Frankrijk begeeft zich op onontgonnen terrein met premier die onder curatele staat van Le Pen

De voorpagina van de linkse krant Libération loog er niet om vrijdag. „Goedgekeurd door Marine Le Pen”, stond als een rood stempel door een foto van de daags ervoor benoemde Franse premier, Michel Barnier. Dat president Emmanuel Macron na twee maanden politieke impasse met de voormalig Eurocommissaris en oud-minister in rechtse kabinetten op de proppen kwam, was al verrassend. Dat de keuze voor Barnier de impliciete zegen nodig had van de radicaal-rechtse Rassemblement National (RN) van Le Pen, was vooral voor links Frankrijk niet minder dan een belediging.

Macron zocht als premier iemand die niet meteen door de Assemblée Nationale, de Franse Tweede Kamer, zou worden weggestemd. Dat bleek minder makkelijk dan gedacht. Alleen Barnier voldeed aan alle politieke voorwaarden.


Lees ook

Macron passeert links met keuze voor de conservatieve Michel Barnier als premier

De Franse president Emmanuel Macron eind 2020 met Michel Barnier, toen nog de EU-onderhandelaar voor de Brexit. Macron heeft Barnier donderdag benoemd als premier. Foto Ludovic Marin / AFP

Geen van de drie grote politieke blokken – links, centrum en (radicaal-)rechts – haalde bij de tussentijdse verkiezingen van 30 juni en 7 juli een absolute meerderheid. Links werd onder de naam Nouveau Front Populaire (NFP) weliswaar het grootst, maar een hechte eenheid leek dit brede stembusverband niet. Revolutionair links van Jean-Luc Mélenchon werkt in het NFP samen met onder andere de meer gematigde Groenen, de ook niet al te wilde Franse communisten en met de nóg gematigder centrum-linkse Parti Socialiste (PS) van oud-president François Hollande. De partij van Mélenchon, La France Insoumise (LFI), is vanwege vermeend antisemitisme voor de rest van het politieke spectrum onacceptabel – zeker sinds de aanvallen van Hamas op Israël in oktober afgelopen jaar.

Lang heeft Macron gepoogd het linkse blok te splijten. Een sociaal-democraat, zoals Hollandes bedaagde oud-premier Bernard Cazeneuve, had in het parlement met steun van centrum-links (inclusief communisten en Groenen) én centrum-rechts wellicht een werkbare meerderheid kunnen smeden. De door NFP voorgedragen kandidaat Lucie Castets, een Parijse gemeente-ambtenaar, kon dat niet. Als zij ministers van de partij van Mélenchon had voorgedragen, dan was haar regering meteen gevallen. Radicaal-rechts, centrum-rechts én de middenpartij van Macron kondigden bij voorbaat aan een motion de censure, een motie van wantrouwen, te steunen. Dan was die regering de kortst zittende van de in 1958 begonnen Vijfde Republiek geweest.

Hoffelijk

Het lukte Macron niet links uit elkaar te spelen. De Parti Socialiste hield zijn lot verbonden aan dat van de partij van Mélenchon, en greep zo naast het premierschap. Macrons alternatief, de centrum-rechtse regiovoorzitter Xavier Bertrand, bleek zowel onacceptabel voor links als voor radicaal-rechts. Hij had zich te vaak negatief over de partij van Le Pen uitgelaten.

Dat bleek niet te gelden voor de veteraan Michel Barnier. Toen hij in de jaren negentig minister van Europese Zaken was in de centrum-rechtse regering van premier Alain Juppé, had Barnier de gewoonte iedere maand de vertegenwoordigers van oppositiepartijen uit te nodigen op het ministerie, schrijft Le Monde. Terwijl in Frankrijk een onuitgesproken cordon sanitaire tegen radicaal-rechts bestond, nodigde hij ook het Front National (FN), voorloper van de huidige RN, uit. „Hij was altijd zeer hoffelijk”, meldde voormalig FN-Europarlementariër Jean-Yves Le Gallou vorige week op X. Ook andere leden van de partij van Le Pen lieten zich positief uit over Barnier. Daarnaast heeft Barnier zich in het verleden vaak sterk gemaakt voor een kiesstelsel met evenredige vertegenwoordiging, in plaats van het districtenstelsel dat Frankrijk nu kent. Een ander kiesstelsel is sinds jaar en dag ook een wens van de RN.

In meerdere plaatsen, zoals hier in Parijs, werd gedemonstreerd tegen de benoeming van Barnier als premier.
Foto Yoan Valat/EPA

Personeelschef

Dat betekent niet dat Marine Le Pen in haar gesprekken met Macron de naam van Barnier genoemd heeft. Althans, dat zegt ze zelf. „Ik ben niet de personeelschef van Emmanuel Macron”, beet ze afgelopen weekend van zich af toen Franse media in haar optiek iets te veel achter de RN-steun voor Barnier zagen. Maar de partij beloofde Macron wel een door het linkse blok in te dienen motie van wantrouwen niet direct te steunen. Een blanco cheque krijgt Barnier niet. „We plaatsen de toekomstige regering onder toezicht”, dreigde ze. De stabiliteit van de nieuwe regering is daarmee afhankelijk van de 126 afgevaardigden van haar RN.

Frankrijk is zo bezien op onontgonnen terrein beland. Het is in het verleden vaker voorgekomen dat een president een regering moest benoemen van een andere politieke kleur. Zo moest de rechtse president Jacques Chirac na verloren verkiezingen eind jaren negentig vijf jaar lang de sociaal-democraat Lionel Jospin als premier naast zich dulden. Maar toen waren er nog twee grote machtsblokken, waardoor de zogenoemde cohabitation wel op een stabiele meerderheid in de Assemblée gestoeld was – namelijk die van het andere blok. Met versnippering in drie blokken ligt dat niet voor de hand. Van cohabitation zoals de Fransen die kenden is dus geen sprake.

Pas begin oktober presenteert Barnier zijn regeringsverklaring in het parlement. Dan moet blijken of de RN op enige wijze beloond wordt voor haar steun, bijvoorbeeld met ministers. Geheel conform Macrons adagium – en même temps – (tezelfdertijd) liet hij zich afgelopen weekend interviewen door twee zondagskranten: het door radicaal-rechts beïnvloede Journal du dimanche en de Macron-gezinde Tribune Dimanche. In de eerste krant zei hij „hoop voor Frankrijk” te willen bieden. In de tweede beloofde hij een „dynamische compromiscultuur”.