Dat deed de club bijvoorbeeld door feesten te organiseren met supportersorganisaties die geleid worden door fans die zijn veroordeeld voor voetbalgerelateerd geweld. Ook constateerde de politie in 2022 dat een lid van de harde kern, die een stadionverbod heeft, beschikt over een sleutel van stadion De Kuip.
„Een stadionverbod wordt niet voor niks opgelegd”, schreef de Rotterdamse burgemeester Carola Schouten afgelopen donderdag in een brief aan de gemeenteraad. Feyenoord bevestigt haar in een eerdere brief van 20 februari dat personen met een stadionverbod niet meer naar werkbezoeken worden meegenomen.
Schouten schrijft sinds november twee keer met de club te hebben gesproken. Ze sprak over het betrekken van fans met een stadionverbod bij evenementen en over „de manier waarop Feyenoord is omgegaan met Feyenoordsupporters die zich vanwege hun seksuele oriëntatie negatief bejegend voelen door andere aanhangers”. Inmiddels heeft de club een meldpunt voor discriminatie in het stadion geopend, schrijft ze daarover.
Lees ook
Geweld, intimidatie en homofobie – hoe Feyenoord zijn meest gevreesde hooligans dichtbij houdt
PVV-minister van Asiel Marjolein Faber probeert het een paar keer, in het kabinetsvak van de grote debatzaal: oogcontact maken met premier Dick Schoof, die naast haar zit. Na bijna een uur leunt ze naar voren en kijkt opzij, en ze blijft kijken. Maar Schoof kijkt niet naar haar. Hij pakt zijn pen en schrijft iets op, al is onduidelijk waarover dat kan gaan. In het debat over de lintjes voor vrijwilligers die Faber niet had willen ondertekenen, wordt op dat moment niets aan hem gevraagd.
Schoof vindt dat hij er niet had hoeven zitten. Hij wilde ook niet en had dat woensdagochtend aan de Tweede Kamer laten weten, wat door de anderen, ook in de coalitie, werd gezien als: het is Fabers probleem, vindt Schoof. Háár hangt een motie van wantrouwen boven het hoofd, ze moet het zelf maar oplossen. Pas nadat de oppositie had gedreigd om hoofdelijk te gaan stemmen over zijn aanwezigheid, besloot hij toch te komen.
Op dinsdagavond had hij in Gent op een topbijeenkomst met de Vlaamse regering moeten zijn. In plaats daarvan zat hij op zijn werkkamer in Den Haag, van half zeven tot half elf samen met de vier fractievoorzitters van de coalitie: PVV-leider Geert Wilders, Dilan Yesilgöz van de VVD, Nicolien van Vroonhoven van NSC die bij coalitieoverleg steeds Pieter Omtzigt vervangt, en BBB-leider Caroline van der Plas. Ze hadden ook samen gegeten: Indisch buffet. Met frisdrank, geen alcohol. Het ging de hele avond over Marjolein Faber, die er zelf niet bij was. Er was wel contact met haar. Het was de bedoeling van Schoof dat ze aan de Tweede Kamer iets van spijt zou laten merken.
Lees ook
Faber weigerde, maar Schoof en Uitermark blijken wel bereid om COA-vrijwilligers te onderscheiden met een lintje
Irritatie over Faber
Rond premier Schoof is al een tijdje duidelijk dat hij er genoeg van begint te krijgen hoe Faber hem elke keer weer in de problemen brengt en zijn gezag onderuit haalt. Vorige week vrijdag nog was ze voor de wekelijkse vergadering van de ministerraad voor de camera’s over hem uitgevallen. Ze was er „klaar mee” dat haar voorstel om de spreidingswet in te trekken wéér niet op de agenda stond. Dat was omdat die wet nog niet af is, maar volgens Faber kwam het door Schoof. Die had haar in het Catshuis daarna eerst apart gesproken, om haar duidelijk te maken dat je het zo niet doet.
Schoof wist toen al, via het Kapittel van de Civiele Orden, dat Faber geen zin had om te tekenen voor de koninklijke onderscheidingen van vijf mensen die zich vrijwillig hadden ingezet voor asielzoekers. Het stond volgens haar „haaks op” haar „strenge asielbeleid”. Schoof dacht het opgelost te hebben door zelf voor de lintjes te tekenen, samen met minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark. Als het daarna niet naar buiten was gekomen, zegt Schoof in het debat op woensdag, „dan had u er nooit iets over gehoord”. Dan was „in de boezem van het kabinet” gebleven dat er verschillend werd gedacht over die vijf lintjes.
