Extra vakantie voor de werknemer? Dan toch het volledige loon

Economie & recht De Hoge Raad heeft bepaald dat werknemers recht hebben op volledig loon tijdens wettelijke én bovenwettelijke vakantie. Afwijkende loonafspraken zijn niet toegestaan.
Illustratie Maud de Vries

De zaak

In 2016 ontstond een conflict bij de Nederlandse Spoorwegen over een toeslag voor onregelmatige diensten door operationeel personeel, zoals conducteurs en machinisten. Werknemers wilden die onregelmatigheidstoeslag ook over de vakantie-uren betaald krijgen, niet alleen over de gewerkte uren.

Om een gang naar de rechter te voorkomen, sloten NS en vakbonden een overeenkomst die als cao bij het ministerie van Sociale Zaken werd aangemeld. NS zou voortaan een onregelmatigheidstoeslag over de wettelijke vakantie-uren betalen, plus een nabetaling over de afgelopen vijf jaar.

Vier werknemers vonden dat onvoldoende en stapten naar de rechter. Zij hadden ook recht op onregelmatigheidstoeslag over bovenwettelijke vakantie-uren, stelden zij – niet alleen over het wettelijk minimum van twintig vakantiedagen bij een werkweek van 40 uur.

Zowel kantonrechter als gerechtshof gaf de werknemers gelijk. Een van hen, een machinist, kreeg bijna 3.000 euro bruto toegewezen voor de periode 2012-2018. Verder moest NS de betaling van de onregelmatigheidstoeslag voortzetten over álle vakantie-uren.

In een laatste poging gelijk te krijgen, stelde de NS cassatie in bij de Hoge Raad.

De uitspraak: Werknemers in het gelijk

NS vindt dat de wet ruimte laat om voor extra vakantie-uren in een overeenkomst of cao een ander loon af te spreken dan voor de wettelijke vakantie-uren. Daar gaat de Hoge Raad niet in mee. Al in 1990 bepaalde de hoogste rechter dat werkgevers tijdens vakanties het overeengekomen loon volledig moeten doorbetalen; niet alleen het kale loon, maar ook alle andere beloningen. En nu maakt de Hoge Raad duidelijk dat dit voor álle vakantie-uren geldt, dus ook de bovenwettelijke.

Volgens de Hoge Raad doet het er niet toe dat een werknemer vakantie-uren later voor een ander doel inzet. In dit geval ruilde de machinist de toegekende extra vakantie-uren in voor werktijdverkorting voor oudere werknemers, zodat hij 32-urige werkweken kon maken. Bepalend is dat de uren bij toekenning als vakantie waren bedoeld, zegt de Hoge Raad.

Commentaar

Volgens Saskia Peters, hoogleraar arbeidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, doet de Hoge Raad voor het eerst uitspraak over de loonverplichting bij bovenwettelijke vakantie-uren. „Eigenlijk heeft het iets geks. Werkgevers zijn vrij om extra vakantie aan te bieden via een overeenkomst of cao, maar mogen niet met de werknemer onderhandelen over het loon dat ze daarover betalen.” Dat werknemers bij wettelijke vakantie al hun loon krijgen, vindt ze logisch. „Anders is er een prikkel om werk boven vakantie te verkiezen en dreigt een tekort aan rust. Uitval kost de werkgever ook geld.” Toch is Peters niet verbaasd over de uitspraak, omdat de wet geen onderscheid maakt tussen wettelijke en bovenwettelijke uren bij de verplichting tot betaling van loon.

Jan-Pieter Vos, docent en promovendus vakantiewetgeving aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit: „Iedereen zat eigenlijk te wachten op zo’n bevestiging van Nederlands hoogste rechter.”

Sinds het Europese Hof van Justitie in 2012 uitspraak deed over British Airways-piloten, was duidelijk dat toeslagen die nauw met het werk samenhangen ook tijdens vakanties doorlopen, maar stond nog niet vast of dat ook voor bovenwettelijke uren gold. Dat is een Nederlandse aangelegenheid, licht Vos toe, omdat de Europese regels alleen verplichten tot het minimum van twintig vakantiedagen bij een fulltime dienstverband.

Volgens Peters ligt de rekening nu bij de werkgevers. Daarbij ziet ze dat het in de praktijk geregeld verkeerd gaat. „Voor werkgevers is niet altijd duidelijk wat ze wel en niet moeten betalen, ook bij de wettelijke vakantie-uren.” Met het oog op de wettelijke verjaringstermijn moeten die werkgevers rekening houden met nabetalingen over de afgelopen vijf jaar.

Vos ziet nog een mogelijk nadeel voor werkgevers. „Ze moeten zich ervan bewust zijn dat als een regeling als vakantie wordt aangemerkt, ze niet de vrijheid hebben daarvan af te wijken.” Hij denkt aan verlofregelingen, en aan arbeidstijdverkorting (ATV), ook al bepaalde de Hoge Raad in 1998 dat ATV-dagen geen vakantie zijn, omdat ze ooit bedacht waren om arbeidsplaatsen voor nieuwkomers te creëren. „Maar die ATV-dagen zijn bedacht in tijden van werkloosheid. Nu zitten we met grote arbeidstekorten. Inmiddels kun je zo’n regeling misschien als extra vakantie zien.”

NS laat desgevraagd weten de uitspraak uit te voeren en gaat in overleg met de vakbonden. Hoeveel dit gaat kosten, weet het spoorbedrijf niet. Nu heeft NS zo’n 11.000 werknemers in dienst die recht hebben op een onregelmatigheidstoeslag. De rekening kan dus hoog oplopen.

Volgens vakbond FNV staat de telefoon roodgloeiend: (oud-)werknemers willen weten wat dit voor hen betekent. Henri Janssen, bestuurder van FNV Spoor: „Wij gaan ervan uit dat NS de toeslag over alle bovenwettelijke vakantie-uren betaalt, ook over de afgelopen jaren, inclusief wettelijke rente.”

Olivia den Hollander is verbonden aan The Investigative Desk, een groep gespecialiseerde onderzoeksjournalisten