is en risico’s deelt. Eick: „In tijden van crisis worden dergelijke gemeenschappen verzwakt, en worden groepen die als minder verdienstelijk worden beschouwd vaak buitengesloten. Dit lot treft migranten als eerste.” En dat, zegt ze, heeft tot gevolg dat meer en meer burgers migranten beschouwen als de groep die het minst voor sociale steun in aanmerking komt.
Voorbeelden van de toenemende onrust over migranten ziet Eick overal. „Neem nou het bankpasje dat Duitse deelstaten aan asielzoekers willen geven. Een conservatieve deelstaat als Beieren verbindt daar meteen allerlei beperkingen aan, uit angst dat migranten hun geld aan ongewenste zaken uitgeven. Precies door die opstelling bevestig je het verhaal dat migranten niet te vertrouwen zijn.” Ook hier zijn het de gevestigde partijen die tegemoet proberen te komen aan het discours van radicaal-rechts, AfD in dit geval, om hun kiezers terug te winnen – wat ze volgens Eick niet zal lukken.
Een ander voorbeeld, ook uit Eicks thuisland: Friedrich Merz, voorman van de conservatieve CDU, die een half jaar na de Russische invasie zei dat Oekraïense vluchtelingen profiteren van het stelsel voor sociale zekerheid in Duitsland door er bescherming te zoeken, uitkeringen te innen en vervolgens terug te keren naar Oekraïne. Eick, licht verontwaardigd: „Dit is propaganda. Nonsens. Denkt hij nou echt dat die mensen het leuk vinden om hun land te ontvluchten? Maar hij heeft zijn doel bereikt: de migrant is weer afgeschilderd als onbetrouwbaar.” De media pikten Merz’ opmerkingen gretig op, waardoor de discussie over migranten volgens Eick in een „neerwaartse spiraal” belandt.
Lees ook
deze reportage over een Marokkaanse arbeidsmigrant in Duitsland
Kosmopolitische levensvisie
Hoe kan die spiraal worden doorbroken? Vaak wordt aangenomen dat opleidingsniveau een goede voorspeller is voor de houding ten opzichte van migranten. Hoe theoretischer opgeleid, is de gedachte, hoe toleranter. Universiteiten worden gezien als liberale bastions waar studenten volgens critici zelfs geïndoctrineerd worden met een kosmopolitische levensvisie, waarmee ze het volmaakte tegendeel van de welvaartschauvinisten zouden vormen.
Als dat zo zou zijn, dan zou inzetten op onderwijs de afkeer van migranten kunnen temperen. Maar Eicks onderzoek nuanceert de aannames die aan deze gedachte ten grondslag liggen. Ten eerste omdat theoretisch opgeleiden volgens de politicoloog getraind zijn in het geven van sociaal wenselijke ofwel politiek-correcte antwoorden in enquêtes; ze voelen goed aan wat je in hun kringen ‘eigenlijk’ niet mag vinden.
En al zouden theoretisch opgeleiden minder problemen met migranten hebben, zegt Eick, daar staat tegenover dat ze gemiddeld negatiever denken over de verzorgingsstaat in het algemeen – cynisch gezegd omdat ze die zelf minder nodig hebben. Als je naar de mate van welvaartschauvinisme kijkt, scoren Europese theoretisch en praktisch opgeleiden daarom ongeveer even hoog.
Eick pleit daarom voor een eind aan het vingerwijzen over wie er schuld draagt aan de opkomst van vreemdelingenhaat. Praktisch opgeleiden zijn niet allemaal racisten die zich bedreigd voelen en theoretisch opgeleiden niet altijd tolerante kosmopolieten. „Met welvaartschauvinisten aan de macht staan de verzorgingsstaat en de democratie op de tocht. Dit veroorzaakt een toenemende ongelijkheid en publieke ontevredenheid. En dat treft iedereen.”