Gedogen met een of meer partners, of toch extraparlementair? Opties voor de formatie

Wekenlang spraken PVV, VVD, NSC en BBB over de inhoud en financiën, terwijl ze wisten dat NSC-leider Pieter Omtzigt niet met de PVV in een kabinet wilde stappen. „We hadden al snel in de gaten dat de vorm het probleem was, daar had het meer over moeten gaan”, reflecteerde PVV-leider Geert Wilders woensdag in het Kamerdebat over de vastgelopen formatie. Daarom stelde Wilders een „tussenstap” in de formatie voor. Een nieuwe informateur, SER-voorzitter Kim Putters, moet gaan onderzoeken hoe de verschillende kabinets- en gedoogsvormen bij de vier partijen en de rest van de Tweede Kamer liggen.

Nog meer vertraging in de formatie, was de kritiek van veel partijen woensdag. Nee, zei Wilders, de vorm kan juist „het breekijzer voor meer beweging in de formatie zijn”. Wat zijn de meest voor de hand liggende opties, en wat zijn de voor- en nadelen?

1. Eén gedoogpartner

In dit geval wordt er een akkoord gesloten met één vaste gedoogpartner, die geen bewindslieden levert. Deze constructie is bij de formatie van 2010 gebruikt: VVD en CDA formeerden toen een minderheidskabinet, maar waren door het sluiten van een gedoogakkoord met de PVV op veel punten wél van een meerderheid verzekerd. In het gedoogakkoord waren afspraken vastgelegd over bijvoorbeeld migratie, veiligheid, zorg en financiën. Zo’n vast gedoogakkoord heeft als voordeel dat een minderheidskabinet niet continu op zoek hoeft naar een meerderheid en niet bang hoeft te zijn dat het snel met een motie van wantrouwen naar huis wordt gestuurd.

Voor de gedoogpartner, zoals de PVV destijds en mogelijk NSC bij een komend rechts minderheidskabinet, heeft zo’n constructie ook voordelen, zegt Mariken van der Velden, universitair hoofddocent politieke communicatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. „Je kunt zeggen: op punt A en B wil ik wel mijn steun geven, maar op punt C niet.” Een gedoogpartner heeft meer ruimte om trouw te blijven aan de beloftes die aan kiezers zijn gedaan.

Er zijn ook duidelijke nadelen. Een gedoogpartner voelt zich minder loyaal aan een kabinet, ook in de Tweede Kamer, zegt hoogleraar staatsrecht Wim Voermans (Universiteit Leiden). „Wilders hield in 2010 de handen vrij en voelde zich bepaald niet genoodzaakt om aardig te zijn tegen de bewindslieden van VVD en CDA.” Een ander nadeel: als er iets gebeurt dat niet in een gedoogakkoord is vastgelegd, kan er een crisissituatie ontstaan. Ook dat gebeurde tijdens Rutte I. Toen er vanwege de financiële crisis plotseling bezuinigd moest worden, kwam het kabinet ten val omdat VVD en CDA het daar met de PVV niet over eens konden worden.


Lees ook
De formatie is abrupt gestopt. En elk nieuw scenario lijkt onaantrekkelijk

Pieter Omtzigt legde dinsdagavond in de talkshow <em>Humberto </em>uit waarom NSC stopt met onderhandelen. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/gedogen-met-een-of-meer-partners-of-toch-extraparlementair-opties-voor-de-formatie.jpg”><br />
</a> </p>
<h2 class=2. Meerdere gedoogpartners

Om zich niet afhankelijk te maken van één gedoogpartner zou een minderheidskabinet ook gedoogsteun bij verschillende partijen kunnen zoeken. Dat kan op twee manieren. In de Scandinavische landen komen minderheidskabinetten vaker voor, en geven vaak meerdere partijen automatisch steun aan het kabinet van hun richting, zegt Mariken van der Velden. „Als links daar een minderheid vormt, kan zij op verschillende punten door andere partijen uit de linkerflank gesteund worden.” Gedoogakkoorden per thema, met verschillende groepen partijen van links tot rechts, komen in Denemarken ook regelmatig voor.

hoogleraar staatsrechtWim Voermans Waarom zou een rechts kabinet met zo’n zwaard van Damocles boven het hoofd willen werken?

