Galeriehouder Nico van der Endt (83) maakte zich een halve eeuw lang sterk voor de outsiderkunst

Galeriehouder en publicist Nico van der Endt, de grand old man van de outsiderkunst in Nederland, is zondag op 83-jarige leeftijd overleden. Dat heeft zijn familie vrijdag bekendgemaakt.

Zelf noemde Van der Endt de kunst van niet-professionele kunstenaars, de buitenbeentjes met vaak een psychiatrische achtergrond die vanuit een zeker isolement een eigen vormtaal en techniek ontwikkelen, liever ‘singuliere kunst’. Dit door hem geïntroduceerde begrip had voor hem een prettiger klank dan meer gangbare termen als art brut en outsiderkunst.

Van der Endt werd bij toeval galeriehouder. Vanaf zijn 23ste gidste hij als reisleider ’s zomers vermogende Amerikanen door Europa. In de wintermaanden had hij daardoor der tijd om een bevriende kunstenaar te helpen die een galerie had geopend op de Leliegracht in Amsterdam. Toen die vriend er de brui aan gaf, nam Van der Endt de zaak in 1969 over. Hij deed de in zijn ogen saaie moderne kunst de deur uit, en ging naïve schilderijtjes van zondagskunstenaars verkopen.

Al snel maakte hij een andere keuze. Na lezing van het boek waarin de Britse kunsthistoricus Roger Cardinal in 1972 het begrip ‘outsider art’ introduceerde, besloot Van der Endt voortaan de kunst van mensen met schizofrenie, psychopatische stoornissen en andere getourmenteerde zielen te gaan promoten. De kunst die Cardinal in zijn boek toonde had hem geraakt. „Het had een extra dimensie die me niet losliet en me nachtmerries kon bezorgen”, zei hij in mei 2023 in een vraaggesprek in NRC toen hij op 81-jarige stopte als kunstverkoper.

Willem van Genk, Zelfportret zwakzinnigennazorg, 1978.
Foto Marcel Köppen/ collectie De Stadshof/ Museum Dr. Guislain Gent./

Galerie Hamer

In zijn Galerie Hamer presenteerde Van der Endt ruim een halve eeuw lang tentoonstellingen met werk van later vaak beroemd geworden ‘outsiders’. Ook zou hij vele artikelen en boeken over het genre publiceren.

Als mogelijk de eerste in outsiderkunst gespecialiseerde galeriehouder in Europa was hij naar eigen zeggen een meedogenloze keuzeheer voor wie maar één ding telde: „Kwaliteit, kwaliteit, kwaliteit, daar gaat het om.” Hoogstaande outsiderkunst was volgens hem zeldzaam. Toen beeldend kunstenaar Jan Hoek twee jaar geleden op de opiniepagina in NRC ervoor pleitte om het onderscheid tussen insider- en outsiderkunst op te heffen door ook outsiders een plek te geven in het Stedelijk Museum Amsterdam, toonde Van der Endt zich kritisch.

Inclusiviteit zal de outsiderkunst geen goed doen, stelde hij in het eerdergenoemde afscheidsinterview. Hij verweet Hoek dat die, aanhakend bij het discours over inclusiviteit, deed voorkomen alsof „alle kunstenaars met een chromosoompje meer” erbij horen. Die houding, zei Van der Endt, leidt er onherroepelijk toe dat outsiderkunst minder serieus genomen wordt.

Willem van Genk

Van der Endt zal ook voortleven als de man die de schizofrene Haagse kunstenaar Willem van Genk (1927-2005) internationale bekendheid heeft bezorgd. Hij vertegenwoordigde Van Genk decennialang, regelde in 1986 de tentoonstelling in Lausanne die zijn internationale doorbraak betekende, en zorgde ervoor dat zijn hallucinerende stadsgezichten opgenomen werden in de collectie van tal van vooraanstaande internationale musea, onder meer het Rijksmuseum.


Lees ook

De briljante chaos in het hoofd van Willem van Genk

‘Zelfportret zwakzinnigennazorg’, 1978

Van der Endt was zowel wijze broer als beschermheer van Van Genk. Ook vergezelde hij de kunstenaar op vele stedentrips. Hoe lastig dat kon zijn, blijkt uit het boek Willem van Genk. Kroniek van een samenwerking, dat Van der Endt in 2014 publiceerde.

Over zijn intense en gecompliceerde vriendschap met Van Genk zei Van der Endt: „Ik beschouwde hem als een familielid, een eenzaam familielid met een probleem.”

Van der Endt was weduwnaar en laat een dochter achter. In besloten kring zal maandag afscheid van hem worden genomen.