F-16’s tussen de vakantiehuisjes: een lieflijk Deens eiland in de frontlinie van de nieuwe Koude Oorlog


Reportage

Bornholm Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kwamen ‘de Russen’ naar een Deens vakantie-eiland. Door de oorlog in Oekraïne voelt de dreiging voor sommige bewoners nu weer heel reëel.

Medewerker Kim Ipsen van het Bornholms Museum moet bij een expositie over de Sovjet-bezetting van het Oostzee-eiland na de Tweede Wereldoorlog vaak aan Oekraïne denken.
Medewerker Kim Ipsen van het Bornholms Museum moet bij een expositie over de Sovjet-bezetting van het Oostzee-eiland na de Tweede Wereldoorlog vaak aan Oekraïne denken.

Foto Pelle Rink

Druk gebarend komt Helle Pfeiffer aanlopen over de Sankt Mortens Gade, de straat voor het Bornholms Museum. „Het is niet wat u denkt”, roept de 78-jarige vrouw, wijzend naar het grote rood-zwarte spandoek aan de zijkant van het museum met daarop in grote letters: „De Russen Komen!”. „Schrik niet! Die tekst gaat niet over wat er nu gaande is, maar over wat er hier in 1945 gebeurde.”

Aan de andere kant van de muur van het kleine, maar efficiënt ingerichte museum over de geschiedenis van het Deense eiland Bornholm in de Oostzee dreunen doffe inslagen van Russische bommen. Op 7 en 8 mei 1945 namen Sovjetbommenwerpers de stadjes Nexø en Rønne op Bornholm onder vuur omdat de bezettingsmacht van de Duitsers zich niet overgaf. Oud filmmateriaal, vertoond in een doorlopende voorstelling in een klein donker zaaltje, toont hoe woonhuizen veranderen in puinhopen en hun voormalige bewoners er verdwaasd rondlopen; tien Bornholmers kwamen om, duizenden woningen en gebouwen werden vernield of beschadigd. Een elf maanden durende Russische bezetting volgde, met achthonderd militairen.

Kim Ipsen (45), vrijwilliger in het museum, bekeek de oude filmbeelden een paar keer, soms met afschuw. Hij kan er niet naar kijken zonder te denken aan wat momenteel in Oekraïne gebeurt, vertelt hij aan de balie beneden. „Eigenlijk is er niks veranderd”, zegt hij: „Het waren, net als nu, vooral burgerdoelen die de Russen destijds op Bornholm troffen. Als er een militair object bij zat, was dat min of meer toeval.”


Lees ook deze reportage van het Zweedse eiland Gotland, een ‘onzinkbaar vliegdekschip’ in de Oostzee

Veel inwoners van het Deense eiland Bornholm – bij veel Nederlanders bekend als een heuvelachtig vakantie-eiland met een prettig zacht klimaat – herbeleven deze maanden de gebeurtenissen uit 1945 en 1946, niet alleen door de Russische invasie in Oekraïne. Het was vooral op 26 september dat de oorlog veel van de ongeveer veertigduizend eilanders onder de huid kroop. Zo’n twintig kilometer uit de kust saboteerden onbekenden twee Nord Stream-gaspijpleidingen die vanuit Rusland naar Noord-Europa liepen. Beelden van een heftig borrelend zeeoppervlak gingen de hele wereld over. Veel medewerkers van bedrijven die aan de gasleidingen werkten, waren gehuisvest in pensions op Bornholm.

Eerder deze maand bevestigde de Zweedse openbaar aanklager dat er in de buurt van de weggeslagen leidingen resten van explosieven waren gevonden. De aanklager sprak van „sabotage” maar noemde geen namen van verdachten of verdachte landen. Op Bornholm doen ze dat evenmin.

F-16’s

De gebeurtenissen van mei 1945 geven alles wat er momenteel in en rond Oekraïne gebeurt – en twintig kilometer op zee – een extra lading voor de eilandbewoners. „De meeste mensen bleven kalm, maar zijn zich wel bewust van de veranderde veiligheidssituatie op het eiland”, zei Jacob Trøst, sinds januari burgemeester van het eiland, onlangs tegen persbureau Reuters. Helle Pfeiffer behoort tot de kleine, maar uitgesproken minderheid van Bornholmers die daadwerkelijk geloven dat de Russen het eiland opnieuw zullen aanvallen.


