De zorgeloze festivalzomer. Lekker met een pilsje in het gras, gek hoedje op: het voorspelbare recept. En als je naar de volle agenda kijkt en de verhalen die we in deze special hebben verzameld ís dat ook zo. En toch lijken de wolken boven de popfestival-industrie dit jaar iets donkerder. Er zijn sinds de coronacrisis al zorgen over de stijgende prijzen voor alles wat een festival nodig heeft. Nu heeft zich als rondcirkelende vale gieren het grootkapitaal gemeld om festivalbedrijven over te nemen, is er flink rumoer.
Want wie wil er spelen op een festival dat eigendom is van een bedrijf dat zit in illegale Israëlische nederzettingen, zoals met KKR en hun aankoop van de 80 festivals fan Superstruct het geval is? Acts annuleren hun shows, festivals moeten door het stof om eigenaren die ze ook niet kennen. Zie de slinkende line-ups van festivals als Zwarte Cross en Milkshake, die er zwaar door geraakt worden. Maar tussen de buien door schijnt ook de zon, en is er voor de achteloze bezoeker genoeg om naar uit te kijken. Zij het ietsje minder voorspelbaar dan voorheen.
Weekendticketprijzen zijn waar beschikbaar inclusief camping.
Denk je ‘festival’, dan denk je polsbandje. Op kleinere festivals wordt nog wel eens gebruik gemaakt van een weggooi-model, van papier of plastic. Maar het ultieme bandje is het stoffen bandje. Kleine kunstwerkjes die, omdat je ze alleen met een schaar kunt verwijderen, verrassend definitief voelen.
Proust beschreef in zijn roman Op zoek naar de verleden tijd hoe de smaak van een Madeleine, een schelpvormig cakeje, hem terugbracht naar een moment uit het verleden. Het polsbandje is het ultieme festivalsouvenir – alle optredens, het patatje waar je 8 euro voor betaalde, de intense blik die je met een vreemdeling in het publiek deelde, de zon die naar binnen scheen toen je ’s ochtends de tent openritste. Een stoffen monument naar een andere wereld. Meestal zie je ze in de huiselijke sfeer, op een prikbord of een klein festival-altaar naast een pot met onbruikbare drankmunten. Maar de echte nostalgicus koestert een steeds groter wordende collectie aan de pols.
2Vissershoedje: een iconisch festivalkledingstuk
Illustratie Chris Bosch
Het festival-vissershoedje vindt zijn oorsprong precies 25 jaar geleden, toen deze in 2000 op Pinkpop werd geïntroduceerd, in samenwerking met Amnesty International. Wie had ooit kunnen denken dat het vissershoedje, 25 jaar geleden enkel nog gedragen door kinderen en, waarschijnlijk enkele vissers, zo’n iconisch festivalkledingstuk zou worden? En dan nog in het roze ook. Praktisch en beschermend tegen de zon? Ja. Lelijk? Ook. Maar de verbroederende kracht van een uniform is niet te ontkennen. Dus dragen we tijdens Koningsdag oranje en op festivals een vissershoedje.
Ter ere van het 25-jarig bestaan van het hoedje, schakelde Pinkpop dit jaar een lokale tatoeage-artiest in voor het ontwerp. Mocht roze toch niet je kleur zijn, niet getreurd. Dit model is tweezijdig te dragen.
3Muntje: herinnering aan de lege portemonnee
Illustratie Chris Bosch
Een festival is een eigen universum, met een eigen esthetiek, eigen ongeschreven regels én een eigen betaalmiddel. Ooit begon het met papieren bonnetjes – net zo handig als een papieren plastuit – al snel werd de innovatie in plastic gevonden. Het was vaste prik: na de rij voor de ingang, in de rij om muntjes te halen om je vervolgens naar de rij voor de bar te begeven. Tegenwoordig worden de plastic muntjes steeds vaker vervangen door contactloos betalen, minder rijen en, zo wil de gedachte: je geeft meer uit omdat je je voorraad minder bewust ziet slinken. Minder rijen voor het publiek, minder gedoe en fraude-gevoelig voor de organisatie.
