
De Zuid-Afrikaanse atleet Caster Semenya, tweevoudig olympisch en drievoudig wereldkampioen op de 800 meter, heeft donderdag een gedeeltelijke overwinning behaald bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in haar juridische strijd tegen de regels van de wereldatletiekbond voor atleten met differences of sex development (DSD).
Het hoogste orgaan van het EHRM in Straatsburg oordeelde dat Semenya’s recht op een eerlijk proces was geschonden door het Zwitserse Federale Hof, waar ze in beroep was gegaan tegen een uitspraak van sporttribunaal CAS ten gunste van de wereldatletiekbond. In Zwitserland is het hoofdkantoor van het CAS gevestigd, dé instantie voor het beslechten van geschillen in de sportwereld.
Semenya werd in 2018 door de wereldatletiekbond geschorst vanwege natuurlijk hoge testosteronwaarden. Het CAS oordeelde vervolgens dat atleten met natuurlijk hoge testosteronwaarden mogen worden uitgesloten van internationale vrouwenwedstrijden op middellange afstanden, als ze weigeren hun testosteronspiegel te verlagen met medicijnen of een operatie.
De regels zijn weliswaar discriminatoir, zei het CAS, maar ze zijn wel „een noodzakelijk, redelijk en proportioneel” middel om eerlijke concurrentie in de vrouwencategorie te garanderen, omdat vrouwen met een natuurlijk hoge testosteronspiegel in het voordeel zouden zijn.
‘Onvoldoende waarborgen’
Na de CAS-uitspraak wendde Semenya zich tot het EHRM. Dat oordeelde twee jaar geleden dat Semenya in Zwitserland „onvoldoende institutionele en procedurele waarborgen” had gekregen voor iemand die zich gediscrimineerd voelt. En dus ging Zwitserland vorig jaar, aangemoedigd door de wereldatletiekbond, in beroep bij het hoogste orgaan van het EHRM.
De zogenoemde Grote Kamer van het EHRM bekrachtigde donderdag de uitspraak uit 2023. Toen bepaalden rechters dat de zaak van Semenya over de volgens haar discriminatoire atletiekregels voor DSD-atleten, niet naar behoren is behandeld door het Zwitserse Federale Hof. De rechters oordeelden nu weer – met vijftien tegen twee stemmen – dat geen „strenge rechterlijke toetsing” was uitgevoerd. Semenya had daardoor onvoldoende bescherming gekregen in Zwitserland, en had geen andere keuze dan haar zaak te vervolgen.
De Grote Kamer oordeelde ook dat rechters in Zwitserland niet verantwoordelijk zijn voor het schenden van bepaalde artikelen uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, omdat de regels die Semenya al jaren aanvecht, zijn bedacht door de wereldatletiekbond, een niet-Zwitserse organisatie.
Wel stellen de rechters dat Semenya geen eerlijk proces heeft gekregen in Zwitserland, en dat er een „structurele machtsongelijkheid” is tussen atleten en sportorganisaties. Zwitserland moet haar 80.000 euro betalen voor gemaakte kosten en uitgaven.
Regels blijven van kracht
De zeventien rechters die zich over de zaak bogen, geven geen oordeel over de eerlijkheid van de regels van de wereldatletiekbond, die daarom van kracht kunnen blijven. Volgens die regels moeten atletes hun testosteronniveau voor minimaal zes maanden verlagen tot onder 2,5 nmol/L om te mogen deelnemen aan internationale wedstrijden.
Toch zal het vonnis Semenya motiveren om haar juridische strijd voort te zetten. Atletenrechtenactivist Payoshni Mitra, die met Semenya in Zwitserland was voor de uitspraak, noemt die „grotendeels positief”, omdat „het sporttribunaal en de Zwitserse federale rechtbank nu werk te verzetten hebben”. Het is volgens haar nog te vroeg om iets te zeggen over verdere juridische stappen van Semenya.
Semenya (34) is sinds enkele jaren coach in Zuid-Afrika. Ze heeft geen plannen om terug te keren in de atletiek, ook als de regels van de wereldatletiekbond voor DSD-atleten op termijn zouden veranderen. Ze voert haar strijd voor andere atleten met haar conditie. „Mijn tijden zijn vergelijkbaar met die van andere vrouwen”, zei ze vorig jaar in gesprek met NRC. „Als mijn genetische gestel een voordeel is, waarom ben ik dan niet sneller dan álle vrouwen? Ik ben geboren met een afwijking, maar die afwijking heeft geen effect op wat dan ook.”
Op de vraag of ze overwogen heeft de wereldatletiekbond aan te klagen vanwege de regels voor DSD-atleten, zei ze: „Nee, maar als mijn advocaten vinden dat dat nodig is, dan doe ik dat.”