De vrouw, die actief was in een commune bij Kopenhagen en zich begin jaren zeventig op Bornholm vestigde om zich te wijden aan biologische landbouw, zegt: „Elke keer als ik ergens een knal of ander hard geluid hoor dat ik niet meteen kan thuisbrengen, krimp ik ineen en denk ik: de invasie is begonnen”. Of de NAVO in dat geval te hulp zal schieten, betwijfelt ze. „Die gaat voor ons eilandje echt geen Wereldoorlog riskeren.”

Al vanaf vorige winter, toen de Russen met de opbouw van een troepenmacht aan de grens met Oekraïne begonnen, stuurde Kopenhagen extra materieel en manschappen naar Bornholm. Twee F-16’s werden in provisorische hangars bij het vliegveld van Bornholm gestationeerd, goed zichtbaar vanaf het parkeerterrein. Ze verdrijven geregeld overvliegende Russische straaljagers, veelal afkomstig van de 350 kilometer oostelijker gelegen Russische exclave Kaliningrad. „Vermoedelijk willen de Russen onze reactiesnelheid testen”, oppert Pfeiffer bij het Bornholms Museum. De Deense krijgsmacht wil „om veiligheidsredenen” geen commentaar geven. Een woordvoerder bevestigt alleen dat er een „snelle reactie-eenheid” van F-16’s op het eiland is gestationeerd, net als een verkenningsbataljon in de Almegårdkazerne, even buiten Rønne.

In het haventje van het stadje, maar ook aan de oostkant van het eiland, doken al begin dit jaar steeds meer marineschepen op, niet alleen van Denemarken zelf, ook van de VS. Met de meest geavanceerde radarapparatuur volgden de vaartuigen Russische bewegingen in de lucht, op en onder de waterlijn. En in mei was daar Operation Defender of Europe, een grote NAVO-oefening in het Baltisch gebied. Tientallen Amerikaanse militairen landden op het mini-vliegveld aan de rand van Rønne.

Twee op Bornholm gestationeerde F-16’s verdrijven geregeld overvliegende Russische straaljagers.

Foto Pelle Rink

Moskou protesteerde heftig tegen de buitenlandse activiteiten op Bornholm, die het als „illegaal” beschouwt. Vladimir Barbin, de Russische ambassadeur in Kopenhagen, kwam met een vergeeld document uit 1946 op de proppen. Daarin zou Deense diplomaat Thomas Døssing de toenmalige Sovjetminister van Buitenlandse Zaken Vjatsjeslav Molotov hebben beloofd geen buitenlandse militaire activiteit op Bornholm toe te staan. Onderzoekers van de Deense Defensie Academie weerspraken de validiteit van deze claim onmiddellijk. De belofte was onder dwang van de Russische bezetting tot stand gekomen, en daarmee ongeldig, zeiden ze.

Neutraliteitspolitiek

De toegenomen militaire activiteit stuit niet alleen op kritiek van Moskou, maar ook van Bornholmers zelf. In straatgesprekjes met NRC zetten die er verschillende kritische kanttekeningen bij. Is het wel genoeg? De meeste Deense militairen zijn immers richting Baltische staten vertrokken? En anderzijds: provoceert de expliciete militaire activiteit de Russen niet teveel? Oudere Bornholmers zoals Hella Pfeiffer verwijzen naar „onze neutraliteitspolitiek van vlak na de oorlog”. Zelfs ongewapende Zweedse marineschepen waren toen niet welkom in het haventje van Rønne.

Michael Nielsen (59) is samen met moeder Gulla (80) op zondagmiddag het familiegraf aan het onderhouden op de grote begraafplaats van Allinge, aan de noordkant van Bornholm, vlak aan zee. Zo te horen hebben moeder en zoon plezier: hun vrolijke lach klatert over de zerken. Als ze klaar zijn, vertelt Michael: „De Koude Oorlog was hier op Bornholm nooit echt weg. Wat wel nieuw was, was de sabotage van die gasleidingen. Daar schrok ik wel van.”


