De nieuwe pensioenwet geeft werknemers meer keuze in hoeveel van hun inkomen ze opzijzetten voor hun oude dag. Maar daarbij geldt zeker niet altijd: hoe meer, hoe beter. Het kan ook verstandig zijn om geld op een spaarrekening te zetten, of inkomen gewoon uit te geven.
De meeste werknemers bouwen pensioen op via hun werkgever. De overheid moedigt dat aan; over de premie hoeft geen inkomstenbelasting te worden betaald. Pas als je pensioen ontvangt, reken je af met de fiscus. Hiernaast is het mogelijk zelf pensioen op te bouwen via een geblokkeerde spaar- of beleggingsrekening bij een verzekeraar, bank of in pensioen gespecialiseerde partij. Dit individuele pensioen vormt de zogenoemde ‘derde pijler’, naast de pijlers AOW en het werkgeverspensioen. De inleg voor dit aanvullend pensioen levert ook een fiscale aftrekpost op. Het gestorte geld is vrijgesteld van vermogensbelasting in box drie.
Voor het bedrag dat je jaarlijks opzij kunt zetten, geldt een maximum. Dit heet de jaarruimte, en het is een percentage van het brutojaarinkomen boven 17.545 euro. Tot de invoering van de nieuwe pensioenwet ging het om 13,3 procent, sinds vorig jaar is het 30 procent. Deze verandering moet vooral zzp’ers en ondernemers met een BV aansporen pensioen op te bouwen, maar geeft ook werknemers extra ruimte om bij te sparen.
Neem een ambtenaar met een bruto-inkomen van 60.000 euro. Die bouwt bij ambtenarenfonds ABP dit jaar 796 euro toekomstig pensioen op. Daarnaast kan die zelf nog zo’n 7.600 euro opzijzetten in de derde pijler.
Naast de hogere jaarruimte biedt de nieuwe wet een ruimere mogelijkheid om niet eerder benutte jaarruimte alsnog in te zetten en extra te storten, vertelt Michael Visser van budgetinstituut Nibud. „Je kunt hiervan tot tien jaar terug gebruikmaken. Dat kan interessant zijn als je in het verleden voor jezelf hebt gewerkt of in een bedrijfstak zat waar het pensioen wat soberder was.” Het maximale bedrag is in 2024 net iets boven de 40.000 euro.
Een derde verandering heeft te maken met het uiterste moment waarop je kunt inleggen. Visser: „Dat kon voorheen tot aan je AOW-leeftijd, nu mag dat tot vijf jaar daarna.”
Veel Nederlanders hebben vorig jaar gebruikgemaakt van deze nieuwe mogelijkheden. Brand New Day, een van de grootste aanbieders van derdepijlerproducten, zag de inleg ten opzichte van 2022 met tientallen procenten toenemen. Datzelfde gold voor Bright Pensioen. Beide partijen verwachten dat de groei doorzet. Het ministerie van Financiën voorziet dat Nederlanders dit jaar 1,9 miljard euro aan pensioen opbouwen in de derde pijler. Dat is 40 procent meer dan in 2021.
Grote banken en kleine vermogensbeheerders zien eveneens kansen in deze markt en komen met nieuwe pensioenproducten. Dat geldt ook voor verzekeraars. Zij voeren pensioenregelingen uit voor bedrijven die niet zijn aangesloten bij een pensioenfonds. Naast die regelingen bieden ze werknemers de mogelijkheid zelf bij te sparen in hun derdepijlerproduct.
Versoberen
Ze spelen daarmee ook in op een andere ontwikkeling die het gevolg is van de nieuwe pensioenwet. Veel werkgevers zullen mogelijk hun pensioenregeling versoberen, voorziet Folkert Pama van verzekeraar ASR. Ter compensatie krijgen werknemers dan extra salaris uitgekeerd. Ze kunnen zelf beslissen of ze dat gebruiken voor extra uitgaven, sparen voor een grote aankoop zoals een huis, of het toch opzijzetten voor hun pensionering.
Pama vreest dat het laatste vaak niet zal gebeuren. „Als dat geld niet in pensioen wordt gestopt en aan andere dingen in het hier en nu wordt uitgegeven, kan het best zijn dat die werknemer straks een probleem heeft. Met het oog daarop hebben wij recent een product voor de derde pijler gelanceerd.”
Ook Jacintha van Bijnen-den Haag, van pensioenadviesbureau Aon, ziet dat meer werkgevers hun personeel grotere keuzevrijheid geven. „Dit begon bij bedrijven die veel expats hebben. Nu gaan ook bedrijven met Nederlandse werknemers dat doen. Ik verwacht dat dit tussen nu en 2028 flink loskomt.”
Verschillende grote werkgevers hebben zo’n stap al gezet. Zo sprak Rabobank in 2022 met werknemers af dat ze ervoor kunnen kiezen een paar procentpunten van de pensioenpremie uitgekeerd te krijgen als salaris. Kiezen ze voor meer salaris, dan kunnen ze dat alsnog in een derdepijlerproduct stoppen of besluiten hun uitgaven wat te verhogen.
Is die keuze voor die derde pijler altijd de verstandigste? „Nee”, antwoordt Van Bijnen, „30 procent [de maximale jaarruimte] is echt heel veel”. „Kijk naar al die zeventigers met een camper. Die hadden misschien achteraf gezien liever meer geld gehad toen ze veertig waren.”
Hoeveel je zou moeten inleggen, hangt af van je leeftijd. Jongeren hoeven veel minder in te leggen dan ouderen omdat het geld langer rendement oplevert. Daarom lopen bij veel pensioenregelingen bij een verzekeraar de premies op met de leeftijd. „Jonkies zitten op 8 procent”, zegt ze.
Discipline
Visser van het Nibud onderschrijft dat het niet nodig is altijd de volle 30 procent jaarruimte te gebruiken. „Vanuit de overheid is de gedachte dat het belangrijk is dat mensen straks voldoende hebben. Ik vind dat je het vanuit je eigen situatie moet benaderen en niet vanuit de maximale fiscale ruimte. Het is goed om je eerst een beeld te vormen van wat je hebt en wat je verwacht van de toekomst.”
Hij wijst erop dat sparen voor pensioen nu een belastingvoordeel kan opleveren, maar dat straks alsnog belasting moet worden betaald over de uitkering. Daarbij geldt: hoe hoger de uitkering, hoe hoger het belastingtarief.
Een gewone spaarrekening of beleggingen zijn goede alternatieven voor een geblokkeerde pensioenrekening. „Zo blijf je flexibel en doe je toch wat extra. Het vraagt wel meer discipline om het ook echt als potje voor later te gebruiken.” Wel is het zo dat je boven een bepaald vermogen, nu 57.000 euro per persoon, jaarlijks belasting betaalt in box 3.
Visser wijst op de website Mijnpensioenoverzicht.nl, „een goed startpunt om inzicht te krijgen wat je aan pensioen hebt via je werkgevers”. Daarnaast biedt zijn Nibud de pensioenschijf. „Dat is een rekentool waarmee je je verwachte inkomsten en uitgaven naast elkaar kunt leggen.”