Nadat Elon Musk Twitter kocht in oktober 2022 voor 44 miljard dollar (destijds 44 miljard euro) leek iedereen het erover eens: Musk had véél te veel betaald voor het worstelende sociale mediaplatform.
Musk veranderde de naam (naar X), voerde een massa-ontslag door en versoepelde moderatieregels. De hoeveelheid haat, racisme en nepnieuws op het platform nam navenant toe.
Adverteerders liepen weg en de waarde van X daalde, op zijn dieptepunt, naar onder de 10 miljard dollar. Waarom had Musk in hemelsnaam X gekocht voor zó veel geld om het vervolgens ten gronde te richten? Het was allemaal moeilijk te volgen, zoals wel meer dat Musk doet.
Maar Musk heeft, in ieder geval financieel, X er weer bovenop gekregen. De waarde van X ligt op dit moment weer op het bedrag dat Musk ervoor betaalde, 44 miljard dollar, meldde de FT vanochtend. X is bezig met een nieuwe financieringsronde en wil daarbij zo’n 2 miljard dollar ophalen.
Hoe is dat mogelijk? Door de enorme kostenbesparingen, vooral in personeel, is X een winstgevend bedrijf geworden (ruim 1 miljard dollar). En doordat Musk investeerders in X tevens de kans gaf ook geld te steken in Musks hoog gewaardeerde AI-bedrijf xAI, kon hij goede rentes bedingen op leningen. Na de aanstaande investeringsronde zou X zelfs weer schuldenvrij zijn, aldus de FT.
Wat ook helpt: Musks bondgenootschap met de Amerikaanse president Donald Trump, die overigens nog altijd liever communiceert via zijn eigen sociale medium Truth Social. Sinds Musk in het Witte Huis rondloopt hebben andere techbedrijven, zoals Amazon, hun marketinguitgaven op X fors opgevoerd.
Sinds Elon Musk, hier afgelopen oktober op een campagnebijeenkomst van Trump, rondloopt in het Witte Huis, hebben techbedrijven als Amazon hun marketinguitgaven op X fors opgevoerd. Foto Jim Watson/AFP
Op het eerste gezicht lijkt het een sympathiek onderzoek. De Deense wetenschappers van de Universiteit van Kopenhagen en de Novo Nordisk Foundation willen in een tweejarig project op zoek naar een alternatieve definitie voor (ultra)bewerkt voedsel. Een nieuw classificatiesysteem zou consumenten kunnen helpen gezondere keuzes te maken. Bovendien zou het huidige systeem gebreken vertonen en aan verandering toe zijn.
Maar het onderzoek dreigt juist de publieke gezondheid te ondermijnen, schrijven meer dan negentig onafhankelijke voedingswetenschappers in een open brief. Het oorspronkelijke systeem, genaamd Nova, is een standaard in de voedingswetenschap en populariseerde de term ‘ultrabewerkt voedsel’. Deze voedingsmiddelen worden industrieel samengesteld met diverse toegevoegde stoffen, en bevatten doorgaans meer vetten, suiker en zout, en minder voedingsstoffen dan onbewerkte producten. Nova wordt in tal van studies gebruikt om een verband te leggen tussen ultrabewerkt voedsel en gezondheidsproblemen als obesitas, diabetes type 2, hart- en vaatziekten en psychische aandoeningen. Daarnaast wordt Nova door de Wereldgezondheidsorganisatie en de Verenigde Naties gehanteerd om de wereldwijde dieetkwaliteit te monitoren.
De Deense onderzoekers willen de nieuwe classificatie Nova 2.0 noemen. „Die naam suggereert ten onrechte dat hun classificatie een verbeterde versie is van Nova”, zegt voedingswetenschapper Jaap Seidell, die de brief ondertekende. De nieuwe classificatie zou de legitimiteit van het eerdere onderzoek kunnen ondermijnen, en twijfel zaaien.
Verwarring als doel
Volgens de bezorgde wetenschappers is verwarring juist het doel van het Deense project. Het lijkt op een poging om een systeem te promoten waar producenten van ultrabewerkt voedsel van profiteren, schrijven ze. „De Deense onderzoekers hebben warme banden met de farmaceutische- en voedingsindustrie”, zegt Seidell. „Het is alsof door de voedingsindustrie gesponsorde wetenschappers een Schijf van Vijf 2.0 zouden uitbrengen, zonder dat het Voedingscentrum of de Gezondheidsraad daarbij betrokken zijn.”
