‘Een dubbel gevoel”, zegt de Myanmarese fotograaf Ye Aung Thu over zijn prijs bij de World Press Photo voor de serie ‘A Nation In Conflict’. De jury prijst zijn talent om de „verwoestende gevolgen van oorlog, de veerkracht en de hoop in een mix van journalistiek realisme en artistieke storytelling” vast te leggen. Als zijn beelden in de Nieuwe Kerk op het grote scherm verschijnen en het applaus klinkt, is hij blij. Maar hij denkt ook aan degenen die hij sinds de staatsgreep van ruim vier jaar geleden fotografeerde in hun verzet tegen het regime. „Deze prijs is ook voor hen.”
Die gespletenheid kenmerkt het bezoek van Ye Aung Thu aan Amsterdam. Het is zijn eerste bezoek aan Europa en bij een pizza en een Perroni-biertje geniet hij van het late avondlicht boven de historische gevels van het centrum. „Wat een prachtige stad.” Maar meteen daarna begint hij over zijn foto’s van een jaar geleden van een groep jongeren die net als tienduizenden van hun leeftijdsgenoten besloot de wapens op te nemen. „Drie van hen zijn al dood.”
Het was rond vier uur in de ochtend van 1 februari 2021 toen hij thuis in Yangon gewekt werd door zijn op hol geslagen mobiele telefoon. De honderden berichtjes uit zijn netwerk als fotograaf voor het Franse persbureau AFP, werden er duizenden. De geruchten die al maanden af en aan rondzoemden, bleken deze keer waar. Na ruim tien jaar van fragiele transitie waarin de democratische partij van Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi de verkiezingen won en meeregeerde, had het leger weer de volledige macht gegrepen.

Zes jaar oud
Het was een grimmig déja vu. Ye Aung Thu was zes jaar oud toen in 1988 een groot deel van het land vanwege de armoede en de onderdrukking in opstand kwam. Zijn vader speelde met hem dat ze aan het picknicken waren toen ze op de vloer van het stenen achterhuis hun toevlucht zochten omdat de sfeer steeds onheilspellender werd. Maar zijn gevoel van avontuur sloeg snel om in angst en verwarring. Hij zag hoe zijn oma huilde om twee zoons die zich bij de protesten voegden en dagenlang zoek waren terwijl geweervuur door de straten ratelde. Na maanden van geweld installeerde het leger uit eigen gelederen een junta. Die herinnering spookte door zijn hoofd terwijl hij die fatale ochtend van 1 februari zijn fotoapparatuur klaarmaakte om aan het werk te gaan. „Mijn zoon was zes jaar oud. Net als ik destijds.” Wees dapper, zei hij tegen zijn vrouw, voordat hij de deur uit rende.
De gevangenissen raakten al snel overvol met politieke kopstukken en activisten. Overwegend vreedzame protesten werden na enkele weken door het leger en politie met geweervuur beantwoord. Demonstranten verschansten zich achter geïmproviseerde barricades van bouwmateriaal en huisraad. Zelfgemaakte wapens doken op. Hele wijken veranderden in oorlogszones.
Lees ook
In Mandalay graven burgers met blote handen naar slachtoffers
Hij fotografeerde als een bezetene, gedreven door woede en verdriet. Het werd bijna zijn dood toen hij zonder helm of scherfvest met slechts een boom als dekking een schietschijf werd. Pas toen een demonstrant waarschuwde dat vrijwel iedereen al weggevlucht was, drong het gevaar tot hem door. Terwijl ze wegsprintten, werd de jongen neergeschoten. Zijn kameraden sjouwden hem naar een veiliger plek, maar het was te laat. Hij stierf pal voor zijn lens. De pijn in zijn stem is hoorbaar als hij zegt: „Hij redde mijn leven en ik kon alleen maar zijn dood vastleggen.”
Hij vertelt zonder ophef maar met veel details, als een nauwgezet onderschrift bij de talloze foto’s die hij maakte. Af en toe dwaalt zijn blik naar de verte, over de toppen van de bomen langs de gracht, alsof daar opnieuw te zien valt wat hij allemaal waarnam.


Safe house
Nergens in Yangon was het meer veilig. De militairen verklaarden ook de media tot vijand van de staat en hij leefde als opgejaagd wild. Van safe house naar safe house of verborgen onder bruggen of achter watertanks. AFP bood hem een nieuwe standplaats in de regio aan. Hij weigerde. Vastleggen wat zich afspeelde in zijn land ging boven alles. Zijn camera’s leverde hij in. Hij verkocht zijn auto en zijn huis. Met vijf T shirts, twee lange broeken en een korte, bereikte hij de jungle.
Daar bestaat het verzet tegen de junta uit de legers van een aantal etnische minderheden die vanuit hun thuisland al decennia strijden voor meer autonomie en gelijke rechten, en burgermilities van veelal jonge stadsbewoners die na de staatsgreep werden opgezet. Hij pendelt heen en weer tussen de gebieden aan de grens met Thailand die onder hun controle staan en de frontlinies verder landinwaarts. Weken, soms maanden is hij onderweg om een strijd vast te leggen die door de wereld over het hoofd wordt gezien. Dan past zijn leven in een rugzakje. Met zijn hangmat bivakkeert hij in de frontlinie, in een junglekamp of bij een kliniekje. Een helm en een scherfvest deelt hij met collega’s. Soms vallen de bommen zo dichtbij dat zijn hele lichaam meeschokt. Tijdens een van zijn recente reizen raakte hij zo verzwakt door malaria dat hij de dood al bijna omarmde. Bevriende collega’s wisten hem bijtijds naar een ziekenhuis te loodsen.