Lees ook Ook onderzeese internetkabels zijn kwetsbaar voor sabotage

De manier van oorlogvoering verandert, constateert Nielsen met een knik richting zee, en wordt minder zichtbaar. „Conventionele middelen zoals F-16’s en militairen zijn niet meer genoeg.” Onderwaterdrones en sensoren die infrastructuur op de zeebodem moeten beschermen zijn net zo nodig, denkt hij.

Aan Rusland hebben ze trouwens helemaal niet eens zulke slechte herinneringen, vult Gulla Nielsen aan. Wijzend naar het graf van haar overleden echtgenoot: „Mijn man heeft de Russische bezetting als kind actiever meegemaakt dan ik als klein meisje. Hij vertelde mij er destijds wel vrolijke verhalen over. De Russen waren lang niet zo onderdrukkend als de Duitsers en hadden allerlei exotische dingen meegenomen. Vooral de aapjes die ze bij zich hadden – ja, echt, aapjes! – maakten grote indruk op ons.”

Achter hen ligt het Russische deel van de begraafplaats. Elk jaar op 8 april komt ambassadeur Vladimir Barbin uit Kopenhagen. Dan legt hij een krans bij de herdenkingszuil met Sovjet-ster en een marmeren monument met namen van de tientallen Russische soldaten die tijdens de bezetting overleden, overigens meestal weinig heroïsch als gevolg van een alcoholvergiftiging of auto-ongeluk.

Dit jaar was de ceremonie inzet van felle discussies. Veel Bornholmers lieten op Facebook weten vanwege de oorlog in Oekraïne tegen de komst van Barbin te zijn. Het monument in Allinge werd door onbekenden beklad met verf in de kleuren van de Oekraïense vlag. Burgemeester Jacob Trøst bleef weg, „in verband met de emoties over de oorlog.” De Russische ambassadeur kwam toch, wel in kleiner gezelschap, en zonder veel media-aandacht.

Gullan Nielsen en haar zoon Michael bij het monument voor de Russische soldaten die tijdens de bezetting van het eiland overleden.

Foto Pelle Rink

Terecht dat Barbin doorzette en ook dit jaar kwam, vinden zowel moeder als zoon Nielsen op de begraafplaats. „Ondanks alles moet je respect voor elkaar blijven tonen”, vindt Gulla. Zoon Michael: „Het gaat om een belangrijke traditie die ons verbindt met de geschiedenis van dit eiland. Die kun je niet zomaar schrappen. Bovendien: de ambassadeur neemt elk jaar een fles wodka mee voor degene die dit hoekje op de begraafplaats verzorgt. Attent toch?”

In het lieflijke landschap tussen Allinge in het noorden en Rønne in het westen doemt bij Nyker een van de ronde witte kerken op, typisch voor Scandinavië. Op Bornholm staan er vier, niet alleen bedoeld als Godshuis, maar ook als verdedigingsbolwerk: hun ramen dienden tevens als geschutspoorten. Binnen is de protestantse middagdienst in volle gang. Dominee Carsten Møller-Christensen (68) predikt op de hoge kansel, hooguit twaalf gelovigen luisteren. Een puber hangt verveeld over de schoot van zijn moeder.

Dominee Carsten Møller-Christensen predikt in de Ny Kirke bij het plaatsje Nyker. Vanwege de opgelopen spanningen door de oorlog besteedt hij meer aandacht aan het belang van gemeenschapszin.

Foto Pelle Rink

Na afloop van de dienst wil de dominee best toegeven: de kerken op Bornholm zijn niet volgestroomd om houvast te vinden in nieuwe tijden van onzekerheid en oorlog. Møller-Christensen. „De eilandgemeenschap is sterk geïndividualiseerd en daarmee vatbaarder geworden voor allerlei angsten.” Hij had het er vaak over met zijn zonen, die dienden in Afghanistan en daar veel bange momenten meemaakten. „Als je alleen bent”, zegt Møller, „praat je jezelf sneller dingen aan, dan wanneer je samen met mensen bent die je liefhebt en vertrouwt.” Dezer weken preekt hij daarom wat vaker uit bijbelboeken zoals dat van Johannes, die het belang van gemeenschapszin duidelijk maken. „Hopelijk helpt het.”