Video-installatie Safe. Self. Sense ontstond tijdens de pandemie in Taipei. Filmmaker David Verbeek en zijn vrouw Yu He Lin, werkzaam als danser en choreograaf, maken in de hoofdstad van Taiwan deel uit van een kunstenaarscollectief dat naar manieren zocht samen zinvol werk te kunnen blijven maken. Het is een werk geworden dat over zoveel meer gaat. Ja, over zieke en gezonde lichamen, over isolement en het verlangen naar contact. Maar ook over dystopie, verbeelding, en film zelf.
David Verbeek en Yu He Lin vertellen erover in hun appartement in Amsterdam, daags voor de wereldpremière van Safe. Self. Sense op het Internationaal Film Festival Rotterdam. Verbeek is bekend van prijswinnende films als Full Contact (2015), over een dronepiloot die langzaam zijn greep op de werkelijkheid kwijtraakt, en Trapped in a City of a Thousand Mountains (2018), een documentaire over rappers die de censuur omzeilen in het Chinese Chongqing. Zijn werk is onlosmakelijk verbonden met het International Film Festival Rotterdam, waar zijn studentenfilm Beat (2004) voor het eerst te zien was, en waar hij kennismaakte met de regisseurs die zijn carrière blijvend zouden beïnvloeden: Jia Zhang-ke uit China en de in Taiwan woonachtige Tsai Ming-liang.
Safe. Self. Sense bestaat uit drie naast elkaar geprojecteerde films. Er zijn mensen te zien met gezichtsmaskers, in gaspakken en met beschermingsbrillen op. Een dansende demon, die soms lacht, soms troost en soms ronduit angstaanjagend is. We zien de kwetsbaarheid van naakte lichamen. In Rotterdam is zowel de installatieversie op drie schermen te zien als een theatrale variant, waarin drie dansers tijdens een live optreden in gesprek gaan met hun filmische alter ego’s op het scherm.
Yu He Lin: „Tijdens de pandemie bleven we bij elkaar komen in een underground pop-upbar in Taipei en maakten we onder andere de show Quarantaining Dreams, waarin we in gaspakken dansten, zodat we samen konden zijn maar ook elkaar beschermden. Daaruit zijn de ideeën voor de choreografie van deze installatie geëvolueerd.”
Verbeek: „Safe is het deel dat gaat over de angst. Self over hoe de pandemie, maar feitelijk elk gevoel van angst, je op jezelf terugwerpt en de demonen die je in jezelf tegenkomt. Sense is het zintuiglijke deel dat de vraag stelt: accepteer je dat het leven sowieso gevaarlijk is, en ga je door met leven? De gebeurtenissen op de drie schermen ontvouwen zich simultaan. Soms zijn ze interactief, soms parallelle universums. Als toeschouwer maak je de keuzes waar je op focust. Je monteert met je ogen. En dat zegt ook iets over hoe je zelf kijkt: ben je bang of behoedzaam, of kies je – misschien met gevaar voor eigen leven – voor de overgave aan het leven?”
Droom, herinnering of illusie?
Tijdens de live performance, waarin de dansers met kabels aan de schermen vastzitten, word je ook uitgenodigd meer filosofische vragen te stellen: „Op een gegeven moment liggen de dansers semi-bewusteloos op de grond. Is alles wat we zien een droom, een herinnering, of zelfs een illusie?”
Dat roept allerlei interessante associaties op met drie-eenheden uit alle windstreken; of het nu de allegorie van de wagenmenner is van Plato, waarin wagenmenner Logos (rede) de twee gevleugelde paarden Thymos (geest) en Eros (passie) in bedwang moet houden; of de bewustzijnsniveaus van Freud (bewust, onderbewust, onbewust) en zijn drieledigheid van de menselijke psyche (id, superego en ego). Het doet ook denken aan de drie ‘kaya’s’, of lichamen van Boeddha, die staan voor kennis, genot en het aardse.
Yu He Lin: „Het boeddhisme is een belangrijke inspiratiebron voor mijn werk en zegt veel over hoe we ons lichaam zien in de wereld. Na de pandemie is de wereld veel virtueler geworden. In de choreografie speelt die posthumane wereld een grote rol. Tegelijkertijd gaat het boeddhisme over het illusoire karakter van de werkelijkheid. Door de toeschouwer in mijn dans in de ogen te kijken, wil ik hem uitnodigen na te denken waar we ons tussen het spirituele en het materiële moeten situeren.”
Het slotbeeld van Safe. Self. Sense is een directe hommage aan het werk van de Maleisisch-Taiwanese filmmaker Tsai Ming-liang, die ook steeds vaker werken voor een ruimtelijke presentatie maakt. In zijn film Goodbye, Dragon Inn (2003) bevonden de hoofdpersonen zich als een soort laatste mensen ter wereld in een uitgestorven bioscoop waarin voor het laatst een film werd vertoond. De bioscoop in Safe. Self. Sense is nog meer vervallen.
Verbeek: „Zonder iets te verklappen: dit is voor mij een heel cruciale scène, waarin de demon een toeschouwer wordt van een dansperformance in een verlaten bioscoop. Dit symboliseert de dood van de cinema als ruimte voor gemeenschappelijke ervaringen. De pandemie was een waterscheiding: de oude arthouse-cinema bestaat niet meer. Streamers en techbedrijven hebben de macht overgenomen. Jonge mensen kijken liever thuis TikTok-filmpjes op hun telefoon dan dat ze uitgaan, dansen, films kijken, met andere lichamen in de wereld zijn. We zitten nu in een tijd van verhaalgedreven, impactvolle films die je geen seconde zullen vervelen. Als er al iets van hoop in Safe. Self. Sense zit, dan is het de hoop dat de menselijke geest en de menselijke creativiteit een uitweg zullen vinden, zelfs al is het door een transformerende ervaring als de dood.”