Het is 3 april 1990. In Villa Parkzicht in Rotterdam, een imposant gebouw dat voorheen dienst deed als officierssociëteit en theeschenkerij, hebben zich honderden jongeren verzameld. Ze dragen trainingspakken van Australian, een Italiaans (!) sportmerk, hun haar is opgeschoren of helemaal afgeschoren.
DJ Rob (Rob Janssen) mixt zijn houseplaten met ritmes van drumcomputers en voert het aantal ‘beats per minute’ steeds verder op, voorbij de 160 bpm. Zo laat hij de gabbers, zoals de jongeren zich noemen, steeds sneller en harder dansen, of zoals de gabbers het zelf noemen: hakken, een ritmisch getrap met de benen waarbij ook met de armen geslagen wordt. Om dat van elf uur ’s avonds tot zeven uur ’s ochtends vol te kunnen houden, grijpen de ze in hun heuptasjes naar XTC-pillen en speed.
Vanuit Parkzicht spreidde de gabberbeweging zich al snel uit naar het hele land. Begin jaren negentig trokken ieder weekend tienduizenden jongeren, velen uit de arbeidersklasse, naar gabberfeesten, waar uitsluitend hardcore werd gedraaid, de naam die de opgevoerde house kreeg. Het woord ‘gabber’ komt van het Jiddische chawwer. „Als je uiterlijk oké is, dus je kleding, je kapsel en alle andere attributen, zul je zien dat gabbers je spontaan gaan groeten op straat”, schreven de journalisten Hetty van der Wal en Margot Bleeker in het boek Hakkûh & strakstaan, het gabbergevoel .
Waarom gabbers Australian zijn gaan dragen, wist in 1997, toen het boek verscheen, al niemand meer. „Wel is bekend dat Australian eind jaren tachtig populair was als zogeheten ‘pitbullsmoking’, onder andere bij een groepje Marokkaanse jongeren”, aldus Van der Wal en Bleeker. „Dat uitgerekend dit type kleding het gabberuniform werd, heeft er natuurlijk ook mee te maken dat het de ideale dracht is voor een nachtje hakkûh.”
Australian-pakken werden het liefst oversized gedragen, waarbij de broekspijpen in plooien over schoenen vielen. ‘Gabberinnen’ of ‘gabberina’s’ droegen onder hun jasje een sportbeha. Omdat het merk Australian duur was – een jasje kostte minimaal 250 gulden, een broek 200 – kozen sommige gabbers ervoor een spijkerbroek te dragen met een Aussi-jasje erboven. Een andere, goedkopere optie waren trainingspakken van het Nederlandse sportmerk Cavello. Dé gabberschoen was de Nike Air Max, het liefst gedragen als instapper, dus zonder de veters te strikken. Meisjes probeerden de schoen zo klein mogelijk te laten lijken. Een veelgebruikte methode daarvoor was de wreef te verhogen, bijvoorbeeld door een opgerolde sok onder de tong te stoppen.
De gabbers claimden één familie te zijn, maar er was serieuze rivaliteit tussen Rotterdam en Amsterdam. Serge van Duijnhoven schreef in 1996 in De Groene Amsterdammer dat de naam ‘gabber’ voor de jeugdcultuur van Amsterdamse oorsprong is. Eind 1989 werd die geïntroduceerd door de Amsterdamse dj KC The Funkaholic. In de platenzaak waar hij werkte viel het hem op dat de jongens die gek waren op harde house elkaar gabber noemden. De Rotterdamse hardcore-act Euromasters bracht in 1993 het nummer ‘Amsterdam waar lech dat dan?’ uit om duidelijk te maken dat hardcore een Rotterdamse uitvinding is.
De gabberwereld was destijds uitgesproken wit, zegt Eelco Couvreur (40), schrijver van de onlangs verschenen roman Totok Terror Corps, die zich afspeelt in de gabberscene. „Met een Surinaamse vriend ging ik stad en land af om naar gabberfeesten te gaan. We waren ons altijd bewust van onze biculturaliteit” – Couvreurs moeder is Indisch. „Al die feesten waren hartstikke wit. Soms wilden gabbers met mijn vriend op de foto, als trofee. Op een Hellraiser in Duitsland ging het bijna mis en stonden we na twintig minuten weer buiten, omdat hem duidelijk werd gemaakt dat hij hier echt niet hoorde.”
