Geen schadevergoeding voor meisjes van de Goede Herder

Uitbuiting De rechtbank is er niet van overtuigd geraakt dat de katholieke congregatie van de Goede Herder alle meisjes in haar instellingen „bewust heeft getraumatiseerd om volgzaamheid af te dwingen”.

Tussen 1860 en 1978 moesten zeker 15.000 meisjes en vrouwen in Nederland dwangarbeid verrichten in wasserijen en naaiateliers van de zusters in Tilburg, Zoeterwoude, Almelo en het Gelderse Velp, bleek in 2018
Tussen 1860 en 1978 moesten zeker 15.000 meisjes en vrouwen in Nederland dwangarbeid verrichten in wasserijen en naaiateliers van de zusters in Tilburg, Zoeterwoude, Almelo en het Gelderse Velp, bleek in 2018

Foto Jeroen Jumelet/ANP

De meisjes van de Goede Herder krijgen geen schadevergoeding voor de dwangarbeid die ze afgelopen eeuw in twee kerkgenootschappen van de katholieke congregatie moesten verrichten. Dat oordeelde de rechtbank van Noord-Holland woensdag. Negentien vrouwen spanden een rechtszaak aan tegen de organisatie achter de kloosters van de Zusters van de Goede Herder, waar ze tussen 1951 en 1979 onder barre omstandigheden dwangarbeid zouden hebben moeten verrichten. Ze eisten onder meer erkenning van de misstanden en schadevergoeding voor de materiële en immateriële schade van de verantwoordelijke kerkgenootschappen. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouwen af om een uitzondering op de verjaring.

De rechter oordeelde dat slechts in uitzonderlijke gevallen een uitzondering kan worden gemaakt op de verjaring en is er niet van overtuigd geraakt dat de Goede Herder alle meisjes in haar instellingen „bewust heeft getraumatiseerd om volgzaamheid af te dwingen”.

Tussen 1860 en 1978 moesten zeker vijftienduizend meisjes en vrouwen in Nederland dwangarbeid verrichten in wasserijen en naaiateliers van de zusters in Tilburg, Zoeterwoude, Almelo en het Gelderse Velp, bleek in 2018 uit onderzoek van NRC. Na de onthulling werd een onafhankelijk onderzoek ingesteld naar de gebeurtenissen. Daaruit bleek dat meisjes in de instellingen van de zusters van de Goede Herder aan ongeoorloofde vormen van dwangarbeid onderworpen zijn geweest. Of dat voor alle meisjes geldt, was niet duidelijk. Veel van de meisjes bevonden zich bovendien in een ondergeschoven maatschappelijke positie. Ze waren soms prostituee of ongehuwd zwanger, maar meestal wees, verwaarloosd, ongewenst of misbruikt

Sommige vrouwen zouden al op elfjarige leeftijd moeten werkenin de kloosters. Voor werkzaamheden als naaien en wassen voor onder meer warenhuizen en ziekenhuizen kregen de meisjes niet betaald. Een van de vrouwen sprak op de zitting van een „soort gevangenis” en vertelde dat het werk zo zwaar was dat ze vaak flauwviel. De zusters zagen hun werk juist als „vrome boetedoening”, die de meisjes „discipline en perspectief” kon bijbrengen. „De zusters hadden het idee dat ze de meisjes klaarstoomden voor hun leven na de instelling”, zo klonk de verdediging.


Lees ook: Onderzoek: de meisjes van de Goede Herder