En daarover gaat het de hele woensdag in de Tweede Kamer: Faber heeft volgens het grootste deel van de oppositie de eenheid van kabinetsbeleid doorbroken. En dat mag niet, ministers en staatssecretarissen spreken altijd namens het hele kabinet. In een brief die ze op dinsdagavond laat naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, probeert Faber dat idee weg te nemen. Zoals de coalitie met Schoof had besproken in zijn werkkamer. Ze „betreurt” het dat ze in het Vragenuur op dinsdag te vaak had benadrukt waarom ze haar handtekening niet had willen zetten. En ze schrijft dat ze „100%” achter het besluit van Schoof en Uitermark staat en dus niet de eenheid ondermijnt. Maar ze zegt niet dat ze haar handtekening wél had moeten zetten, of dat de volgende keer zal doen.
‘Ruggengraat’
Een dubbele boodschap, die woensdag in de grote zaal óók klinkt uit de mond van Wilders. Hij prijst Faber om haar „ruggengraat”. „Ze zegt wat ze vindt.” Op X had Wilders dagenlang gezegd hoe geweldig hij haar verzet vond tegen de lintjes. In de debatzaal komt hij er ineens mee dat het van die vrijwilligers „heel fatsoenlijk” is dat ze „mensen helpen”. Een lintje verdienen ze volgens hem níet omdat ze meewerken aan „het totaalpakket van de aantrekkelijkheid van Nederland voor buitenlanders”.
Wilders zegt ook dat Faber wél achter de eenheid van het kabinetsbeleid staat. Ze had volgens hem alleen maar „het voornemen uitgesproken” om haar handtekening te weigeren. Er was dus „formeel geen moment” van verschil in kabinetsbeleid geweest. Een procedureel argument, nauwelijks te begrijpen.
Ook Schoof had veel woorden nodig en spreekt zichzelf tegen: ze had de eenheid van het kabinet niet geschonden, die was nu wel „hersteld”. Ondanks zijn irritatie over Faber, blijft hij haar steunen. Hij zegt dat hij „vertrouwen” in haar heeft en dat ze „snoeihard” werkt.
De motie van wantrouwen tegen Faber, ingediend door GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans, wordt gesteund door D66, CDA, SP, ChristenUnie, Denk, Volt en de Partij voor de Dieren maar haalt het niet. De coalitiepartijen stemmen tegen. VVD’er Yesilgöz zegt wél dat ze „narrig” is omdat Faber volgens haar dringend écht „aan de slag” moet om steun te zoeken voor haar beleid in de Tweede en de Eerste Kamer. NSC’er Van Vroonhoven vindt dat Faber het aan zichzelf te wijten heeft dat er urenlang over haar is gedebatteerd. „Dat was onnodig en kinderachtig.”
Helemaal aan het eind van het debat kijken Schoof en Faber elkaar wél aan, ze lachen en praten even met elkaar. Schoof had in de pauzes niets tegen journalisten willen zeggen omdat het debat toen nog aan de gang was. Maar als het klaar is, ontloopt hij de camera’s nog steeds. In het voorbijgaan zegt hij alleen: „Ik heb net een heel debat gehad.” Faber, een paar seconden later, zegt precies hetzelfde.
Het Europees Parlement heeft dinsdag ingestemd met 4 miljard euro aan macrofinanciële hulp voor Egypte, als onderdeel van een breder EU-steunpakket van ruim 7 miljard euro. De hulpmiljarden hangen samen met de omstreden ‘Egyptedeal’ die de Commissie in maart 2024 tekende in een poging irreguliere migratie naar Europa in te dammen.
Caïro ontving in het licht van de ‘Egyptedeal’ eind 2024 al 1 miljard euro, wat het totale bedrag gelieerd aan migratie op 5 miljard euro brengt. In Straatsburg stemden 452 Europarlementariërs vóór de extra migratiemiljarden, die tot 2027 gespreid moeten worden uitgekeerd. Brussel maakte eerder vergelijkbare migratiedeals met Tunesië, Mauritanië en Turkije.
Egypte moet in ruil voor het geld, een lening die wordt verstrekt onder gunstige voorwaarden, de economische stabiliteit van het land waarborgen. Aanvankelijk waren aan de lening voorwaarden gekoppeld op het gebied van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat (van lhbti-rechten tot de leefomstandigheden van gevangenen). Die zijn geschrapt door de Commissie. De zorgen over migratie – of het politieke gewicht van antimigrantenretoriek – zijn duidelijk dominant.
