De regendruppels kletteren op het blauwe plastic zeil dat de Braziliaanse Andreia Costa en haar vriendin en landgenote Márcia Alvaro droog houdt. Op een lommerrijk stukje grond naast de Praia de Carcavelos – het strand van een van Portugals duurste villastadjes, twintig kilometer ten westen van Lissabon – staat sinds ongeveer een jaar een tentenkamp.
„Mijn huisbaas bleef de huur maar verhogen”, zegt Costa. „Elke keer weer een paar tientjes erbij, tot ik het niet meer kon betalen. En ik heb het niet over een huis, hè”, zegt ze, terwijl ze haar met modder besmeurde schoenen uitdoet en plaatsneemt in haar tent. „Ik huurde een bed. Kun je je dat voorstellen? Ik huurde een bed, voor 450 euro, in een ruimte die ik deelde met anderen.”
„Ik had hetzelfde probleem. Net als alle mensen die hier in tenten wonen”, zegt Alvaro, wijzend naar het veldje dat uitkijkt op zee. „Ik sliep in een stapelbed voor drie personen. Eerst betaalde ik 250 euro. Op het moment dat ik vertrok, was de huur verdubbeld.”
Door de harde regen en wind is het gebied in Carcavelos, waar inmiddels tientallen gezinnen in tenten en campers wonen, veranderd in een modderpoel. Takjes en zand vliegen alle kanten op. Een rat ter grootte van een kat schiet voorbij, de bosjes in. „Dit zijn we wel gewend”, zegt Alvaro, schouderophalend.
De vijftigjarige Andreia Costa werkt zeven dagen in de week en heeft twee banen. Ze is timmervrouw bij een houtverwerkingsbedrijf en maakt via Airbnb verhuurde huizen schoon. Márcia Alvaro(44) werkt zes dagen in de week als kok, in twee restaurants: ’s ochtends een dienst en ’s avonds weer eentje. Hoewel ze beiden fulltime werken, is hun salaris niet toereikend om een woning te huren in Lissabon of omgeving. En dat probleem hebben steeds meer Portugezen . De woningmarkt is uitgegroeid tot het belangrijkste thema van de Portugese verkiezingen, die op 10 maart worden gehouden.
Minder jonge huiseigenaren
Uit een onderzoek van Banco de Portugal bleek in november vorig jaar dat het percentage jonge huiseigenaren aanzienlijk is afgenomen. Waar in 2011 nog driekwart van de Portugezen een huis bezat, is dat nu gedaald naar vier op de tien. De huurprijzen stegen in 2022 met 37 procent, en dat percentage stijgt jaarlijks verder.
Alle partijen schetsen in hun verkiezingsprogramma dezelfde doelstellingen om het groeiende probleem op de woningmarkt op te lossen: meer aanbod en betaalbare prijzen voor kopen en huren. Maar hoe de partijen dat willen doen, verschilt. Hoogleraar geografie Gonçalo Antunes, verbonden aan de Universidade NOVA de Lisboa, doet al jaren onderzoek naar het huisvestingsbeleid in Portugal.
„Er is niet één oorzaak voor dit gigantische probleem. Het is een cocktail van kleine oorzaken die de huizenmarkt heeft veranderd in een tikkende tijdbom”, zegt Antunes op zijn kantoor in Lissabon. „De afgelopen jaren is er bijvoorbeeld enorm ingezet op toerisme. Een belangrijke inkomstenbron, die de Portugese economie na de crises van 2008 goed kon gebruiken. Meer toerisme betekent echter ook meer accommodaties voor de toeristen. En dat gaat ten koste van de lokale bevolking.”
Een andere oorzaak was het gouden visum, dat verblijfsrechten gaf aan mensen van buiten de Europese Unie die in onder meer vastgoed investeerden. Antunes: „Deze regeling trok bijvoorbeeld veel rijke Britten, Amerikanen, Chinezen en Brazilianen die een huis of een heel appartementencomplex kochten. Het zorgde ervoor dat de prijzen verder werden opgedreven.” Het gouden visum leverde de vastgoedmarkt en dus eigenaren van onroerend goed 7,3 miljard euro op, maar ging wederom ten koste van de betaalbaarheid van woningen voor gewone Portugezen.