In 1996 scoorde de groep Hakkûhbar, een Nederlandse parodie op de gabberscene, een nummer 1-hit met het nummer ‘Gabbertje’, waarna een stroom van soortgelijke grappig bedoelde nummers volgde. Veel gabbers kregen het gevoel dat de draak werd gestoken met hun subcultuur en deden hun Air Maxen uit, blijkt uit de Vice-documentaire De Nieuwe Gabbers (2022). Maar zoals de titel al suggereert, is de gabber nooit helemaal verdwenen. Liefhebbers kunnen nog zeker iedere maand naar een hardcorefeest. De harde kern draagt op feesten als Ghosttown in Tivoli nog steeds een Australian en Air Maxen en heeft het haar strak naar achteren, al zijn nu ook andere casual kledingstijlen – denk: T-shirt en spijkerbroek – welkom. Fotograaf Boris Postma liet met zijn expositie Planet Core (Melkweg Expo) in 2017 de verschillen tussen gabbers internationaal zien – want ook buiten Nederland wordt gegabberd. Op die foto’s is te zien dat de gabberesthetiek in Italië een punk-element heeft, met hanenkammen, grote piercings en neonkleuren. „De Nederlandse gabber vormt de blauwdruk voor internationale gabbers. Terwijl we hier in Nederland vinden ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, gaan gabbers in Italië een stap verder”, zegt hij. In Japan worden T-shirts van Nederlandse hardcorefeesten gedragen, „met zelfgemaakte maskers die verwijzen naar anime series”.
Ondertussen is de klassieke gabberesthetiek al bijna 25 jaar een inspiratie voor modeontwerpers. In de show van Raf Simons’ voorjaarscollectie voor 2000 droeg aantal modellen een oversized bomberjack met het logo van dj-collectief Rotterdam Terror Corps, met trainingsjacks met grafische prints eronder. De broeken vielen net zo ruim als de Australian trainingsbroeken.
Begin 2017 toverde ontwerper Kris van Assche de Dior Homme show om tot HarDior, in de gelikte campagnevideo hakken modellen met opgeschoren haarlijnen in strakke bomberjacks er flink op los. Creatief directeur Demna van Balenciaga liet zich voor de collectie voor najaar 2017 van zijn toenmalige merk Vetements inspireren door de Exactitudes van Ari Versluis en Ellie Uyttenbroek. Dat project begon in begon in 1994 met veertig foto’s van mannelijke gabbers. Op de catwalk liepen twee ‘gabbers’ in oversized sportkleding. Op de jacks was een band aangebracht met de tekst ‘Rotterdam’ erop.
In de collectie voor voorjaar 2024 van Balenciaga bezong Demna opnieuw de gabber. De collectie, ontstaan na een vervelend voorval in Zuid-Frankrijk waarbij gasten van een restaurant niet naast Demna en zijn echtgenoot wilden zitten vanwege hun uiterlijk, is in zijn geheel een lofzang op dystopische subculturen; groepen die niet bij de mainstream willen horen. Waaronder dus de gabber, in een oversized bomberjack, spijkerbroek en gympen zo groot als klompen.
Nu kunnen we zeggen dat het een feministische beweging is geweest
Ari Versluis (62) en Ellie Uyttenbroek (58) fotograferen voor hun serie ‘Exactitudes’ steeds twaalf of meer mensen die er vrijwel hetzelfde uitzien. Na de allereerste en extra grote uitvoering met veertig gabbers (1994) volgden in 1996 twaalf ‘gab berbitches’.
Uyttenbroek: „Wij vonden het contrast zo mooi, van die uitgemergelde koppen en dan die trainingspakken die juist een soort snoepkleur hadden. Die kale koppen bij de mannen waren ook heel mooi. En bij de meisjes die scheerlijn met erboven het haar in een vlecht. Dat greep bijna terug naar een soort Nederlandse klederdracht.”
Versluis: „Meiden trokken op de dansvloer gewoon hun trainingsjack uit en hadden dan alleen een sport-bh met een trainingsbroek aan. Als we daar nu op terugkijken, kunnen we zeggen dat het een feministische beweging is geweest.”
Uyttenbroek: „Het revolutionaire was dat die meiden gewoon gelijkwaardig aan die jongens op de dansvloer stonden, ze zagen er net zo hardcore uit. Wat waren we fan van het dansen, dat hakken met die uitgestoken vingertjes erbij, de snelheid. De gekte die dan ontstond, dat was fenomenaal, het was modern ballet!”
Versluis: „De stijl, of de informatie van wat ‘cool’ is en wat niet, kreeg je echt alleen door onderdeel van de groep te zijn en naar de party’s te gaan. Hierdoor kreeg het onderdeel tribalisme ook een echte functie.”
