Fotograaf Janette Beckman: ‘Ik ben een activist. Ik leg vast.’

Janette Beckman wijst naar een van de foto’s aan de muur van Foam. „Kijk, dit zag je overal in Londen.” Tieners in leren broeken met wild haar en hondenriemen om hun nek staan op een podium of op straat. „En ik reisde door de stad om het vast te leggen.”

De Britse fotograaf Janette Beckman (1959, Londen) legde de punkbeweging vast, op prachtige livefoto’s van de Sex Pistols, met Johnny Rotten in kokette houdingen, en The Clash die dynamisch door het beeld pogoën. Het was eind jaren zeventig, en vanuit haar kraakpand in het zuiden van de stad ging Beckman overal naartoe om optredens fotograferen. Ze werd naar Amsterdam of Milaan gestuurd om hoesfoto’s en portretten te maken voor Britse tijdschriften als Melody Maker en The Face.

Maar toen Beckman in 1982 een tijdje in New York logeerde, wilde ze niet meer weg. Een vriendin bood een leegstaande loft aan en Beckman raakte in de ban van wat ze nu noemt het straatleven van downtown, Harlem, The Bronx. Vanaf dat moment switchte ze van punk naar hiphop, van clubcultuur naar straatcultuur. In fotografiemuseum Foam, Amsterdam, zijn die werelden nu samengebracht in het eerste retrospectief van haar bijna vijftigjarige carrière, onder de naam Rebels.

Brothers Danny and Carlos, Puerto Rican Day Parade, New York City, 1995.


Dapper Dan – Gucci, Harlem, New York City, 2018.
Run-DMC & Posse, Hollis, Queens, 1984.

Foto’s: Janette Beckman

Grote overgang

Het was een grote overgang, van Londen naar New York. Ook muzikaal. „Hiphop was nieuw voor me”, zegt Beckman. „Er waren geen gitaren, de muzikanten hadden een totaal andere achtergrond. Dat alles buiten gebeurde, vond ik geweldig. Op straat in Londen zag je extravagante punks en mods, maar in New York ontstond kunst vlak onder je neus. Ik zag het voor eerst toen ik uit de metro stapte vlak bij Wall Street, waar een jongen zijn graffiti op een treinstel begon te spuiten. En dat zag ik steeds: mensen dansten op een stuk karton in het park, spoten graffiti, stonden op de straathoek te rappen bij een ghettoblaster. Hiphop betekende voor mij: iets dat overal kan ontstaan.”

Op deze ochtend, net aangekomen uit New York, loopt Beckman door de expositieruimten langs de muzikanten die ze al vroeg in hun carrière fotografeerde. The Police, Siouxsie and the Banshees, Debbie Harry. Er zijn overleden helden, zoals Sid Vicious en Eazy-E, en hiphopgrootheden als A Tribe Called Quest en Run-D.M.C.. Ze werd vaak gevraagd door vrouwelijke rappers in de jaren tachtig: Roxanne Shante, Queen Latifah en Salt-N-Pepa. De drie leden van Salt-N-Pepa zie je schuchter in hun begindagen, en kort daarna zelfverzekerd in stoere glamour-outfit, op hun eerste albumhoes.

In 1988 fotografeerde ze in Los Angeles de toen nog onbekende groep NWA die destijds net hun nummer ‘Fuck Tha Police’ had uitgebracht. Toen ze buiten stonden voor de fotosessie, vroeg Beckman aan een politieman of ze hun auto even mocht lenen. De argeloze agenten stemden in, zodat we Dr. Dre en Ice Cube nu met een sardonische blik tegen de motorkap van een politieauto zien leunen.

Andre 3000, New York City, 2003.
Sade, New York City, 1983.

Foto’s: Janette Beckman

Demonstraties en protesten

Een belangrijk aspect van straatcultuur zijn demonstraties en protesten, voor Beckman. Begin jaren tachtig was ze bij Ban de Bom-protesten en Anti-Racisme-evenementen in Londen, waarvan de sfeervolle zwart-witbeelden nu te zien zijn in de smalle zaal in Foam. Later ging ze naar Anti-Trump protesten en in de zomer van 2020 fotografeerde ze uitvoerig de vele demonstraties van Black Lives Matter. Ze zag ze door het raam van haar huis langskomen, stapte op de fiets en reed mee, al fotograferend, van de Lower East Side naar Harlem.

„Die interesse ontstond toen ik als kind de krant bekeek. Daar zag ik foto’s van de burgerrechtenbeweging en de demonstraties na de moord op Martin Luther King, in 1968. Die foto’s maakten indruk, door de strijdlust en het gemeenschapsgevoel.”

Nog steeds gaat ze meerdere keren per week de deur uit om ergens in New York bewoners vast te leggen, of ze nu in een feestelijke parade lopen, hun verontwaardiging uiten, of illegale straatraces houden. Op straat gebeurt het, zegt Beckman.

In de protestzaal hangen ook opnamen van recente demonstraties in New York. Palestijnen en orthodoxe Joden demonstreren samen tegen de huidige oorlog. Beckman stond duidelijk dicht bij de geëmotioneerde gezichten. Noemt ze zichzelf een activist? „Zeker. Ik vind het belangrijk erbij te zijn, en het te documenteren. Voor later. De protestbewegingen zijn deel van de geschiedenis. En ik maak daar ook deel van uit.”

The Islington Twins, London, 1981.
Foto Janette Beckman