„Sommige mensen noemen mijn werk poëtisch. Wat zou dat betekenen?”, schrijft kunstenaar Fiona Tan in oktober 1999 in een briefwisseling met de Britse kunstcriticus en schrijver John Berger. „Ze bedoelen”, antwoordt hij, „dat je heel snelle, onverwachte verbanden legt, die toch niet willekeurig zijn (de manier waarop een kat op tafel springt is ‘poëtisch’).”
Kunst met de poëzie en logica van een kattensprong, dat geldt ook voor het meest recente werk van Fiona Tan (Pekanbaru, Indonesië, 1966), qua omvang waarschijnlijk haar grootste werk tot nu toe. Dit weekend wordt het onthuld in de Grote Sint Laurenskerk in Alkmaar: een glas-in-lood-kerkraam van liefst drieëntwintig meter hoog en zes meter breed, ter viering van 450 jaar Alkmaars Ontzet – de bevrijding van Alkmaar op de Spanjaarden in 1573.
Voor het ontwerp, dat bestaat uit 46.000 handgezette stukjes glas, liet Tan zich inspireren door de geschiedenis van de kerk én door een persoonlijk familieverhaal. De Grote Kerk had tot 1721 al eerder een groot glas-in-lood-raam, maar dat werd destijds ontmanteld en verkocht. De stukjes glas werden los verhandeld en zwierven de hele wereld over. Dat deed Tan denken aan haar Australische oudoom, die meevocht in de Eerste Wereldoorlog in Europa en uit de zwaarbeschadigde kathedraal in het Franse Reims enkele glasscherven meenam, waarmee hij thuis een caleidoscoop bouwde – die herinnerde Fiona Tan zich nog uit haar jeugd.
Het door Tan ontworpen raam in de Grote Kerk bestaat uit talloze paneeltjes, die telkens net iets andere kleuren en lijnpatronen hebben. Als de frames van een analoge filmrol verbeelden ze samen de veranderingen van een caleidoscoop die, zodra je er aan draait, telkens nieuwe, complexe symmetrische vormen toont. Een computer rekende uit hoe die losse vensters eruit zouden moeten zien.
Haar werk is afhankelijk van hoe je ernaar kijkt. Ze plaatst het in de ruimte, en je moet zelf maar zien wat je er mee doet
De logica van een kattensprong: van eeuwenoude scherven die over de hele wereld reizen, via een persoonlijke anekdote over een caleidoscoop, naar een gigantisch kerkraam dat verhalen, kleuren en perspectieven samenbrengt.
„Fiona Tan is een kunstenaar die heel goed een eigen draai kan geven aan grote verhalen”, zegt Patrick van Mil, directeur van het Stedelijk Museum Alkmaar, betrokken bij de commissie die Fiona Tan voordroeg voor het kerkraam. „Het Alkmaars Ontzet is zo’n verhaal – ‘Bij Alkmaar begon de victorie’, dat leert iedereen hier al op de basisschool. Tan geeft daar een heel hedendaagse en tegelijk tijdloze interpretatie van. Wat ik ook zo mooi vind, is dat het raam niet in een Europese, islamitische, oosterse of Mexicaanse traditie staat, het zou allemaal kunnen – het abtracte patroon is bijna universeel menselijk.”
Toch is het best verrassend dat Fiona Tan deze grote kerkraamopdracht kreeg: Tan is vooral bekend van haar films en werken met (archief)fotografie. Ze noemt zichzelf een ‘lens-based artist’, een kunstenaar die met lenzen werkt. „We wilden graag iemand die iets nieuws ging proberen”, zegt Van Mil, „en van Fiona Tan weet je dat ze zich altijd ook heel goed verdiept in het medium waarmee ze gaat werken.” Dat blijkt: in de maanden voor de onthulling van het kerkraam was Tan met grote regelmaat in het zuidwesten van Duitsland bij Glasstudio Derix, om handmatig, met volle aandacht en zichtbaar plezier, ieder paneeltje op kleur te controleren voordat het kon worden gezet.
Glasstudio Derix is het bedrijf dat ook het beroemde moderne kerkraam (2007) van Gerhard Richter in de Dom in Keulen maakte. Van Mil: „Fiona Tan wilde nadrukkelijk de allerbeste glas-in-lood-maker. Dat was voor ons als opdrachtgever qua financiering niet altijd makkelijk – maar die detaillering in de uitvoering is wel belangrijk, dit kunstwerk hangt er voor de eeuwen.”
