Cabarettalent De finalisten van tv-programma ‘Ik ga stuk!’ zijn op tournee. Dat levert een amusante avond met een grotendeels overtuigende proeve van kunnen van drie cabaret-acts.
De finalisten van tv-programma ‘Ik ga stuk!’. V.l.n.r.: Farbod Moghaddam, Maya van As, Brigitte van Bakel, en Gavin Reijnders.
Foto’s Ed van de Pol
Biedt een tv-programma een nieuwe kans voor cabarettalent om in te stromen? Die vraag rees bij Ik ga stuk! van BNNVARA dat op tv audities deed en op zoek ging naar talent. De omroep was mede-organisator van talentenjacht Het Leids Cabaret Festival, met Theaterbureau Bunker. En het toeval wil dat de finalisten van de eerste editie van Ik ga stuk! alle drie al eens in Leiden te bewonderen waren. Vandaar de kanttekening van Helga Voets, directeur van Bunker, in de Volkskrant dat BNNVARA dezelfde talenten voor de tweede keer ontdekte.
Anderzijds hebben die talenten dat misschien ook nodig. Hoe snel ben je klaar om je carrière te beginnen na zo’n festival? En voor deze drie finalisten gold ook dat corona de kansen op optreden en het vasthouden van hun naam de afgelopen jaren dwarsboomde. Dan is het niet gek om opnieuw op te kunnen starten.
Gezamenlijke tournee
Op hun gezamenlijke tournee spelen de drie finalisten – het duo Vlamousse en solisten Farbod Moghaddam en Gavin Reijnders – elk een half uur.
De grote kracht van Reijnders – winnaar van Ik ga stuk! – ligt bij zijn puntige, melodieuze liedjes op gitaar, waarin hij van zich afbijt over homohaat of zijn sarcasme uitvent over de gay best friend („haar accessoire, haar handtas”). De liedjes zijn geestig, maar kunnen ook ontroeren.
Hoe tegen hem als homo wordt aangekeken, zet hij af tegen de reacties op zijn autistische broer. Zo worden hokjesgeest en stereotypering op vanzelfsprekende wijze op hun plek gezet. De kritiek van de jury in Leiden dat Reijnders onwennig op het podium oogde, heeft hij overtuigend getackeld. Hij straalt zelfvertrouwen en plezier uit en speelt met het publiek. De valkuil lijkt eerder omgekeerd: te veel willen en dan het ritme uit het oog verliezen.
Het duo Vlamousse (Brigitte van Bakel en Maya van As) opende met een al te droge uitleg over inclusiviteit. Dat de een biseksueel is en de ander van kleur, maken ze inzet van hun verhaal. Maar dat wordt pas interessant als ze elkaar verwijten niet de waarheid te durven zeggen over wat ze daarbij voelen. Het levert een beklemmende, dramatische scène op. Gedurfd voor comedy, en dat verdient hulde, maar er mogen in het materiaal wel wat meer grappen en (zelf)spot bij.
Discriminatie
Aan dwarse grappen met een stevige punchline heeft Farbod Moghaddam geen gebrek. De inzet van zijn verhaal is ook pakkend: wat hij zijn zoontje meegeeft van zijn Iraanse achtergrond. En hoe hij hem wapent tegen discriminatie. Zijn spel is droog en strak, met een precieze timing. Zijn opgave is om zijn optreden fris te houden, want hij heeft de neiging op de automatische piloot te spelen. En dan wordt het troebel.
Deze halfuurtjes vormen nog geen uitgekristalliseerde optredens en elke act heeft werk te verrichten. Maar het goede nieuws is dat de potentie voor avondvullende voorstellingen aanwezig lijkt.
Na het benauwde, apolitieke Oscargala van maart lijkt de filmwereld in Cannes de schade in te willen halen. „Hij is niet zo spraakzaam, maar als hij iets zegt, luister je”, zei Leonardo DiCaprio dinsdag toen hij zijn oude mentor Robert De Niro een ere-Gouden Palm uitreikte bij de openingsceremonie van de 78ste editie van het filmfestival. Waarna de geëmotioneerde De Niro los ging op zijn ‘filistijnse president’. „Kunst veronderstelt diversiteit, dus worden we belaagd door autocraten en fascisten. Wat er nu gebeurt is geen film, we kunnen niet achterover gaan zitten om te kijken hoe dit afloopt. We moeten in actie komen, nu.”