Toch zijn er nog steeds festivals waar je met munten betaalt. Het is makkelijker voor het barpersoneel, die geen bestellingen in pinautomaten hoeft in te voeren en in het geval van een stroomstoring gewoon door kan blijven schenken. En, al bieden sommige organisaties de mogelijkheid om de munten weer in te leveren, er gaan altijd muntjes in broekzakken of verloren hoekjes van de tent weer mee naar huis. Met duizenden bezoekers en muntjes die op soms wel meer dan 3 euro waard kunnen zijn, is dat toch makkelijk verdiend. Waar het polsbandje vaak symbool staat voor het positieve, is zo’n waardeloos plastic muntje vooral een herinnering aan de lege portemonnee.
4Plastuit: handig, omdat gore Dixies verre van ideaal zijn
Illustratie Chris Bosch
In de jaren ’80 van de vorige eeuw werd in Frankrijk het basisontwerp voor de huidige plastuit uitgevonden. Plassen hoort immers bij het biologische basispakket, fysieke uitzonderingen daargelaten, maar in het vrouwelijk ontwerp was niet meegenomen dat dit ook staand zou moeten. na de jaren tachtig konden vrouwen eindelijk ook de ultieme vrijheid van het staand plassen ervaren. Handig op festivals, waar gore Dixies verre van ideaal zijn. Zo’n tien jaar later kwam in Nederland de Urinelle op de markt, een opvouwbaar plaskokertje waarvan je je kunt afvragen hoeveel vrouwen betrokken zijn bij de ontwikkeling ervan. Zouden zij hebben bedacht dat karton handig materiaal is? Of het formaat van een kleine handpalm?
In de loop der jaren zijn er nieuwe modellen op de markt gekomen, van waterbestendiger materiaal en soms zelfs met opvangzak voor als je urine mee wilt nemen naar het hoofdpodium. Op de namen hebben ze wel hun best gedaan: de Peesential, de P-mate, of de Liberpee, met prijzen variërend van 0,77 voor 1 Urinelle tot zo’n twintig euro voor een herbruikbare Liberpee (hoe je die schoonmaakt na gebruik, moet je zelf maar uitzoeken). Even out-of-the-box: er zouden misschien extra toiletten geplaatst kunnen worden? Of een extra schoonmaakrondje ingepland?
5Uitklaptentje: je eigen festivalwoning
Illustratie Chris Bosch
Op festivals slaap je weinig en vaak slecht, feit blijft dat je er toch (meestal) niet aan ontkomt. Inmiddels zijn er genoeg millennials die tijdens festivals hun toevlucht zoeken tot glampings of dichtbijzijnde vakantiehuisjes, maar je kunt je afvragen of je wel écht op een meerdaags festival bent geweest als je niet in een tentje hebt geslapen. Vanwege het gemak is de uitklaptent geliefd. Deze tent, ook wel opgooi- of pop-uptent genoemd, doet precies wat zijn naam doet vermoeden. Je haalt ’m uit de opberghoes, gooit ’m van je af en daar staat je festivalwoning. Geen gedoe met stokken, zelfs haringen worden vaak op windvrije dagen achterwege gelaten. Je hebt er geen omkijken meer na, tot je weer naar huis moet en het inklappen net iets meer blijkt te vergen dan het uitklappen.
Het is nu bijna onvoorstelbaar, maar ooit bestonden er geen driedaagse popfestivals in Nederland. Zelfs de naam bestond nog niet. Pinkpop duurde één dag, alleen metalfestijn Dynamo Open Air duurde sinds 1991 twee dagen.
En toen was daar Lowlands, voor het eerst gehouden in augustus 1993. Een driedaags festival in de Flevopolder, ver van de bewoonde wereld, waar op meerdere podia een mix van muziek en kunst werd gepresenteerd, in een voor de gelegenheid gebouwd dorp met eetkramen en andere voorzieningen. De aangekondigde artiesten zouden ook vandaag nog aantrekkelijk zijn: Iggy Pop, The Breeders, Smashing Pumpkins, Urban Dance Squad.
Sinds festivals prominenter worden, is ook iets anders belangrijk: de hoofdact
Ik ging naar de Flevopolder voor een verslag. Het was een bijzondere ervaring, met twee concerttenten, waarvan één heel klein, op een grote groene vlakte, in een waas van mist. In die tenten kon je naar 35 optredens in drie dagen, oftewel twaalf per dag. Dat leek toen veel, nu zou je het – op een Lowlandsweekend zijn er gemiddeld 120 – overzichtelijk noemen.