Het sluiten van gedoogakkoorden met verschillende partijen maakt een nieuw Nederlands kabinet minder afhankelijk van bijvoorbeeld NSC. De kabinetten-Rutte, die niet altijd een meerderheid in de Eerste Kamer hadden, werkten een tijdje samen met ‘de constructieve drie’ in de oppositie (D66, ChristenUnie en SGP). Zolang de PVV het initiatief heeft in de formatie, is het wel de vraag hoe realistisch deze route is. Het CDA, D66 en alle partijen links daarvan hebben namelijk eerder aangegeven uit principe geen vaste (gedoog)afspraken met een PVV-kabinet te willen maken.

3. De losse gedoogvariant

Gedogen zonder onderhandelingen of vaste afspraken: dat is de variant die Omtzigt lijkt te willen. In een reactie op het eindverslag van informateur Ronald Plasterk liet de NSC-leider deze week weten in de volgende informatieronde niet meer te willen meepraten. Hij wil liever afwachten waar een eventueel minderheidskabinet van PVV, VVD en BBB mee komt. Daarna wil hij kijken welk beleid hij kan steunen, zei Omtzigt woensdag in het Kamerdebat.

VVD-partijleider over extraparlementair kabinetDilan Yesilgöz Iedereen heeft er een ander beeld bij

Hoe weten PVV, VVD en BBB wat ze aan Omtzigt hebben, als hij niet mee wil doen aan onderhandelingen, vraagt Wim Voermans zich af. Hij ziet geen reden waarom de drie partijen deze constructie zouden accepteren. „Als je voor deze losse gedoogvariant kiest, moet het kabinet continu naar Omtzigt kijken. Waarom zou een rechts kabinet met zo’n zwaard van Damocles boven het hoofd willen werken? Zeker wetende dat Omtzigt wel eens een onverwachtse beweging maakt, zoals vorige week in de formatie. Als ze dit toestaan, wordt Omtzigt de alleenheerser.”

Volgens Van der Velden is deze constructie niet wat ‘gedogen’ inhoudt. „Wat Omtzigt zegt is: als het minderheidskabinet dingen voorstelt waar wij het mee eens zijn, dan stemmen wij voor.” Ze noemt dat „nogal wiedes. Stemmen op basis van je standpunten, dat is toch wat alle politieke partijen doen?”

4. Een extraparlementair meerderheids- of minderheidskabinet

Ook een extraparlementair kabinet werd al vaak door NSC genoemd. Woensdag deed VVD-leider Dilan Yesilgöz dat in het Kamerdebat ook. Zij moest direct toegeven dat de partijen in Den Haag niet precies weten hoe zo’n kabinet eruit ziet. „Iedereen heeft er een ander beeld bij, dat zul je met elkaar moeten bespreken.” Yesilgöz deed alvast een voorzet: een beknopt regeerakkoord, duidelijke financiële kaders, en mogelijk bewindslieden van buiten de politiek of niet alleen van de vier (centrum)rechtse partijen. Ze riep NSC-leider Omtzigt wel op dan óók bewindslieden te leveren, zodat het kabinet op een meerderheid kan leunen.

Dat laatste kan helpen om zo’n kabinet tot een succes te maken, denkt Voermans. Hij noemt het kabinet-Den Uyl, waarin bewindslieden van KVP, ARP en PPR zaten terwijl deze partijen niet voor een uitvoerig regeerakkoord hadden getekend. „Deze constructie zorgde eigenlijk voor een stille meerderheid, en geeft toch meer loyaliteit doordat er geïnvesteerd is in personen.”

Omtzigt herhaalde woensdag overigens dat hij „in principe” geen bewindslieden wil leveren als een extraparlementair kabinet enkel zou bestaan uit PVV, VVD, BBB en NSC.

Omtzigt heeft liever een bredere variant, waar meer partijen uit het politieke midden aan meedoen. Volgens de NSC-leider is dat nodig om een einde te maken aan de „verstikkende coalitiepolitiek”. De kans dat meer partijen toetreden tot een extraparlementair kabinet met daarin ook de PVV lijkt nog altijd niet erg groot.