N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Canon van Vlaanderen De onlangs gepresenteerde Canon van Vlaanderen is verrassend van samenstelling. Té progressief naar de smaak van nationalistische partijen.
Venster nummer 27 in de vorige week gepresenteerde Canon van Vlaanderen draagt de naam ‘Mule Jenny’. Dat is de stoommachine die aan het eind van de achttiende eeuw in delen vanuit Groot-Brittannië naar Gent werd gesmokkeld en een enorme impuls gaf aan de katoen-nijverheid in Europa. Mule Jenny kon tot wel tweehonderd keer sneller garen spinnen dan een eenvoudig spinnenwiel.
Het was de Belgische industrieel Lieven Bauwens die de machine naar België haalde. Maar de negenkoppige commissie die de Vlaamse canon samenstelde, koos er bewust voor Bauwens niet op de voorgrond te plaatsen. „Die naam klinkt in Vlaanderen al als een klok”, zegt Emmanuel Gerard, historicus en emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Leuven, tevens voorzitter van de genoemde commissie. „Er is zelfs een standbeeld van hem. Maar aan die machine hebben in de honderd jaar die zouden volgen tienduizenden vrouwen gewerkt. Om ook het genderaspect in de canon te brengen, hebben we voor de machine gekozen, niet voor de man. In dat opzicht is deze canon prikkelend. We hadden ook kunnen kiezen voor platgetreden paden. Maar dan krijg je sowieso kritiek.”
En kritiek was er, al ver voor de canon verschenen was. Het initiatief was immers van de nationalistische partij N-VA, die over de canon sprak als instrument ‘om het identiteitsbesef van de jongere generaties te bevorderen’. De N-VA werd verweten van de canon een identitair project te maken.
Onafhankelijke groep experts
In het uiteindelijke akkoord van de regering-Jambon werd opgenomen dat ‘een onafhankelijke groep experts op wetenschappelijke basis’ een Canon van Vlaanderen zou opstellen. Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) vond historicus Emmanuel Gerard bereid aan het project mee te werken, op voorwaarde dat hij naar eigen inzicht een commissie mocht samenstellen en dat de politiek zich niet zou bemoeien met de samenstelling van de canon. Volgens Gerard hield Weyts woord. Uitgangspunt was dat de canon hoogstens een weerspiegeling kon zijn van het collectief geheugen, maar nooit van de identiteit.
Gerard stelde een team samen van negen deskundigen – (kunst)historici, journalisten, filosofen en een archeoloog – die elk vanuit de eigen expertise mochten aandragen wat in een canon van Vlaanderen onmisbaar was. Resultaat is een boekwerk dat uit zestig vensters bestaat, geïnspireerd op de in 2006 gelanceerde Canon van Nederland, destijds samengesteld door historisch letterkundige Frits van Oostrom.
Gerard: „Het mooie aan die vensters is dat je in plaats van een tamelijk betekenisloos namenlijstje een overzicht krijgt waarin je een veel breder tijdsgewricht kunt belichten. Wij zijn daar zelfs nog iets verder in gegaan met deze canon; elk venster begint met een blikvanger, met daarna een thema en twee focuspunten. Op die manier konden we ook onbekende figuren op de voorgrond plaatsen en voeg je een intellectuele, rijke dimensie aan de canon toe.”
Er gingen soms verhitte discussies vooraf aan de Canon van Vlaanderen, juist omdat er vanuit zo veel verschillende invalshoeken naar werd gekeken. Dat maakte ook dat de commissie uiteindelijk een half jaar langer dan gepland nodig had om het karwei af te maken. Volgens Gerard waren er veel gesprekken nodig om het eens te worden over hoe het voor Vlaanderen belangrijke jaartal 1302 in de canon op te nemen.
Vlaamse identiteit
Op 11 juni van dat jaar vond de Guldensporenslag plaats, een veldslag bij Kortrijk waarbij ‘het gewone volk’ in Vlaanderen een overwinning behaalde op een ridderleger van de Fransen. De nationalistische partijen N-VA en Vlaams Belang gebruiken 11 juni, een feestdag in Vlaanderen, jaarlijks als moment om de Vlaamse identiteit te onderstrepen. De Guldensporenslag komt verderop in de canon nog eens terug in het venster over ‘De Leeuw van Vlaanderen’, naar de roman over de veldslag van Hendrik Conscience. Critici vinden dat te veel gedweep met het jaar 1302. „Maar we hebben er juist voor gekozen om weg te blijven van die fanfarestijl”, zegt Gerard. „De Guldensporenslag staat in de canon niet als nationalistisch startpunt, maar als begin van een sociale strijd.”
Dat heeft pijnlijk uitgepakt voor de N-VA, denkt Dave Sinardet, politicoloog aan de Vrije Universiteit van Brussel. „Dat het gemythologiseerde startpunt van het Vlaams-nationalisme in deze canon als voorloper van het socialisme wordt neergezet, had de N-VA denk ik liever anders gezien. En Vlaams Belang zal balen van het progressieve karakter van deze canon. Maar het identitaire zit ’m natuurlijk al simpelweg in het feit dat deze canon er überhaupt is. Zo’n Vlaams venster geeft toch een natievormende lading mee.”
Maar dat de commissie onder leiding van Gerard inhoudelijk niet van nationalisme beticht kan worden, blijkt bijvoorbeeld uit de keuze om de koloniale overheersing in Congo een prominente plek in de canon te geven. „De canon is niet in de eerste plaats bedoeld om aan te geven wat typisch Vlaams is, maar om ontwikkelingen te duiden die hier hebben plaatsgevonden en die mede het reilen en zeilen van de regio hebben bepaald”, aldus Gerard. Over Congo wordt niet langer gesproken alsof de Belgen er de beschaving brachten, maar gaat het over ‘de zelfverklaarde beschaving’. Ook het feit dat zaken als het homohuwelijk en de aloude reuzenstoet van Borgerhout in de canon zijn opgenomen, waarbij in 2021 aandacht werd gevraagd voor mensen met een migratieachtergrond, laat zien dat de commissie een eigentijds beeld wilde schetsen.
Verrassende elementen
Naast voor de hand liggende keuzes voor Van den vos Reynaerde, een van de oudste teksten in het Nederlands, gedichten van Hugo Claus en schilderijen van Ensor en Rubens, zijn in de Canon van Vlaanderen ook meer verrassende elementen toegevoegd, waaronder het festival Rock Werchter als voorbeeld van de opkomst van de festivalcultuur en Jacques Brel als toonbeeld van de Franstalige cultuur in Vlaanderen. Op taalgebied staat het typisch Vlaamse woord ‘goesting’ in de canon, lintbebouwing is een voorbeeld van de Vlaamse ruimtelijke ordening.
Maar ook met een weidse blik deden de samenstellers het niet voor iedereen goed. Meteen na de lancering buitelde men over elkaar heen. Dat zoiets als de bier- en cafécultuur ontbrak in de Canon van Vlaanderen, vonden veel Vlamingen maar schandalig. Gelukkig voor hen staat wielerkoers de Ronde van Vlaanderen er wel in.