Huizen om in te wonen
Casa para viver, staat er op posters die in de hele stad hangen: „Huizen om in te wonen.” De posters zijn opgehangen door de gelijknamige organisatie. Eind januari nog gingen er in het hele land tienduizenden Portugezen de straat op na oproepen van Casa para viver. De protesten zorgden ervoor dat de regering met een steunpakket van zo’n 1 miljard euro kwam in het programma Mais Habitação (Meer Woningen). Hiermee wordt onder meer de huurbelasting verlaagd en mogen de huurprijzen voor nieuwe contracten met maar 2 procent stijgen ten opzichte van het vorige contract. Ook worden verhuurders beloond met belastingkorting wanneer zij toeristische verblijven omzetten naar huurwoningen voor de lokale bevolking.
„Het gouden visum werd toen ook ingetrokken”, zegt woordvoerster Rita Silva van Casa para viver trots. Ze zet zich al jaren in voor een eerlijke woningmarkt en zag de situatie door de inflatie en stijgende rente verergeren. „We bleven doorprotesteren en dat zorgde er uiteindelijk ook voor dat de regering met een verbod kwam op nieuwe vergunningen voor Airbnbs en andere kortetermijnverhuur.” Maar deze maatregelen zijn volgens Silva en Antunes niet genoeg.
Silva somt op: de huren zijn nog steeds hoger dan de salarissen, de rentes op hypotheken zijn gestegen, er wordt nauwelijks nog bijgebouwd en er is veel leegstand. „Tegelijkertijd neemt het aantal daklozen toe, wonen werkende Portugezen in tenten en zien we onze jongeren het land verlaten. Het is een totale crisis.”
Premier António Costa poogde vorig jaar in een wetsvoorstel leegstaande huizen na bepaalde tijd te claimen. „Maar dat is een enorm gevoelige culturele kwestie. Recht op eigendom weegt volgens de oppositie zwaarder dan recht op wonen”, zegt Antunes.
De hoogleraar ziet dat politici vaak met kortetermijnoplossingen komen, terwijl de huizencrisis volgens hem alleen kan worden opgelost door jaarlijks structureel huizen te bouwen en het versoepelen van hypotheekregels voor jongeren. „Nu moet je bij het kopen van een huis 10 procent van het aankoopbedrag gelijk neerleggen. En dat heeft niemand. Andere Europeanen wel.”
Expats
Een groot irritatiepunt voor Silva zijn de vele expats, die met hun „Noord-Europese salarissen” de lokale inwoners wegconcurreren op de huizenmarkt. „Ik ben niet tegen de komst van buitenlanders. Het moet alleen wat eerlijker verdeeld worden.”
Zelf lijken de expats daar niet mee te zitten. Digital nomad Gabriel, werkzaam in de e-commerce voor een Frans modebedrijf, zit met zijn laptop in het Lissabonse café Neighbourhood aan het ontbijt terwijl hij af en toe naar zijn scherm kijkt. „Het klinkt misschien egoïstisch of arrogant, maar ik zie het probleem niet zo. Ik kan de huur hier betalen en mijn geld geef ik hier uit, dus ik draag bij aan de Portugese economie. Misschien moeten ze de salarissen hier eens verhogen, zodat de gemiddelde Portugees zich ook een woning kan veroorloven.”
Nek-aan-nek race
De twee grote partijen, de sociaal-democratische Partido Socialista van Pedro Nuno Santos en de centrum-rechtse coalitie Aliança Democrática onder leiding van Luís Montenegro, gaan vrijwel gelijk op in de peilingen, beide met circa 30 procent van de stemmen. De twee partijen hebben verschillende oplossingen voor het woonprobleem. Zo wil de Partido Socialista dat jongeren tot veertig jaar makkelijker een hypotheek kunnen krijgen. Als het afbetalen dan toch lastig wordt, moet de regering garant staan.