Het onderzoek wordt medegefinancierd door Novo Nordisk, de farmareus die dankzij de verkoop van afslank- en diabetesmedicijnen Wegovy en Ozempic onlangs tot het waardevolste bedrijf van Europa uitgroeide. Volgens de onderzoekers is het „uiterst problematisch” dat een bedrijf met financiële belangen in obesitas en diabetes het classificatiesysteem wil herdefiniëren.
De voedingsindustrie levert al langer kritiek op het Nova-systeem. Critici vinden de classificatie te simplistisch en arbitrair. Zo zou sojamelk evengoed in de categorie ‘ultrabewerkt’ vallen als gefrituurde snacks of cookie-dough ijs, terwijl deze producten qua voedingswaarden sterk verschillen. Belangenorganisaties pleiten al langer voor een nieuw systeem.
Het is onzeker of dit nieuwe systeem er gaat komen. In reactie op de open brief verwijderden de Deense onderzoekers alle verwijzingen naar Nova 2.0 en de term ‘ultrabewerkt voedsel’ van hun website. Het onderzoek wordt onder een andere naam voortgezet.
Jens Stoltenberg strijkt neer op de achterbank en staart uit het raam van zijn wegzoevende dienstauto. Zijn linkerhand masseert zijn voorhoofd lichtjes. We zijn op ongeveer twee derde van de documentaire Facing War van de Noorse filmregisseur Tommy Gulliksen over het laatste jaar (herfst 2023-herfst 2024) van zijn landgenoot Stoltenberg als secretaris-generaal van de NAVO.
Veel van zijn gevoelde onmacht over het lot van Oekraïne balt zich samen in dit moment. Als medepassagier Gulliksen hem op de huid zit door hem te herinneren aan niet vervulde beloftes van het Westen aan Oekraïne, verzucht Stoltenberg: „Helaas kan ik zelf geen raketten weggeven. (….) Hun wanhoop raakt me diep. Ja, ze zijn echt wanhopig nu.”
„As long as it takes” had Stoltenberg steeds aan Kyiv beloofd namens de 32 kikkers in de NAVO-kruiwagen. ‘Zo lang als nodig’ zou de NAVO met massieve wapenleveranties Oekraïne helpen bij zijn manhaftige verdediging tegen de Russische agressie. En inderdaad, mede onder Stoltenbergs leiding kwam vanaf maart 2022 een enorme en almaar aanzwellende stroom militaire goederen en wapentuig op gang. Wat begon met scherfvesten en soldatenlaarzen, eindigde met F-16’s, tanks en artilleriesystemen.
Saboterende trumpianen
Maar dat was niet het enige. Helaas gooiden saboterende trumpianen in het Amerikaanse Congres en tegenstribbelende Hongaren steeds meer roet in het eten, met vrijwel onmiddellijke consequenties voor de kansen van Kyiv op het slagveld. Om nog maar te zwijgen – minder zichtbaar in de documentaire – van bondgenoten die goede sier maakten met onbruikbare of zelfs kapotte spullen, maar waarvoor de Oekraïense president Volodymyr Zelensky wel netjes ‘Thank you’ kwam zeggen bij de zoveelste NAVO-top.
De documentaire toont de achterkant van de façade van de Oekraïense beleefdheid. „Ik vind het heel moeilijk te begrijpen”, bijt de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Koeleba de NAVO-chef toe, „waarom de VS en anderen steeds zo verdomde traag (fucking slow) zijn [met wapenleveringen] terwijl er intussen wel onlangs twee Patriot-systemen naar Roemenië en Zuid-Korea zijn gegaan volgens onze informatie.”
Op de achterbank van zijn dienstauto en in zijn Brusselse kantoor voelt Jens Stoltenberg zijn belofte uit zijn handen glijden, al zijn goede bedoelingen, grote diplomatieke gaven en enorme netwerk onder Europese leiders ten spijt. „We hebben een belofte gedaan die we misschien niet kunnen waarmaken”, geeft hij aan Gulliksen toe.
De ernst en dictie van de Noorse NAVO-chef vervolmaken het archetypisch beeld van de tragische held. Stoltenbergs opvolger schrok evenmin terug voor grote woorden over „de overwinning voor Oekraïne”. Maar Mark Rutte vlinderde vrolijk verder terwijl de mogelijke holheid van zijn woorden nog tot zijn omgeving moest doordringen.