Uyttenbroek: „Niet iedereen was bezig met drugs, sommigen gingen puur voor de muziek naar de feesten, maar de pillen die werden geslikt waren ook esthetisch: roze snoepjes waar een plaatje van een boot, een duif of een dolfijntje op stond. Het waren designer drugs, gewoon ontworpen.”
Versluis: „Het is toch bijzonder dat die jongerencultuur waar iedereen zijn neus voor optrok, uiteindelijk zoveel respect gegenereerd heeft, door de generaties heen.”
Uyttenbroek: „Het mooie van de collectie van Vetements die op ons werk is gebaseerd: Demna heeft zo’n dertig series gebruikt, niet alleen de gabbers. Waar het om ging was de normale look verheffen op de catwalk. Het ging niet over de subcultuur van de gabber, maar over de gewone mens. Dus ook de gabber als gewoon mens.”
Alles juist lelijker maken, dat trok
De Rotterdamse modeontwerpster Nada van Dalen (40) laat zich sinds haar afstuderen in 2007 aan de Willem de Kooning Academie al inspireren door de gabbercultuur. Haar laatste collectie, Destroy all monsters but leave a few, is onder meer gebaseerd op de Thunderdome-albums
„De gabbercultuur heeft altijd al mijn interesse gehad, al was ik in de jaren negentig nog net iets te jong om het allemaal écht mee te krijgen. De muziek trok me aan, maar het was vooral de esthetiek: het niet accuenteren van het vrouwenlichaam, maar alles juist lelijker willen maken. Het was heel natuurlijk voor me om me in de gabberwereld te verliezen, ik ben al van jongs af aan bezig met het kaalscheren, gekke vormen, heftige bomberjassen en een soort zombie-achtige wereld.”
„Wat ik mooi vind aan de gabbercultuur is dat er geen verschil is tussen mannen en vrouwen. Ik maak dat verschil in mijn werk ook niet. Daarnaast heeft gabberkleding niet echt een maatvoering. Je kunt te grote of juist te kleine jassen en broeken dragen. Ik vind dat interessant. Het levert andere silhouetten op.”
De mode was in de kern bedoeld om tegen de maatschappij te schoppen
George Ruseler (55), bekend als dj Distortion en zelf gabber, richtte in 1993 het dj-collectief Rotterdam Terror Corps (RTC) op. „Om een beetje reuring in de gabberscene te veroorzaken.” RTC draait nog steeds op feesten door heel het land. Vorige maand lanceerde het een eigen trainingspak met Australian.
„Ons eerste officiële feest was in 1993 in de Peppermill in Heerlen, met meer dan 2.200 bezoekers. Dat was echt fantastisch. Sindsdien is RTC blijven bestaan. Gelukkig komen ook oude gabbers nog volop op onze evenementen af, zeker wanneer we muziek uit de jaren negentig draaien of als er early rave wordt gedraaid. Ze vinden de commercialisering niet tof, maar ze begrijpen het wel.
„Wat de afgelopen dertig jaar weinig is veranderd, is de mode, in de kern natuurlijk bedoeld om tegen de maatschappij te schoppen. Dat was ook zo tof aan de opkomst van de gabbercultuur: wij zetten ons af tegen alles wat Top 40 was, wij waren de tegenhanger.
„De jaren negentig waren in Rotterdam, vooral op Zuid, echt leip. Waar je ook kwam, overal liepen gabbers rond. In de bieb, op straat, in de supermarkt, overal zag je gabbers in aussies. Australian is natuurlijk hét merk, een Aussie is voor een gabber wat Gucci voor de mainstream is. Je Aussi kocht je dan bij Chabot op Zuidplein.
„De regel was: een gabber kleedt zich in het dagelijks leven als gabber. En zo zijn er wel meer officieuze regels: een gabber luistert alleen naar hardcore, gaat alleen naar gabberfeesten en, de beste: een gabber heeft alleen maar gabbervrienden. Tegenwoordig is dat niet meer zo. Er waren wel meer dingen waar je als gabber rekening mee moest houden: echte gabbers dragen bijvoorbeeld geen kisten.
„Mooi vind ik dat de gabbercultuur echt internationaal is gegaan, en overal een eigen draai kreeg. In Italië houden ze bijvoorbeeld wel van gabbermuziek, maar hebben ze spikes op hun kop. En die gasten maken zich ook op. Gabbermuziek vonden ze geweldig om op los te gaan, maar onze mode sprak hen niet aan, dus gaven ze het een eigen draai. Kicken, toch?”