Wat Tan bovendien interessant maakt voor de opdracht, zegt Van Mil, is dat ze vaak combinaties maakt van bewegend en stilstaand beeld. In 2017 produceerde Fiona Tan met Ascent bijvoorbeeld een tachtig minuten durende bioscoopfilm die geheel bestond uit stilstaande foto’s, allemaal van de berg Fuji in Japan.
Die opzet benadrukt het verschil tussen stilstand en beweging: de berg is continu hetzelfde, de wereld eromheen verandert. „Tijd is echt een medium voor Tan. Dat sluit aan op de raamopdracht: het wordt geïnstalleerd in de hoop dat het er eeuwig kan blijven en tegelijkertijd is het de hele tijd verschillend, omdat het licht er steeds anders doorheen valt.”
Het internationale perspectief is kenmerkend voor Fiona Tan, voor haar leven en haar werk. Ze werd in 1966 in Indonesië geboren, ze had een Australische moeder en een Indonesisch-Chinese vader, beiden wetenschappers. Ze verhuisden daarna naar Australië, omdat het in Indonesië na de mislukte communistische staatsgreep van 1965 te onveilig werd voor de Chinese minderheid. Na de middelbare school vertrok Fiona Tan naar Europa, om te gaan studeren aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, en later aan de Rijksakademie van beeldende kunsten.
Inmiddels is Tan al zo’n drie decennia actief en uitgegroeid tot een wereldwijd actief en geprezen kunstenaar, die wordt vertegenwoordigd door galeries in New York, Londen en Tokio. In haar werk onderzoekt ze de relatie tussen individu en gemeenschap, geheugen en geschiedenis, en de betekenis van archieven en verzamelingen, of, zoals ze het zelf eens omschreef in De Groene Amsterdammer: „Wat doen wij met beeld, en wat doet dat beeld met ons?”
Als de werkwijze van Fiona Tan zich bondig laat samenvatten, dan misschien zo: ze brengt vaak twee elementen samen die op het eerste oog alleen losjes iets met elkaar te maken hebben, en laat in de ruimte daartussen poëzie ontstaan. Voor de recente film Footsteps (2022; de bioscoopversie Dearest Fiona gaat komend IDFA in première) combineert ze archiefbeelden van Nederland in klederdracht met voorgelezen persoonlijke brieven die haar vader haar stuurde vanuit Australië – het contrast tussen de kneuterige (soms heldhaftige) polderbeelden en het internationale perspectief (haar vader wisselt persoonlijke beslommeringen af met beschouwingen op het wereldnieuws) in de brieven roept vragen op als: wat is, en wie bepaalt, het beeld van Nederland? Maar vooral: hoe moet je je daar als individu toe verhouden?
Zelf houdt ze er niet van de bedoeling van haar werk uit te leggen. „Dat heeft te maken met de aard van haar werk”, zegt Van Mil. „Het is in grote mate afhankelijk van hoe je er als toeschouwer naar kijkt. Ze plaatst het in de ruimte, en je moet zelf maar zien wat je er mee doet. Haar kunstwerk is als een spiegel, het werk kijkt ook naar jou.”
In 1997 maakte Fiona Tan voor de VPRO een documentaire over haar Chinese achtergrond: Moge u in interessante tijden leven. Toen ze net in Nederland was aangekomen, noemde ze zichzelf gekscherend „vreemdeling van beroep”, zegt Tan in die documentaire. „Mijn andere achtergrond, de mogelijkheid om dingen op een andere manier te zien, had duidelijk voordelen. Toch voelde het alsof ik dingen was kwijtgeraakt tijdens die verandering van taal, land en gebruiken.” In de film reist ze langs familie in Australië, Duitsland, Hongkong en China, en schetst ze de migranten-identiteit. „Mijn identiteit is een paradox”, concludeert ze in die film, niet helemaal Chinees en niet helemaal westers. „Ik zocht een spiegel, en ik vond er heel veel.” Ze merkt ook op: „Cultuur is altijd een paleis en een gevangenis.”
„Fiona Tan is een kunstenaar die al heel vroeg, en op een heel intelligente manier, met het thema identiteit bezig was, nog voordat dat een dominant thema in de beeldende kunst werd”, zegt de Oostenrijkse tentoonstellingsmaker Marijana Schneider van Museum der Moderne in Salzburg. „Maar ze doet het op een hele subtiele manier, zonder je ermee in het gezicht te slaan.” Schneider was in 2020 voor dat museum curator van de solotentoonstelling With the Other Hand, die naast in Salzburg, ook gelijktijdig in Kunsthalle Krems te zien was. Schneider noemt Tan „een van de meest briljante filmmakers van onze tijd.”