Een daverende ovatie viel De Niro ten deel, waarna het zaallicht doofde en iedereen achterover ging zitten voor het charmante Partir un Jour. Een filmdebuut: de 40-jarige Franse regisseur Amélie Bonnin werkte eerder voor televisie en maakte documentaires en korte films zoals in 2021 Partir un Jour, een voorstudie voor deze charmante jukeboxmusical. Celebrity-chef Céline keert ongewenst zwanger uit Parijs terug naar het truckersrestaurant van haar ouders. Pa, een ADHD’er die herstelt van zijn derde hartaanval, slaat haar wrokkig om de oren met neerbuigende quotes uit haar culinaire tv-show („Thuis dachten ze bij Michelin alleen maar aan autobanden”). En Céline komt maar niet weg: er zijn wat losse eindjes met haar woest aantrekkelijke schoolvriend Raphaël, nu vader en automonteur. Ooit waren ze stapelverliefd maar te bleu om dat elkaar te bekennen. Célines Parijse vriend komt opdagen, er zijn complicaties rond een abortus en elke avond eindigt in dronkenschap, maar uiteindelijk is Partir un Jour een melancholieke ode aan de liefde en gemiste afslagen in het leven, die doet denken aan de recente arthousehit Past Lives. Al zit er in deze versie meer leven; bij verhoogde emotie heft men zomaar Franse hitjes aan.
Tijdens de openingsceremonie met Leonardo DiCaprio herdacht juryvoorzitter Juliette Binoche de door een Israëlisch bombardement gedode Palestijnse fotograaf Fatma Hassona.
Foto Valery Hache/AFP
Grimmige politieke context
Een fijn niemendalletje van het soort waarmee Cannes zijn zwarte filmprogramma graag opent, maar in de grimmige politieke context van nu wellicht iets te licht. De vakpers tekent op dat Donald Trumps vage heffingsplan van 100 procent op buitenlandse films hét gespreksonderwerp is onder de tienduizenden filmhandelaars die langs de Boulevard de la Croisette zijn neergestreken – gevolgd door gêne omdat ze het alweer over Trump hebben. De jury van het 78ste festival kreeg dinsdag een in de krant Libération gepubliceerde verklaring van 350 filmmakers voor de kiezen, onder wie Ralph Fiennes, Susan Sarandon, David Cronenberg, Viggo Mortensen, Pedro Almodóvar, Jonathan Glazer en Ruben Östlund. Zij tonen zich ‘beschaamd’ over het zwijgen van de filmwereld over de ‘genocide in Gaza’. Waarom had juryvoorzitter Juliette Binoche niet getekend, wilde Al Jazeera dinsdag van haar weten. „Dat zult u straks beter begrijpen”, antwoordde Binoche: die avond herdacht ze tijdens de openingsceremonie gehuld in een moeder Maria-jurk de Palestijnse fotografe Fatma Hassona, die in april gedood is door een Israëlisch bombardement – over haar draait in Cannes een documentaire.
Donderdag is het blockbusterdag: Cannes laat Hollywood er altijd één in de etalage zetten, met vaak wat ouwelijke actiehelden als Harrison Ford of Kevin Costner. Tom Cruise (62) past in dat rijtje: drie jaar terug vlogen acht Franse gevechtsvliegtuigen over bij de première van zijn Top Gun-vervolg Maverick, wat een symbolische herbevestiging van de NAVO en de Frans-Amerikaanse banden leek te zijn na de Russische invasie in Oekraïne. Maverick werd een megahit.
Anno 2025 is Cruise terug met het achtste en laatste deel van zijn Mission Impossible-reeks: Final Reckoning, waarin de Amerikaanse superspion Ethan Hunt een losgeslagen AI moet temmen. Maar de context is nu anders: een Amerikaan die de wereld redt, daar hebben Europeanen misschien niet zo’n trek in. Wat moet Cannes met zo’n film, vroeg een journalist directeur Thierry Frémaux sceptisch. Die omzeilde de vraag met een lang betoog over de kwaliteiten van Tom Cruise’s vaste regisseur Christopher McQuarrie. Straaljagers zullen ze Cruise dus wel niet gunnen, maar hij kan Cannes’ steun goed gebruiken: het vorige deel van Mission Impossible werd in 2023 platgewalst door het ‘Barbenheimer-fenomeen’ en harkte slechts een magere 570 miljoen dollar binnen. Ook Cruise is niet bovenmenselijk, al denkt hij daar zelf naar verluidt anders over.