‘Blanco cheque’
Tegenstanders op de linkerflank van het parlement spreken van een „blanco cheque” van Brussel aan een „autocratisch Egypte”. Volgens de Groenen wordt het gezag van de EU ondermijnd en wordt er een gevaarlijk precedent geschapen.
De Commissie „gooit haar eigen regels met deze louche migratiedeal overboord”, stelt Tineke Strik, Europarlementariër voor GroenLinks-PvdA. „Met deze schending verraadt ze de gewone Egyptenaren en laat ze iedereen die pleit voor een sterkere democratie en rechtsstaat, in de kou staan.” Strik is Egypte-rapporteur in het Europarlement en was eind vorig jaar op bezoek in het land, waar ze onder meer sprak met bezorgde activisten.
Mensenrechtorganisaties bekritiseren de migratiedeals van de EU al langer en spreken van ‘cash for migrant’-deals. Stichting Vluchteling is vooral „bezorgd om de mogelijke extra financiering voor grensbewaking” en pleit voor transparante monitoring van het EU-Egypte-partnerschap.
Strategische samenwerking
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bejubelde bij het tekenen van de deal juist de strategische aard van de samenwerking met Egypte: „De rol van Egypte is van vitaal belang voor de veiligheid en stabiliteit van het Midden-Oosten, het herbergt een groeiend aantal vluchtelingen en wij hebben de verantwoordelijkheid om het te steunen.”
„Vreemd”, zo oordeelt Matteo Villa, migratie-expert bij het Italiaanse ISPI (Istituto per gli Studi di Politica Internazionale). „De timing van de Egyptedeal was bijzonder, getekend op een moment dat er een terugval was in Egyptische migranten van zo’n 20 procent – en pas een jaar nadat de burgeroorlog in Soedan uitbrak.” Hoewel Villa de positieve kortetermijneffecten van migratiedeals („redenerend vanuit statistiek, geen ethiek”) beaamt, schetst hij dat ze op de lange termijn „weinig uithalen”. „Het creëert een vicieuze steuncirkel, waarbij regimes buiten de EU een financieel drukmiddel in handen hebben.”
Door de Egyptische economie te steunen, vanuit de gedachte dat het land ‘te groot is om te falen’, hoopt de EU Egyptenaren buiten te houden. Villa: „Dat is mogelijk. Maar de timing en de buitenproportionele grootte van de deal blijven opmerkelijk.” Maar, besluit hij glimlachend: „Het leverde wel mooie fotokansen op, als slotstuk van een Grand Migratietour van de EU.”
Een dag nadat Haagse politici besloten om consumentenvuurwerk te gaan verbieden, begon in Maastricht het jaarlijkse congres van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG). Daar loopt ook de grootste voorvechter voor dat verbod rond, glunderend. NRC zocht hem op.
Kinderoogarts Tjeerd de Faber (69) is op zegetocht. Uitgerekend in Zuid-Limburg, de streek waar hij opgroeide, en waar ze de Nederlandse liefde voor vuurwerk maar slecht begrepen. „Wij zagen misschien een of twee pijlen in de hele straat. Je gaat daar – paf, weg – toch niet al je geld aan uitgeven? Hier spaarden mensen voor carnaval, dat was hét feest. En van het geld voor een paar pijltjes kon je ook twee biertjes kopen.”
De vrouw bij de balie van het congrescentrum zei dat ze „een groot zwak” voor u en uw campagne heeft. U wordt gevierd.
„Ja, ja. Laat ik het zo zeggen: veel mensen feliciteren me. Het is eindelijk gelukt, zeggen ze dan. Dit is de kroon op mijn carrière. Als ik zie hoe lang we hiervoor hebben moeten strijden…”
De Faber opereerde in de jaren negentig op 2 of 3 januari zoveel jonge vuurwerkslachtoffers in het Rotterdamse Oogziekenhuis dat hij wel eens wilde kijken hoe het er tijdens de jaarwisseling aan toeging. „Ground zero”, noemt hij dat. Helaas is 31 december óók de trouwdag van De Faber en zijn vrouw. „Ik heb in mijn leven één hele goede beslissing gemaakt, en dat was om met mijn vrouw te trouwen. Maar dat deed ik wel op de verkeerde datum. Ik heb sinds 2000 geen trouwdag helemaal met mijn vrouw kunnen vieren, behalve toen we 25 jaar getrouwd waren.”