De curator van het museum in Salzburg leerde Tans werk kennen in 2009 toen zij Nederland vertegenwoordigde op de Biënnale van Venetië. „Haar filminstallatie Disorient maakte toen gelijk al heel veel indruk.” Voor die filminstallatie had Tan het Nederlandse paviljoen omgebouwd tot een opslagplek met kasten en rekken vol objecten uit het Midden-Oosten en Azië. Die kasten vol oosterse objecten filmde ze, waarna het Nederlands paviljoen weer leeg werd gehaald. Tijdens de expositie werd die film vervolgens in de lege ruimte getoond, naast videobeelden van het hedendaagse Azië en Midden-Oosten – begeleid door een voice-over die voorlas uit de brieven van Marco Polo tijdens zijn eerste reizen door Azië. „Dat zijn heel romantiserende verhalen. Met die combinatie deconstrueert ze heel treffend het westerse beeld van Azië, en stelt ze ook de vraag hoe dat is gevormd door Marco Polo”, zegt Schneider.
Tans internationale positie was destijds een belangrijke reden om haar te vragen voor de Biënnale van Venetië, herinnert tentoonstellingsmaker Saskia Bos zich. Bos was dat jaar curator van het Nederlandse paviljoen, en benaderde Tan. „Er was toen al discussie over hoe raar dat eigenlijk is, dat ieder land zichzelf met een nationale kunstenaar gaat representeren – ik was zelf in die tijd werkzaam in New York en had al wat meer afstand van Nederland, dus dat was al een manier om het open te breken. Ik zocht een kunstenaar met een internationale houding, en het liefst ook nog een goede vrouwelijke kunstenaar: nou, dat was, en is, Fiona Tan.”
Bos stelde bij Tan voor om iets te doen met de brieven van Marco Polo. „Eerst wilde ze dat niet, ze vond het heel cliché. Maar later veranderde ze van inzicht, ze raakte door Marco Polo gefascineerd en ze is juist iets gaan doen met de clichés, door ze te ontleden en te combineren met ‘found footage’ of archiefmateriaal van het hedendaagse Azië – daar zaten bijvoorbeeld beelden bij van een Amerikaanse soldaat die een deur intrapt in Irak, terwijl je luistert naar een voice-over met Marco Polo’s beschrijvingen van Bagdads prachtige paleizen.” Om de te filmen installatie in het paviljoen op te bouwen moesten al die voorwerpen op heel kleine bootjes door Venetië, herinnert Bos zich, „Dat was een kleine expeditie op zichzelf.”
Fiona Tan is er heel goed in om dat soort beelden te verzamelen en vervolgens aan elkaar te monteren, zegt Bos. „Fiona is conceptueel heel sterk – maar ze heeft ook heel veel aandacht voor uitvoering en detail, dat geldt lang niet voor iedere kunstenaar.”
Werken met Tan kan best intensief zijn, zeggen mensen die met haar gewerkt hebben. „Je weet dat je 100 procent gefocust moet zijn”, zegt Bart Rutten, directeur van het Centraal Museum in Utrecht en als adviseur betrokken bij het raamproject in Alkmaar. „Ze is streng op de vorm, tot aan de inrichting, en ze weet heel goed wat ze wil. In de samenwerking is ze heel serieus – ik vind dat superfijn, want dan krijg je het beste resultaat. Je ziet die focus ook in haar werk: ze weet altijd precies wat er in moet, en wat eruit moet, en dan krijg je een film van een uur, of van tien minuten, afhankelijk van het thema en het onderwerp. Het is heel uitgebeend werk, en altijd raak.”
Het werk Disorient gaat over de relatie tussen Oost en West, een van de rode draden in Tans oeuvre. „Het bijzondere is dat dat thema zo samenloopt met haar persoonlijke familiegeschiedenis”, zegt Bos. „Marco Polo was een jaar of zeventien toen hij naar het Oosten trok, en Fiona Tan had ongeveer dezelfde leeftijd toen ze naar het Westen trok.”
In Tans oeuvre verweeft ze telkens grote, abstracte onderwerpen met persoonlijke verhalen en anekdotes. „Dat vind ik het knappe aan haar werk”, zegt Rutten. „Ze kan in haar werk veralgemeniseerde kennis koppelen aan iets hyperpersoonlijks. De relatie tussen individu en gemeenschap is een telkens terugkerend thema.”
Hij verwijst naar een vroeg werk van Tan n.t.(Leidsestr.) (1997) waarvoor de kunstenaar zichzelf filmde terwijl ze stilstond in de drukke Amsterdamse Leidsestraat, terwijl de menigte rondom haar doorbeweegt. „Het is een prachtig videowerk. Daarmee stelt ze volgens mij al heel vroeg die prangende vraag: wie ben ik in deze wereld?”