Fel maar niet macho: de postpunk is terug en raast van Groningen tot Rotterdam

Postpunk raast door het land. Van Groningen tot Rotterdam bonken de drums, krassen de gitaren en wordt geplukt aan bassnaren tot ze bokkensprongen maken. Ondertussen tiert de zanger over onheil en ergernissen.

Het is een opvallende ontwikkeling: naast de vele elektronica-laptop-artiesten zijn instrumenten zoals bas, gitaar en drums nu weer en vogue. Ze worden ingezet voor deze postpunkstijl, met zijn wortels in het begin van de jaren tachtig: rudimentaire rockmuziek, fel maar niet macho.

Na Tramhaus en Marathon is er nu weer een nieuwe lichting postpunkbands. Van The Klittens uit Amsterdam verscheen onlangs de tweede EP Butter, van Real Farmer uit Groningen verscheen debuutalbum Compare What’s There, het Rotterdamse Library Card bracht vorige week de EP Nothing, Interesting uit.

Library Card creëert een geconcentreerde chaos, zowel live als op hun EP. Het kwartet rond voorvrouw Lot van Teylingen klinkt snerpend en sprankelend, maar heeft een zekere ingetogenheid. Die rust in het oog van de storm ontstaat vooral door Van Teylingen. In de nummers op Nothing, Interesting declameert ze soms venijnig, soms statig. Tussen gitaaruitbarstingen door spreekzingt ze over de behoefte aan eigen inbreng, dat ze zich niet laat vergelijken met Sonic Youth, of laat voorschrijven wat ze als vrouw ‘moet’ doen, in bijvoorbeeld ‘Well, Actually’.

Hoekige gitaarriffs

Haar ironie is grappig en bijtend, en stelt zich teweer tegen haastige drumroffels en hoekige gitaarriffs die nu eens helder dan weer gruizig klinken. De vrouwenstem lijkt zich te moeten verdedigen tegen muzikaal geweld, alsof hier een emancipatiestrijd bezig is.

De nummers gaan van eruptie naar eruptie en klinken soms wat eenvormig, maar Van Teylingen houdt het hoofd koel.

Library Card, Nothing, Interesting.

Op Butter spelen de vijf vrouwelijke muzikanten van The Klittens lyrischer dan hun collega’s. Zangeres Yaël Dekker heeft een onvaste stem en de muziek klinkt wiebelig maar de nummers hebben een lieflijke melodie. Zo klinkt hun liedje ‘Atlas’ als een potpourri van jarenzestighits in een rammelige uitvoering. Die rammeligheid, ook aanwezig in het geluid van de opnamen, lijkt het handelsmerk van The Klittens. Het is charmant, al is het een stijlfiguur die verwijst naar een tijd dat het opnemen van een album nog duur en analoog was. En daardoor als stijlmiddel enigszins ouderwets.

The Klittens, Butter.

Er raast voldoende eigentijdse frustratie doorheen om de liedjes naar het heden te brengen

Van deze drie bands klinkt het Groningse Real Farmer het felst. De groep rond voorman Jeroen Klootsema speelt volgens de stekelige, jarentachtig-postpunkstijl maar er raast voldoende eigentijdse frustratie doorheen om de liedjes naar het heden te brengen. Er zit een voortstuwende kracht in Klootsema’s briesende voordracht, hij schreeuwzingt over hakkerige gitaarriffs en meppende drums alsof hij demonen moet ontlopen. Die demonen dreven hem in de armen van het platenlabel Strap Originals van muzikant Pete Doherty (bekend van The Libertines) die Compare What’s There heeft uitgebracht. Als een hechte kudde snelt Real Farmer voort in dwars melodieuze nummers als ‘Inner City’ en ‘The Straightest Line’, met felle riffs als munitie en bastonen als bokkensprongen.

Real Farmer, Compare What’s There.