Op de vloer van het KIT in Amsterdam is zaterdagavond een wat onbeholpen Californische rechtszaal opgetuigd: een verhoogde rechtbank, een Amerikaanse vlag en sobere houten schrijftafels voor aanklager, verdediger en verdachte – opgetrokken naar het vertrouwde beeld uit Hollywood.
De ‘zaak’ die vandaag dient: een zelfrijdende auto is uitgeweken om een botsing te voorkomen, waarbij een voetganger overlijdt. Moet de softwareontwerper worden vervolgd voor doodslag?
Het is de centrale vraag in The Jury Experience, een Engelstalige voorstelling waarin het publiek de rol van Amerikaanse jury krijgt toebedeeld en aan het eind mag stemmen over schuld of onschuld. Het stuk wordt gebracht door een internationaal reizend theatergezelschap en was eerder te zien in onder meer New York, Singapore en Berlijn.
De aanklager is gepassioneerd, de strafpleiter hard en gedecideerd, de rechter beheerst en afstandelijk. De verdachte, een tech-CEO, oogt als iemand die moeite heeft met intermenselijk contact.
Er wordt strak geacteerd, maar wat is de waarde van de voorstelling als juridische casus?
Via stemrondes op hun telefoon mogen de toeschouwers hun oordeel vellen. Voorafgaand krijgen ze de zaak voorgelegd in de vorm van getuigenverklaringen, pleidooien en wat als bewijs wordt gepresenteerd.
Schuldvraag
Als theatraal entertainment werkt de voorstelling: er wordt strak geacteerd, het is thematisch actueel, helder van opzet. Maar: wat is de waarde van de voorstelling als juridische casus?
In het stuk gaat het niet om harde gegevens, wel om morele signalen: de bij het auto-ongeluk omgekomen persoon is een toegewijde familieman, eenvoudig van aard, begaan met het klimaat. In een echte rechtszaal zou dat wellicht meespelen bij de strafmaat – hier vormt het de kern van de schuldvraag, en wordt het bij de aanklacht als bewijs voor de schuld van de CEO gepresenteerd.
De voorstelling verschuift daarmee van juridische analyse naar een moreel oordeel in het luchtledige. Juist de juridische instructie ontbreekt, net als een duidelijk toetsingskader – en dat zorgt voor een aantal hiaten.
Na het afleggen van de eed mag het publiek stemmen via een mentimeter. Daarbij ontbreekt wat juryrechtspraak onderscheidt: overleg . In echte Amerikaanse processen – zeker bij zware aanklachten – is unaniem beraad verplicht. Juryleden trekken zich terug, wegen argumenten, botsen met elkaar. Hier wordt er niet overlegd, niet getwijfeld, niet gezocht naar gezamenlijk begrip. Het publiek blijft op zichzelf teruggeworpen – slechts iets meer dan 10 procent verandert van mening tijdens de voorstelling. Wat die verschuiving veroorzaakt, blijft in het ongewisse.
Participatie
Voor een voorstelling die zichzelf The Experience noemt, is de daadwerkelijke participatie opmerkelijk gering. Waar andere interactieve voorstellingen het publiek juist vaak door het decor laten dwalen, acteurs zich onverwacht tussen de toeschouwers mengen, of een ogenschijnlijk gewone bezoeker ineens een cruciale rol speelt – blijft deze uitvoering keurig binnen de lijnen. Er wordt geen tegenspraak uitgelokt, geen interactie gezocht, geen onverwachte wending geïntroduceerd. De afloop mag open zijn, de vorm blijft gesloten. Het publiek beslist, maar zonder verantwoordelijkheid. Als interactieve ervaring blijft het vrijblijvend.