NAVO-chef Jens Stoltenberg in gesprek met de Oekraïense president Volodymyr Zelensky.
Dichtklappende vergaderdeuren
Facing War volgt het stramien van andere eigentijdse politieke documentaires zoals over de Franse president Emmanuel Macron of over de Amerikaanse VN-ambassadeur Samantha Power in The Corridors of Power. Ook hier veel dichtklappende vergaderdeuren als het spannend wordt, leiders die elkaar bij de arm grijpen en hard lachen om elkaars – zelden leuke – grapjes. Het verschil met de andere producties: in de ongeveer 100 minuten van Facing War wordt de hoofdpersoon achtervolgd met een scherpe vraagstelling met onmiddellijke relevantie. Erboven hangt de pijn van de geschiedenis waar we nog middenin zitten en waarvan de mogelijke afloop ons met onzekerheid -– en misschien zelfs huiver – vervult. Terecht beschouwt de organisatie van Movies that Matter, het filmfestival dat deze vrijdag in Den Haag van start gaat, Facing War als een van zijn pronkstukken.
Wat het jongste product van Gulliksen – eerder maakte hij een bekroonde documentaire over de moordpartij van de Noorse rechts-extremist Anders Breivik op het eiland Utøya – eveneens kracht geeft, zijn de inkijkjes in de persoonlijke geschiedenis van Stoltenberg. Die verbinden zich vrij natuurlijk met het grote NAVO-verhaal, zonder deze te verdringen. Treurigstemmend is het beeld van Stoltenberg moederziel alleen aan de ontbijttafel in Brussel; zijn vrouw Ingrid heeft al lang geleden besloten in Oslo te blijven. Stoltenberg mist haar en is in 2023 als NAVO-chef slechts aangebleven na zware druk van de Amerikanen.
Minstens zo sterk hangen blijft een foto uit augustus 2000 van twee energiek ogende, gebruinde leiders. Ze schudden elkaar glimlachend de hand. De ene: Vladimir Poetin, de pas aangetreden president van de Russische Federatie. De andere: Jens Stoltenberg, fris aan de start als premier van Noorwegen. Hun relatie verdiepte zich met de jaren. „Ik was er absoluut van overtuigd dat het mogelijk was samen te werken met Rusland, dat we onze grenzen in het Noorden konden openen, dit alles op basis van compromis en wederzijds vertrouwen”, zegt Stoltenberg.
In juli 2011 belde Poetin met zijn buurman om Stoltenberg te condoleren met het verlies van 77 meest jonge levens na de aanslagen in Oslo en op Utøya. „Dat telefoontje van Poetin”, zegt Stoltenberg in een terugblik, „was echt gemeend, zo kreeg ik de indruk.”
Movies that Matter start vrijdag 21 maart in Theater aan het Spui in Den Haag. Facing War is te zien op 22, 24, 25 en 29 maart. Info: moviesthatmatter.nl
De uitwisseling van medische patiëntgegevens verloopt nog steeds moeizaam. Dat blijkt uit een enquête van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) die woensdag gepubliceerd is. De beroepsvereniging stelt dat hierdoor de veiligheid van patiënten onder druk komt te staan. De gebrekkige uitwisseling kan leiden tot fouten in medicatievoorschriften, vertragingen in – of onnodige herhaling van – behandelingen.
Aan de enquête deden 1.116 medisch specialisten mee. Bijna alle ondervraagden (97 procent) lieten weten hinder te ervaren door de gebrekkige beschikbaarheid van patiëntgegevens. Met name is de uitwisseling van gegevens met andere zorgverleners (bijvoorbeeld huisartsen en ggz-instellingen) een struikelpunt, laten de specialisten weten in de enquête. Bij een soortgelijke enquête in 2020 stelde 80 procent van de ondervraagde specialisten te vrezen voor de patiëntveiligheid door slechte uitwisseling van gegevens.
De resultaten van het onderzoek zijn woensdag aan minister Fleur Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, PVV) aangeboden. De federatie roept het kabinet woensdag op tot actie. „Als de minister de veiligheid van patiënten wil verbeteren, als ze de onnodige werkbelasting van al die artsen en verpleegkundigen wil verlichten, moet ze dit gewoon gaan regelen. Neem de regie. Fiks dit!”, aldus Iris Verberk, internist-nefroloog en bestuurslid bij FMS.