In de recensie van 30 augustus waren de contouren van wat de toekomst zou brengen al zichtbaar. Het ging over het weer (koud), het bezoekersaantal (7.000), de organisatie (soepel). De kop van het artikel riep het evenement uit tot een ‘kampeer-popfestival’ (‘Kampeer-popfestival in de Flevopolder moet nieuwe traditie worden’). Want dat was het onbekende element: dat de bezoekers niet terug naar huis hoefden. Al kwam overnachten in míjn hoofd niet op. Ik reed na het laatste optreden terug en ging er de volgende ochtend weer heen.
Het weekend bleek de aanzet voor een vergaande omwenteling. Eerst stapte ook Pinkpop over op drie dagen, in 1996. Deze eeuw nam het aantal (meerdaagse) festivals toe tot zo’n 700 evenementen per zomer, in alle muzikale genres. In 2023 trokken de festivals gezamenlijk zo’n 26 miljoen bezoekers.
Foto Andreas Terlaak
De ‘festivalzomer’ werd een begrip, net als het ‘festivalgevoel’. Kern daarvan is de sensatie van oneindigheid; het concert is afgelopen maar het feest niet. In hun driedaagse cocon creëert het publiek een eigen cultuur: nachtenlang feesten, opvallende outfits, tatoeages van festivallogo’s, sirenes (om vrienden terug te vinden).
Het Nederlandse publiek en de festivalorganisatoren hebben de festivalcultuur zo gretig omarmd dat het leidde tot een verandering in de concertcyclus, zag ik de afgelopen 25 jaar. Het accent lag voor artiesten eerst op cd-verkoop. Door de teruglopende verkoopcijfers groeide de behoefte aan inkomsten uit live-optredens. Artiesten doen nog steeds korte tournees ter omlijsting van hun nieuwe album, maar ze concentreren zich op de grote vis: de zomerse festivalroute langs Europese evenementen, Noord-Amerikaanse festijnen, langs Dubai, Qatar, het Midden Oosten of Korea en Japan. Sommige muzikanten treden uitsluitend nog in de zomer op, omdat de kinderen dan mee kunnen. Ooit gaven de beroemdheden alleen concerten in grote zalen of stadions. Intussen is ook dat veranderd, en kwamen zelfs legendes als Paul McCartney, Rolling Stones en Fleetwood Mac de afgelopen jaren naar Pinkpop.
Foto Andreas Terlaak
Publiek ophitsen
De belangen op een festival zijn groot: een geslaagde show kan voor de beginner een doorbraak betekenen, voor de gevestigde artiest (of de artiest op zijn retour) een bestendiging of rehabilitatie. De muzikanten weten wat ze te doen staat: de lont in het kruitvat gooien. Van eenvoudig armzwaaien en leuzen roepen tot springen en moshpits afdwingen. De afgelopen twintig jaar werd het publiek ophitsen een kunstvorm op zich. Op een zandvlakte, weide of renbaan kunnen die tienduizenden springende mensen een aardbeving veroorzaken, bijvoorbeeld toen Rage Against The Machine op Pinkpop speelde.
Hierbij hoort ook de speciale ‘festivalsetlist’ met daarop niet de nieuwste, voor toeschouwers nog onbekende liedjes, maar hits en publieksfavorieten. Zo werd zelfs een vergeten grootheid als Lionel Richie een succes op Pinkpop. Niemand kent zijn laatste album maar zijn voorraad historische hits is eindeloos.
In de ban van de opwinding
Mijn persoonlijke overgave aan het meerdaagse festivalleven verliep schoorvoetend. De menigte in wat inmiddels van een dorp was uitgegroeid tot middelgrote stad kan overweldigend zijn, het aanbod ook. Maar uiteindelijk raakte ik in de ban van de opwinding en betovering van al die potentieel aantrekkelijke optredens tegelijk, van het laveren tussen verrassende nieuwelingen en vertrouwde grootheden.
Eén ervaring vat het samen: onderweg zijn naar een podium terwijl het concert al is begonnen en verleidelijke klanken je vanuit de verte tegemoet waaien. Sneller lopen, laveren tussen uitgestrekte lichamen op het gras, een standplaats vinden ver vooraan, en daar eindelijk zien wat je al hoorde. De belofte wordt ingelost.
Foto Andreas Terlaak
Enkele inzichten droegen bij aan de bekoring. Bijvoorbeeld dat ieder voor zich gaan voordelen heeft omdat je dan een eigen selectie maakt en ieder moment van koers kunt veranderen. Dat slippers het ideale schoeisel zijn – dan worden je sokken niet nat als er een hoosbui losbarst, zoals bij Billie Eilish op Lowlands (2019).