Aliança Democrática wil vooral belastingen verlagen en het woonaanbod vergroten, om te voorkomen dat Portugezen het land verlaten. „Het heeft schadelijke gevolgen voor de demografie van ons land”, zei Montenegro. En dat is volgens Silva nu al zichtbaar. „Er is een enorm lerarentekort en het zorgsysteem wankelt ook door gebrek aan personeel.” Uit onderzoek blijkt dat drie op de tien Portugezen het land verlaten vanwege een gebrek aan perspectief.
De opvallende groei van de radicaal-rechtse partij Chega, nu op 16,7 procent in de peilingen, maakt deze verkiezingen extra spannend. Chega, opgericht in 2019, betekent ‘genoeg’ in het Portugees. De partij van jurist en voormalig voetbalcommentator André Ventura veroverde in dat jaar één zetel in het Portugese parlement. Drie jaar later, bij de algemene verkiezingen van 2022, werden dat er twaalf. Nu lijkt het erop dat het aantal zetels verder groeit, omdat de Portugezen boos en wanhopig zijn.
Lees ook
In Porto staan veel panden leeg, maar er is geen huis te vinden
Sloppenwijken
Ook in het centrum van Lissabon, op Praça Martim Moniz, staan steeds meer tenten. Een groep toeristen kijkt verwonderd naar de tentjes en maakt foto’s.
Ondertussen heeft Andreia Costa de afgelopen maanden meer Portugezen naar de geïmproviseerde sloppenwijk in Carcavelos zien komen. „Laatst kwam er een jong gezin hier wonen. Jeugdzorg heeft hun kind afgepakt, omdat de leefsituatie ongeschikt zou zijn voor kinderen.” Alvaro: „Hiernaast woont een 57-jarige Portugese die slecht ter been is. Haar huisbaas heeft haar eruit gegooid omdat ze de verhoogde huur, 850 euro, niet meer kon betalen. Ze moest binnen één dag vertrekken.”
Ze pakt een winkelwagen en vult die met tientallen lege waterflessen die ze bij de stranddouches gaat vullen. „Iedereen is altijd heel benieuwd waar we onze behoefte doen en douchen”, lacht Alvaro, terwijl ze haar felroze jas dichtritst. „Nummertje één doen we gewoon hier in deze tent, die we speciaal daarvoor hebben gekocht”, wijst ze naar een turquoise tent, naast de geïmproviseerde wasmachine, gebouwd met takken en touw. „Plassen, water eroverheen en klaar. Maar nummertje twee vergt meer”, grinnikt ze. „We hebben voor een paar tientjes per maand een abonnement bij de sportschool hier verderop. Daar douchen we en doen we de grote behoefte. We kunnen dan ook gelijk sporten.”
Op TikTok gaan de twee vrouwen wekelijks live om hun vijftienduizend volgers mee te nemen in hun avontuur. Óla meus amores, roept Márcia Alvaro opgewekt in de camera. „Dag mijn schatjes! Vandaag gaan we jullie laten zien hoe we de afwas doen.” Een volger heeft de vriendinnen uit medelijden een generator cadeau gedaan, opdat ze licht hebben, mobieltjes kunnen opladen en kunnen koken. Met kruiken houden ze hun bed warm. „De eerste paar nachten waren zwaar, maar het went. Je moet wat, hè”, zegt Alvaro lachend.
De twee vriendinnen zijn hard aan het sparen voor een camper, die tussen de twee- en drieduizend euro kost. „Want dit is niet voor altijd, hè!”, roept Costa. „Ik heb Brazilië niet verlaten om hier de rest van mijn leven in een tent te gaan wonen. Daarom ben ik zo positief. Dit is tijdelijk, dat voel ik. In de zomer heb ik mijn camper en geniet ik van het uitzicht op zee.”