Internationale organisaties zoals The Committee to Protect Journalists (CPJ) beschouwen Myanmar als een van de gevaarlijkste landen ter wereld voor media. Sinds de staatsgreep werden meer dan 200 journalisten gearresteerd. Zeker 35 van hen zitten nog vast op beschuldiging van „terrorisme”, „opruiing” of het verspreiden van „valse informatie”. Zeven journalisten werden door het regime doodgeschoten of stierven door geweld tijdens hun detentie.
Hij praat met begrip over vrienden en bekenden die oorlog voeren, maar zelf is hij vastbesloten van de wapens weg te blijven. „Jullie proefden van de democratie en vrijheid, maar nu is jullie toekomst zwart. Laat mij jullie strijd vastleggen”, zegt hij tegen ze. Hij imiteert het drukken op de sluiterknop. „Ik schiet met 1 vinger”.
Bewijs verzamelen
Zijn werk verschijnt in Myanmarese en internationale publicaties. Maar het gaat hem ook om het verzamelen van bewijs van de oorlogsmisdaden in de hoop dat ooit de daders gestraft zullen worden. „Het is niet alleen een conflict tussen gewapende partijen, het leger treft vooral ook burgerdoelen.” Terwijl hij in Amsterdam arriveert maakt een aanval op een school minstens 22 dodelijke slachtoffers en tientallen gewonden, voor het merendeel kinderen. Het regime geeft zijn tegenstanders de schuld, maar het gebouw ligt in een streek die zich heeft aangesloten bij het verzet, en is overduidelijk door bommenwerpers getroffen. Alleen het regime beschikt over een luchtmacht.
Het verschil met de opstand die hij als jochie meemaakte, stemt hem hoopvol. Er zijn veel meer mogelijkheden tot communicatie. De generatie die opgroeide met internet en beter onderwijs brengt veel technische know how mee. De relatie tussen de Myanmarese meerderheid en de etnische minderheden is verbeterd. „Deze beweging is sterker.” Maar hij ziet ook de vele problemen. Het gebrek aan strategie en aan coördinatie tussen de talloze groepen, van wie sommigen als roversbendes opereren. De spanningen tussen de oudere en de jongere generatie in de traditionele samenleving. De frictie tussen de etnische legers en de minder ervaren burgermilities. De strijd drijft voor een belangrijk deel op donaties van burgers in Myanmar en de omvangrijke diaspora. Een zware aardbeving op 28 maart die minstens 3.800 doden en duizenden gewonden eiste, duwt de bevolking van het getroffen gebied nog dieper de armoede in. Hun bijdragen voor het verzet nemen af. Ook elders raken miljoenen burgers uitgeput door economische misère, een ingestorte gezondheidszorg, en een leven op de vlucht. „Hoe langer de strijd duurt, hoe moeilijker hij vol te houden is.”

Het leger heeft China en Rusland als belangrijke wapenleveranciers en politieke steunpilaren. Met hun goedkeuring heeft legerleider Min Aung Hlaing voor later dit jaar verkiezingen aangekondigd om de macht van het leger te legitimeren. ASEAN, de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties roept op tot een wapenstilstand en onderhandelingen, maar is onderling verdeeld en totnutoe vooral ook tandeloos.
Tegelijkertijd verkeert ook het leger in zwaar weer nu het voor het eerst in de geschiedenis op zo veel fronten tegelijk moet vechten. Vanwege gebrek aan manschappen nemen de luchtaanvallen toe. Het regime is de controle in een groot deel van het land kwijt, maar of er dit jaar een keerpunt komt, zoals zovelen telkens hopen, durft hij niet zeggen.
Stroopwafels
Wel verwacht hij dat de strijd verhevigt. Meer en meer van de burgermilities bij wie Aung Ye Thu regelmatig verblijft, zetten hun bases op in hun thuisland, het centrale deel van Myanmar, dichterbij strategische wegen en rivieren en de steden. Maar zonder de beschutting van de jungle en de steun van de meer ervaren etnische legers zijn ze ook kwetsbaarder. Enkelen zijn onlangs al zwaar getroffen door een aanval van grondtroepen van het leger en zware bombardementen.
Nu het einde van zijn verblijf in Amsterdam nadert, slaat de onrust toe. Tussen de pakken stroopwafels voor zijn vrienden prijkt de Nikon camera waarmee hij zijn prijs won. Het elektronische schermpje naast de sluiterknop heeft hij afgeplakt met zwarte tape om straks onzichtbaar te blijven voor de steeds geavanceerder drones van het leger. Een volgende trip naar de oorlogszone wacht.
Lees ook
World Press Photo: Palestijnse fotograaf Samar Abu Elouf maakte foto van het jaar. Bekijk de vele bekroonde beelden