De aanschaf van een opvouwbare plasemmer, in een Amerikaanse campwinkel, maakte de weg vrij naar wat de ultieme festivalervaring zou blijken. Drie dagen kamperen. Niet meer het terrein verlaten voor ingewikkelde excursies richting hotel of thuis. Onderdeel zijn van de festivalpopulatie. Meebewegen op hun cadans van slaap en muziek, gedirigeerd door het ritme van verre nachtbrakers, soms luid, vaak aangenaam.
De volgende ochtend weer op stap, met zo min mogelijk ballast. Het enige werkelijk onmisbare is tenslotte je driedaagse dienstregeling, ofwel het blokkenschema. Ooit uitgedeeld op een blaadje of een flyer, inmiddels als app.
De aanschaf van een opvouwbare plasemmer, maakte de weg vrij naar de ultieme festivalervaring
Het blokkenschema werd zo’n essentieel onderdeel van de zomer dat het ook daarbuiten invloed kreeg. Doordeweekse dagen bleken even efficiënt te kunnen worden ingedeeld als een festival: een uur voor dit, anderhalf uur voor dat. Tot ik merkte: mijn leven is een blokkenschema geworden. Dat mocht wel weer wat spontaner.
Dat de dienstregeling klopt is een van de mirakels van de festivalorganisatie. Dat zoveel artiesten, bandleden, managers, technici op de afgesproken tijd op hun podium verschijnen, rechtstreeks van een show in een ander land, lijkt bijna onmogelijk.
Achter de schermen wordt dan ook non-stop gewerkt. De prestatie is des te indrukwekkender omdat de hoeveelheid apparatuur en spullen van artiesten toeneemt. En dat is het gevolg van een bijkomende ontwikkeling. Sinds festivals prominenter worden, is ook iets anders belangrijk: de hoofdact. Ieder festival wil de avonden met een populaire act afsluiten. En de hoofdact wil die eervolle positie waar maken.
Gold een festivaloptreden ooit als ‘uitgeklede’ versie van een clubshow, nu bieden artiesten tegen elkaar op in show-elementen en technische vernieuwing. De trucks zitten vol met spotlichten, geluidstafels, rookmachines, camerasystemen, projectieschermen, LED-schermen, stroboscopen. Er worden catwalks, piramides, confettikanonnen en pyrotechnische installaties aangelegd.
Op Pinkpop had Paul McCartney een eigen dak bij zich dat opgehangen moest worden, met daaraan zijn speciale licht-‘grid’ bevestigd. Als Nick Cave op Best Kept Secret de avond zal afsluiten dan komen zijn trucks de nacht ervoor aan. Het eigen lichtplan wordt midden in de nacht ‘ingehangen’.
<figure aria-labelledby="figcaption-2" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Nederland, Biddinghuizen, 19-08-2022. Sfeer tijdens Lowlands 2022. Foto: Andreas Terlaak
Andreas Terlaak
” data-figure-id=”2″ data-variant=”row”><img alt data-description="Nederland, Biddinghuizen, 19-08-2022. Sfeer tijdens Lowlands 2022. Foto: Andreas Terlaak
In het drukke schema is voor flexibiliteit minder ruimte. Toen Erykah Badu haar optreden op Down The Rabbit Hole (2022) te laat begon, werd de set na een half uur gestopt, podiumtechnici draaiden midden in een zin de speakers dicht. Badu moest vertrekken, The War On Drugs stond klaar.
Drie decennia lang heb ik de demografie van het festivaldorp bestudeerd. Kort gezegd: het enthousiasme dat ongeveer bij zestien begint, loopt eind twintig terug. Misschien neemt de magie af of begint de ticketprijs te drukken. Zo’n tien à vijftien jaar later volgt de opleving: vriendengroepen van veertigers en vijftigers hebben een vaste afspraak: ieder jaar samen naar Lowlands, naar Defqon, Zwarte Cross, Pinkpop of Best Kept Secret.
Toch neemt ook dat animo weer af. Ik zie het gebeuren. Een enkele liefhebber houdt de stemming erin, maar zijn vrienden blijven weg. Zij kunnen de lokroep weerstaan van flarden muziek die tussen bomen door naar ze toe komen waaien. Ze gaan niet meer op driedaagse trektocht langs kleine en grote podia. Maar dat betekent een leven zonder jaarlijkse blootstelling aan ongekende klanken en verschijningen, zonder spontaan gesprek met wildvreemden over het optreden van daarnet. Ik denk dat ik nog even blijf.