Toch worden er onderweg wel wezenlijke vragen aangestipt. De voorstelling raakt aan juridische kernkwesties, zoals de zogenoemde black box-problematiek: als niet meer valt te achterhalen hoe een algoritme tot een beslissing komt, zoals bij de zelfrijdende auto, wie draagt dan de verantwoordelijkheid?
Ook de bredere ethische vraag is prikkelend: wat betekent schuld in een tijd waarin menselijke controle verschuift naar systemen? En wat betekent het om over het lot van anderen te beschikken? Dat deze vragen worden opgeworpen, is op zichzelf waardevol. Juist omdat er nog geen sluitend antwoord te geven is , verdienen ze het om onderzocht te worden.
Op dezelfde dag dat Peter Stuyvesant in 1626 aankomt op Manhattan, land ik in New York voor de belangrijkste kunstweek van het jaar. Het regent pijpenstelen en zo luidt ook de verwachting voor de rest van de week.
Maandag 5 mei Subsidies stopgezet
Met collega’s bezoek ik Jacob’s Pillow, „The dance center for the nation”, volgens The New York Times. Architect Francine Houben is mee om ons het door haar ontworpen theater te laten zien. Jacob’s Pillow is een van de referentieprojecten die ik, als directeur van stichting Droom en Daad, bezoek ter inspiratie voor het toekomstige Danshuis in Rotterdam.
Bij Jacob’s Pillow geeft directeur Pamela Tatge de rondleiding en ze praat ons gelijk bij over de zojuist ontvangen brief waarin staat aangekondigd dat de National Endowment for the Arts wordt opgeheven en alle subsidies met ingang van juli worden stopgezet. Gelukkig slagen veel instellingen in de VS erin private middelen te genereren maar overheidssteun en daarmee erkenning, laat staan waardering, is meer dan geld alleen.
Terug naar Manhattan maken we een tussenstop in DIA Beacon om een indrukwekkende installatie van Steve McQueen te bezoeken.
Wim Pijbes in de metro van New York. Foto Chantal Heijnen
Dinsdag 6 mei The Met Gala
Op ‘the morning after’ van The Gala of the Year sta ik om 10 uur op de stoep van het Metropolitan Museum voor de members preview van Black Dandy. Nergens worden modetentoonstellingen zo uitbundig gevierd als in The Met. Historisch doorwrocht en spectaculair tegelijk met de meest buitenissige bruiklenen uit binnen- en buitenland. Met een grandioos gala als mondiaal moment voor zelfpromotie van sterren en wannabees. Tafels en losse tickets kosten respectievelijk 350.000 en 75.000 dollar. Dit jaar bracht het gala een recordbedrag op van 31 miljoen dollar.
Dit is de week waarin alle grote veilingen plaatsvinden en ik de kijkdagen bij Christie’s, Sotheby’s en Phillips bezoek, niet om te kopen deze keer. Galeries en musea zetten nu ook hun beste beentje voor en natuurlijk zijn er naast de TEFAF en FRIEZE nog een handvol kleinere kunstbeurzen. In de wetenschap dat het allemaal te veel is moet ik kiezen. Eerst naar Christie’s waar ik David Kleiweg de Zwaan, de Senior Vice President of Impressionist & Modern Art, spreek, een van de Nederlanders die al sinds jaren in de New Yorkse kunstwereld actief is. Opvallende uitschieter is een groot schilderij van Marlène Dumas dat al voordat de veiling plaatsvindt een gegarandeerd bod binnen heeft, een wereldrecord voor de categorie ‘levende vrouwelijke kunstenaar’.
Wim Pijbes achter de schermen bij TEFAF. Bij de Tern Gallery.
Foto’s Chantal Heijnen
Bij veilinghuis Phillips loop ik direct in de armen van directeur Jean Paul Engelen en John Silberman, de voorzitter van de Willem de Kooning Foundation en wissel de laatste kunstnieuwtjes met hen uit. Bij Sotheby’s wordt een mooi werk van Danh Vo aangeboden. Ik sluit de middag af op een Citibike naar het noordelijkste puntje van Central Park op de rand van Harlem en bezoek het binnenkort te openen Davis Center.
