‘Flophouse America’ is een verbazingwekkend intiem portret van rauwe armoede

Ze is vaak dronken, schreeuwt, lijkt de claustrofobische kamer waar ze met haar man en kind woont amper uit te komen en wordt pisnijdig als haar 12-jarige zoon Mikal de afwas niet wil doen. Dat laatste gebeurt in de badkuip, een keuken met wasbak hebben ze niet. Toch is het moeilijk om tijdens het kijken van Flophouse America de lamlendige veertiger Tonya echt iets te verwijten. Een wodka inschenken om jezelf te verdoven zodra het kan, voelt logisch als je je in haar situatie bevindt. Het maakt de gevolgen van haar gedrag niet minder schrijnend.

De aangrijpende, rauwe documentaire van Monica Strømdahl start met een voice-over die uitlegt dat in de Verenigde Staten 37,9 miljoen mensen in armoede leven. En dat in het hele land mensen in vervallen budgetmotels wonen omdat ze te weinig verdienen om toegang te hebben tot de reguliere huizenmarkt. Daarnaast verblijft één op de tien kinderen in een huishouden waar minimaal een van de ouders een alcoholverslaving heeft.

De voice-over blijkt van Mikal, een van de kinderen uit deze statistieken. Tegenwoordig is hij meerderjarig; de makers hebben gewacht met het uitbrengen van hun film zodat hij de impact ervan kon inschatten. Strømdahl leerde hem al als 12-jarige jongen kennen toen ze door de VS reisde om de beruchte budgetmotels en zijn bewoners vast te leggen. Ze was vervolgens drie jaar lang een soort fly on the wall in de hotelkamer waar Mikal, zijn moeder en hun kat een groot deel van hun dagen doorbrengen – vader Jesse vertrekt vaak naar werk, en blijft soms hangen in een kroeg. Het leidt tot een documentaire vol rauwe en confronterende beelden van bittere armoede in de VS.

Mikal is tegenwoordig meerderjarig; de makers hebben gewacht met het uitbrengen van hun film zodat hij de impact ervan kon inschatten.

Koken naast een bed

Niet alleen wat die armoede praktisch inhoudt, zoals de afwas moeten doen in een met etensresten bedekte badkuip of koken naast een bed omdat alles in dezelfde ramvolle kamer moet gebeuren. Maar vooral hoe armoede leidt tot (kortzichtige) keuzes die soms kapotmaken wat je lief hebt. Het mooiste aan Strømdahls film is immers dat Tonya’s liefde voor haar zoon, ondanks al haar gebreken, van het scherm spat. Maar zijn smeekbede, dat ze stopt met drinken, en de zichtbare pijn en problemen die haar gedrag veroorzaken, negeert ze.

Het is verbazingwekkend hoe intiem de beelden vaak zijn die Strømdahl kon vastleggen – van ruzies, van lamlendigheid, van liefde. Ze toont het zonder franje, zonder een mening op te dringen, wat Flophouse America des te aangrijpender maakt. Zeker door een gebeurtenis die even tragisch als onvermijdelijk is. Het maakt Flophouse America tot een film die blijft nazinderen.