Hét queer festival van Nederland in het Westerpark is een safespace voor bezoekers van elke gender denkbaar. Hier kan iedereen ongestoord zichzelf zijn. Op zondag is het een Amsterdams incrowdfeestje, op zaterdag zijn er ook hetero vriendinnengroepjes. Dé culinaire klassieker: patat met roze mayonaise.
28-31 juli, VlielandInto The Great Wide Open
Illustratie Chris Bosch
Hier vind je veertigers die zich nog even jong voelen en op ‘Vlie’ de wangen vol glitters smeren. Ze nemen hun kinderen gezellig mee naar ‘ITGWO’ en zijn eerder deze zomer al gaan glampen in Frankrijk. Eventuele regen trotseren ze in een regenjas gemaakt van gerecycled oceaanplastic.
20-22 juni, LandgraafPinkpop
Illustratie Chris Bosch
Geen festival trekt zoveel verschillende generaties als Pinkpop. Hier vind je vaders (zestigers in Korn-T-shirts) die samen met hun dochters (twintigers, vooraan bij Olivia Rodrigo) komen. Er wordt veel meegezongen en weinig geïnstagramd, Pinkpop is verfrissend onhip. Al heeft het wel het meest iconische stukje merch uit de Nederlandse muziekgeschiedenis voortgebracht: het roze vissershoedje.
11-13 juli, RotterdamNorth Sea Jazz
Illustratie Chris Bosch
North Sea Jazz is binnen, en daardoor ook meteen het netste festival in deze lijst. Hier geen modderige regenlaarzen, maar eerder het type lederen schoenen waar ook Hugo de Jonge dol op is – en onder de arm zojuist gekocht vinyl van een Japanse jazzband waarvan het optreden in 1993 toch net iets sterker was. Ter nuancering: North Sea Jazz trekt ook de meest diverse bezoekers in dit verder nogal witte rijtje festivals.
15-17 augustus, BiddinghuizenLowlands
Illustratie Chris Bosc
De tijd dat op Lowlands diehard muziekliefhebbers kwamen die drie dagen niet douchten en leefden op een rantsoen van koude knakworsten uit blik is al lang voorbij. Het draait er tegenwoordig om glampen en flaneren. Media als Vogue doen niet voor niks elk jaar verslag van de bestgeklede Lowlands-bezoekers. Veel jonge Randstedelingen (20-35 jaar) met een creatief beroep en nauwkeurig uitgedachte vintage outfits.
17-20 juli, LichtenvoordeZwarte Cross
Illustratie Chris Bosch
Op het grootste festival van Nederland (vorig jaar kwam een record van 265.000 bezoekers naar de Achterhoek) vind je bezoekers van allerlei pluimage. Voor de vrouwen: alles van overall tot minirok. Voor de mannen: óf een T-shirt met een biergerelateerde tekst („poar neem’n!”), óf een blote bast. Al dan niet trots op een paar klompen. Ook favoriet: iets wat refereert aan mascotte Tante Rikie en de ludieke hoed.
30 juli-3 augustus, AmsterdamDekmantel
Illustratie Chris Bosch
Op dit elektronische festival tref je zeker ook aspirant dj’s in het type zwarte outfits waarmee je de Berghain in Berlijn probleemloos binnenkomt. Een quasi-nonchalante mix van obscure Japanse streetwear, curated vintage, Uniqlo en merchandise van platenlabels. Onmisbare accessoire: een flesje water, zeker bij de groepjes jongens die urenlang in de UFO-tent staan te spacen. Al is er ook een slag bezoekers dat voor de natuurwijnbar komt.
16-19 april, TilburgRoadburn
Illustratie Chris Bosch
Op dit festival voor allerhande heavy muziek komt driekwart van de bezoekers uit het buitenland, dus hier ontmoet je eindelijk de Finse en Chileense metalheads met wie je al járen in een obscure subreddit zit. Ja, er zijn baarden en lange haren. Ja, er zijn jasjes vol patches met bandlogo’s. Vergeleken met de andere (deels vega) festivals in dit rijtje, tieren de vlezige snacks hier nog welig. Liefst gecombineerd met donkere bieren.