Financieel directeur van NS: ‘Zonder structurele oplossingen van de overheid bereikt het kaasschaven z’n grens’

Angelique Magielse staat voor een lastige opgave. De financieel directeur van NS moet de treinreizigers tevreden houden, haar werknemers gelukkig en tegelijkertijd het spoorbedrijf financieel gezond maken. Voorlopig boekt ze slechts beperkt succes op alle drie de fronten. Daarbij lijkt NS op steeds minder steun te kunnen rekenen van de overheid.

Pas over enkele jaren is NS uit de zorgen, stelt Magielse in een toelichting op de halfjaarcijfers die NS woensdag publiceert. In 2027 is het bedrijf winstgevend. Tot die tijd ontkomt NS niet aan „impopulaire maatregelen”, aldus Magielse. Treinkaartjes worden vanaf 1 januari weer duurder, de kans op een zitplaats neemt af, verstorende werkzaamheden blijven aan de orde van de dag. Ondertussen is er nog steeds geen nieuwe cao en wil NS 200 miljoen euro besparen op structurele kosten (5 procent van het totaal).

U vervoerde het afgelopen half jaar meer reizigers, zelfs meer zakelijke reizigers en meer mensen in daluren. Waarom lijdt u dan toch nog verlies?

„We presteren beter dan voorgaande jaren, reizigers waren vaker op tijd, maar we zijn nog niet kostendekkend. Ondanks een groei van 2 procent in reizigerkilometers zitten we nog steeds niet op het niveau van vóór de pandemie. Afgelopen halfjaar vervoerden we 93 procent van het aantal reizigers van 2019. We zijn er nog lang niet.

„Kantoorwerkers, maar ook scholieren en studenten, werken nog steeds volop vanuit huis. Dit leidt tot een ander reispatroon: een korte, intense ‘hyperspits’ op dinsdag en donderdag. Buiten deze pieken en op andere dagen is er nog veel ruimte in de trein. Gemiddeld is slechts 30 procent van de stoelen bezet.”

Waar zit de financiële pijn dan, ondanks die toename van reizigers?

„Allereerst kampen we met een ‘inflatiegat’ uit het verleden van wel 11 procent. Dat is de werkelijke inflatie versus de inflatie die we mochten verrekenen in onze tarieven. Die werkelijke inflatie was de afgelopen jaren veel hoger dan verwacht en veroorzaakte hogere bedrijfskosten. Het kabinet wilde niet dat we dat zouden doorberekenen in de treinkaartjes.

„Verder leidt de regeling voor werknemers met zware beroepen, die mogelijk in een nieuwe cao komt, tot een verplichting van ruim 200 miljoen euro voor de komende jaren. Dat betreft een groot deel van ons personeel: machinisten, monteurs, conducteurs. Deze zwaarwerkregeling gold al en gaat nu voor meer mensen gelden en voor een langere periode. Daarmee wordt die duurder. Ook de overheidsbijdrage voor de ov-studentenkaart is afgenomen. Studenten reizen minder.”

En al die kosten drukken op de treinkaartjes. De prijzen stijgen opnieuw vanaf 1 januari. Hoe zit dat precies?

„Dat is een ingewikkeld verhaal. Normaal volgen onze tarieven de inflatie, maar nu zitten we in een periode waarin we iets moeten inhalen. Voor 2025 was oorspronkelijk een verhoging van 12 procent nodig om kosten te dekken en inflatie van voorgaande jaren te compenseren. Toen heeft de overheid besloten een derde van die verhoging, 42 miljoen, voor haar rekening te nemen. Maar die bijdrage was incidenteel, net als in 2024, en niet structureel. Voor komend jaar stelt de overheid geen geld meer beschikbaar.

„Nu moeten we die wegvallende overheidssteun alsnog doorberekenen, bovenop de reguliere inflatiecorrectie. Zelf vangt NS een deel van de verhoging op door te besparen op allerhande kosten – zo houden we minder treinen stand-by voor calamiteiten. De inschatting is nu dat reizigers in 2026 rekening moeten houden met een verhoging tussen 6 en 9 procent.”

Als u minder treinen achter de hand houdt, kan dat extra verstoringen geven. Het ministerie onderkent dat en wil genoegen nemen met lagere prestatie-eisen aan NS. U mag reizigers een kleinere ‘zitplaatskans’ garanderen in de spits. Duurdere kaartjes, minder kans om te zitten – dat is toch een onmogelijke boodschap?

„Zeer lastig, en niet hoe wij het zouden willen. We moedigen mensen sterk aan de spits te mijden, en dat kan voor een grote groep reizigers ook. Zelf vergaderen we met de directie altijd op woensdag, vanaf 10.00 uur.

„Twee jaar geleden hebben we een voorstel ingediend voor tariefdifferentiatie, een spitsheffing of dalkorting, om de spitsdrukte aan te pakken. Dit zou tot 80 procent van de kaartjes goedkoper maken.”

U verkeek zich op de weerstand in Den Haag.

„Ja, dit plan had en heeft weinig politiek draagvlak. Dat is teleurstellend. Het is frustrerend dat we een oplossing hadden en dat die werd getorpedeerd door partijen die ook geen extra geld willen vrijmaken voor het ov.

„Zonder structurele oplossingen van de overheid – die eerder lijkt te bezuinigen op het ov dan ons te helpen – bereikt het kaasschaven z’n grens. Impopulaire maatregelen, zoals het schrappen van de Jongerendagkaart, worden dan onvermijdelijk.”

Doet u zelf wel genoeg om financieel gezond te worden?

„We hebben structurele bezuinigingen ingezet van 200 miljoen, tot en met 2027. We verminderen het personeel op het hoofdkantoor, schalen veel projecten af, met name op IT-gebied. En we besparen op kantoorruimte. Zo sluiten we een vestiging in Amersfoort en verhuizen de medewerkers naar Utrecht.”

En de personele kant? De bonden hebben laatst uw cao-eindbod afgewezen. De vier stakingsdagen in juni kostten u al 20 miljoen euro. Hoe combineert u dit met aantrekkelijk willen zijn als werkgever?

„Dat is een continue zoektocht. We moeten financieel gezond worden, de dienstverlening op peil houden én een aantrekkelijke werkgever blijven. Het afwijzen van het eindbod betekent dat we nu met elkaar om tafel moeten om te kijken waar de pijn precies zit.”

Welke hulp verwacht u de komende tijd uit Den Haag?

„We proberen de overheid te bewegen mee te denken over het spreiden van de spitspieken, bijvoorbeeld door afspraken met onderwijsinstellingen over lestijden of fiscale maatregelen voor thuiswerken. Dit kunnen wij niet alleen. Helaas zien we tot op heden geen concrete maatregelen die zij voor ons hebben genomen op dit gebied.”

Wat verwacht u de komende maanden vanuit Den Haag, nu de verkiezingen naderen?

„Ik vrees dat de komende verkiezingsprogramma’s weinig aandacht hebben voor het ov en eerder bezuinigingen dan tegemoetkomingen bevatten. De overheid heeft de accijns op benzine verlaagd, wat autorijden relatief goedkoper maakt en de aantrekkelijkheid van de trein onder druk zet. Geen enkele partij zal die accijnsverlaging waarschijnlijk terugdraaien. Dit alles maakt de verkoop van ons product, hoe duurzaam ook, niet eenvoudiger.”