U begon vuurwerkslachtoffers te turven, eerst alleen in Rotterdam en toen u voorzitter van het NOG werd pakten jullie het landelijk op. Was een vuurwerkverbod toen al een thema binnen uw beroepsgroep?
„Twintig jaar geleden was ik een roepende in de woestijn, een ouwe zeiksnor. Dan was het 1 januari en schreef de pers: het was weer een rustige jaarwisseling. En dan dacht ik: goddomme, moeten jullie eens hier komen kijken. Het ene jaar had je een ramp in Utrecht, dan in Nijmegen, dan weer in Den Haag. Al die kindertjes… en dan hun ouders erbij.”
Waarom grijpt hun leed u zo aan?
„Ik heb met mijn eigen kinderen het nodige meegemaakt. Mijn oudste zoon werd geboren met een ernstige handicap aan zijn handen. Zijn klasgenootjes vroegen of dat door vuurwerk kwam. En mijn dochter is na vijf maanden overleden aan wiegendood. Dan krijg je toch antennes voor het verdriet van andere ouders. Die machteloosheid, die is zo herkenbaar. Een kind verliezen is het ergste wat een ouder kan overkomen.”
Het ging van kinderlijk onschuldig naar een jaarlijks terugkerende horrornacht
Hoe zag u de vuurwerktraditie de afgelopen twintig jaar veranderen?
„Dat ging van kinderlijk onschuldig naar een jaarlijks terugkerende horrornacht. In mijn jeugd zei men: tel je vingers na. Je vingers, dat was het eigenlijk, want er was vooral knalvuurwerk. Het zit in ons menselijk wezen om onszelf ieder jaar te willen overtreffen, denk ik. Het moet altijd harder. Op een gegeven moment is die vuurwerktraditie helemaal uit de hand gelopen, het werd een vrijbrief voor anarchie.”
Wanneer merkte u dat de publieke opinie begon te kantelen?
„Samen met collega’s heb ik in 2014 op advies van Ahmed Aboutaleb een website opgericht met een vuurwerkmanifest dat mensen konden ondertekenen. Het eerste jaar hadden we zo’n tienduizend handtekeningen. Dat waren vijfduizend échte mensen en vijfduizend namen van huisdieren. In 2020 kregen we er na die ramp in Arnhem, waar een vader en zijn zoontje om het leven kwamen door vuurwerk, in één klap vierhonderdduizend handtekeningen bij. De sneeuwbal werd steeds groter.”
Had u dat verwacht, dat ‘uw’ vuurwerkverbod er zou komen tijdens het meest rechtse kabinet ooit?
„Toen deze regering afgelopen zomer aantrad, dacht ik: dat wordt nog eens vier jaar wachten. Ik had altijd het plan mijn pensioen uit te stellen totdat het was gelukt, maar ik wilde niet nog eens vier jaar wachten omdat er een rechts kabinet zit. Maar ik ben afgelopen jaarwisseling toch weer gaan werken, dat werkt voor mij als een soort supercharger, ik was daarna weer helemaal opgeladen. Toen zeiden na de jaarwisseling ook de politie, brandweer en hulpverleners: zo kunnen we niet meer door. Dat is waar de politiek nu voor zwicht.”
Als je het nog een jaarwisseling laat doorrotten, wacht ons een oerknal
Het is nog niet zeker of het verbod dit jaar of pas volgend jaar wordt ingevoerd.
„Als je het nu weer een jaarwisseling laat doorrotten, dan zal dit een van de ergste jaren ooit worden. Want iedereen denkt: dit is de laatste keer, dan maar dubbel inkopen. Dan wacht ons een oerknal. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.”
Hoe dan ook: u kunt met pensioen.
„Ik heb altijd gezegd: mijn patiënten in het ziekenhuis kunnen me nog niet missen en thuis ben ik nog niet welkom. Maar komende jaarwisseling zit ik met mijn familie in het buitenland. Dan zijn mijn vrouw en ik 43 jaar getrouwd. De jeugd mag het van mij overnemen, en jullie zullen steeds minder van mij zien.”
Lees ook
Een vuurwerkverbod hangt in de lucht. Maar hoe duur is dat? ‘Vernietiging alleen al kost 250 miljoen’