Dit ‘community-first’ deel van Central Park „for Harlem and all of New York” is opgeknapt om er ‘s zomers te kunnen zwemmen en ‘s winters te kunnen schaatsen. Jaren geleden zocht ik contact met de Central Park Conservancy, want hun verrichtingen dienen als inspirerend voorbeeld voor de transformatie van het Park in Rotterdam, waarbij Droom en Daad betrokken is. De dag wordt afgesloten met Hidde van Seggelen, voorzitter van de TEFAF, in de Oyster Bar onder Grand Central, een New York classic.
Woensdag 7 mei The Frick Collection
Alle tijdsblokken zijn volgeboekt, maar voormalig Van Gogh Museumdirecteur Axel Rüger, sinds kort directeur van de gerenoveerde Frick Collection heeft kaarten klaarliggen. De collectie straalt als nooit tevoren en de nieuwe ondergrondse concertzaal is een juweeltje. Door naar The Armory, waar de TEFAF in opbouw is en waar ik, het hoofddoel van mijn reis, actief ben als voorzitter van de keuring. Global Chairman of Vetting heet dat hier, een hele mond vol.
Door de rigide Amerikaanse vakbondsregels is het efficiënter om alle opbouwmedewerkers uit Nederland mee te nemen, inclusief oestermannen en bloemdecorateurs. Ik verwelkom de vijftig keurmeesters die ieder object op authenticiteit, herkomst en kwaliteit beoordelen. Ook al is de beurs in New York aanzienlijk kleiner dan de moederbeurs in Maastricht, de kwaliteit ligt gemiddeld nog hoger, evenals de prijzen. Terwijl de keurmeesters rondlopen breek ik er even uit om naar een van de meest besproken verkoopexposities van dit moment in New York te gaan: Picasso Tête- à-tête bij Gagosian, de grootste kunsthandelaar ter wereld. Een fenomenale selectie topwerken waarvan sommige nooit eerder publiek getoond. De dag eindigt met een diner met de keurmeesters. Wanneer ik naar mijn hotel loop merk ik dat het weer gelukkig omslaat.
Wim Pijbes met Sarah Godfrey bij de Willem de Kooning-tentoonstelling. Op bezoek bij de tentoonstelling van William Kentridge bij Hauser & Wirth.
Foto’s Chantal Heijnen
Donderdag 8 mei The Met Gala
Vandaag opent de TEFAF en is het een race tegen de klok voor de laatste keuringen en de zogeheten ‘appeals’, de mogelijke bezwaren die handelaren kunnen maken tegen het oordeel van de keuringscommissie. Alles rond de keuring valt overigens onder strikte geheimhouding en is dus niet bestemd voor de krant. Buiten staat een rij met mensen die niet gewend zijn om in een rij te staan. Dat is de aantrekkingskracht van TEFAF, ook in New York. Om stipt één uur lopen de eerste bezoekers binnen. Vanmiddag komen zevenduizend genodigden, verzamelaars, museumprofessionals met hun boardmembers en trustees.
Met Chantal Heijnen, de fotograaf voor dit dagboek, loop ik over de beurs en schud wat handen en doe her en der een babbeltje. „Laten we de stad ingaan want er is nog meer te zien”, opper ik en dus spoeden we ons naar Chelsea waar rond de High Line de grote galeries bijeenzitten. Ik wil naar William Kentridge bij Hauser & Wirth en Willem de Kooning in een andere vestiging van Gagosian. Van beide kunstenaars is werk in de collectie van Fenix. Ik wil zien hoe onze werken zich verhouden tot wat hier hangt. In 2026 is het honderd jaar geleden dat Willem de Kooning als migrant Rotterdam verliet. Sarah Godfrey van Gagosian leidt mij rond. De kunstweek sluit ik af met een bezoek aan 1:54, de beurs voor hedendaagse Afrikaanse kunst, genoemd naar het aantal landen op het continent. De dynamische directeur Touria El Glaoui is een ware ambassadeur voor opkomende hedendaagse kunstenaars uit Afrika en bij verschillende galeries op de 1:54 zijn in het verleden aankopen gedaan voor Fenix.
Huiswaarts met de laatste nachtvlucht. Dit weekend beginnen de previews en persvoorbezichtigingen voor Fenix, op 15 mei volgt de officiële opening door koningin Màxima.
Wim Pijbes stapt op een City Bike.Foto Chantal Heijnen